Koersverslagen Beloften

2011 (vierdejaarsbelofte)

recentste eerst; zie ook foto's beloften



Seizoensoverzicht 2011

Al wist ik van mijzelf dat ik nog heel wat beter kon dan wat ik gedurende de hele beloftencategorie heb laten zien,
ook ik had zo'n seizoen niet meteen verwacht.
De eerste goede voortekenen dienden zich al in de winter aan. Tijdens mijn traditionele test in de winter
kon ik zien dat ik een serieuze stap vooruit gezet had.
Dit was de eerste weken echter nog niet meteen in resultaten te merken. Het duurde tot halfweg maart voor ik
de eerste spraakmakende resultaten liet optekenen maar vanaf toen was ik wel gelanceerd voor een regelmatig seizoen.
Mits wat meer geluk had kon ik toen zelfs al enkele zegestreepjes kunnen bijzetten.
Parijs-Roubaix was mijn grootste doel; de vorm was ok, maar het koersverloop draaide op een sisser uit.
Na mijn rustperiode kwam ik niet meteen onder stoom, maar na het EK begon alles wel los te lopen. De conditie
groeide naar een hoogtepunt tijdens de Ronde van Namen. Daar won ik 2 ritten en werd 6e in de eindstand.
Mooi, maar het beste moest dan nog komen. Op 21 augustus werd in Geel het Belgisch Kampioenschap verreden.
Iedereen sprak vooraf over een massasprint, en enorme ambities had ik daardoor niet. Het parcours bleek
echter slopender dan verwacht en uiteindelijk kon ik de sprint van 7 renners naar mijn hand zetten!
Deze titel opende veel deuren voor mij. Hierna werden de contractbesprekingen opeens heel erg concreet,
en besloot ik om te tekenen bij Topsport Vlaanderen-Mercator.
Ik reed nog een deftig naseizoen, met een goeie ronde van de Toekomst
en ook op het WK deed ik wat van me verwacht werd.

Volgend jaar begint het echter nog maar allemaal en ik start van voor af aan.
Ik houd mijn hart vast voor de eerste maanden, aangezien ik ook een beetje een diesel ben in de conditieopbouw.
De begeleiding bij Vlaanderen is echter top en ik kan er ook rustig groeien.
Hopelijk kan ik echter al een paar keer tonen dat ik iets in mijn mars heb. Tot volgend jaar alvast!


8 okt: Rekkem - 27e
Mijn allerlaatste wedstrijd als Belgisch Kampioen en ook, voor minstens 2 jaar dus,
mijn laatste als contractloze renner. 55 renners tekenden naast mij present.
Ik had snel door dat het moeilijk zou worden om veel afscheiding te forceren.
Te meer omdat er op mijn wiel gereden werd als nooit tevoren. Blijkbaar zijn er nadelen aan die trui verbonden ook...
Op een ronde of 6 van het einde scheidde een groepje van een 7-tal zich af.
Ik zette alles op alles en kon alleen de kloof overbruggen. We kregen zo'n 20 seconden voorsprong
en ik dacht dat het broodje gebakken was.


Niet dus. Het draaide totaal niet rond, iedereen keek naar mij en 2 ronden later was alles terug te herdoen.
Ik probeerde het ook nog eens een ronde alleen, maar kreeg geen echte vrijgeleide.


Op 2 ronden van het einde reed David Desmecht weg. Ploegmaat Giel Bruyneel sprong mee en ook
Glenn van de Maele volgde. Even werd er getwijfeld in het peloton en de vogels waren gaan vliegen.
Desmecht won voor van de Maele en Bruyneel. Lava regelde de pelotonsprint. Ik drong niet echt meer aan
en bolde als 27e over de streep.


5 okt: Ichtegem - 10e
Zoals het vaak gebeurt op het einde van het seizoen tekende heel wat kwaliteit present voor deze wedstrijd.
Aan wind alvast geen gebrek om er een aantrekkelijke wedstrijd van te maken.
Na 4 ronden viel de wedstrijd reeds in zijn definitieve plooi. Met 10 renners kozen we het hazenpad.
Het bleef een paar ronden hard knokken om voorop te blijven, maar uiteindelijk brak na halfkoers de veer bij de
achtervolgers.

Het sein voor de 2 Fransen vooraan L'hotellerie en Drancourt om de koers er nog wat zwaarder op te maken.
Ik voelde me intussen al lang niet meer zo fris en moest me noodgedwongen beperken tot volgen.
Uiteindelijk duurde het tot in de laatste ronde vooraleer 5 renners zich konden afscheiden.
Deze mochten het onder elkaar in de sprint uitmaken wie de winnaar mocht worden. Dieter Vandendriessche trok
aan het langste eind. Hij won voor L'hotellerie en Drancourt. Maene werd 4e en ploegmaat Kim Borry 5e.
Ik liet me op het laatste een klein beetje uitbollen en werd op kleine achterstand 10e.


1 okt: Hooglede - lek op 1,5 km van de meet
Vandaag was het gevoel al wat beter dan vorige donderdag. Toch glipten 7 renners in
de 2e van 22 af te leggen ronden weg. Vooraan waren heel wat kleppers vertegenwoordigd
en ik vreesde dat we ze niet meer terug zouden zien.
Eens halfkoers gepasseerd begon ik onder stoom te komen. Ik probeerde verscheidene
malen om weg te geraken, maar die trui is op dat vlak niet echt een voordeel...
In de laatste 2 ronden werd er snoeihard doorgereden en we zonderden ons met
zo'n 20 renners van het peloton af. We raapten de overgebleven koplopers in, maar Kevin Neyrinck
wist zich in extremis nog los te weken. Ik voelde me nog goed en hoopte
een mooie ereplaats te versieren, maar op anderhalve kilometer van het einde sloeg het noodlot toe.
In de laatste bocht reed ik lek en ik moest nog halsbrekende toeren uithalen om recht te blijven.
Wel weg goed resultaat dus. Balen
Neyrinck won sterk en verdiend voor Claeys en Dupont.


foto met dank aan Heidi Lannoo



29 sept: Omloop van Hoogserlei Tielt - finish in peloton
In mijn eerste wedstrijd in mijn driekleur wilde ik me graag eens tonen aan het publiek. Helaas
beslisten de benen daar enigszins anders over. Ik had allesbehalve een goed gevoel.
In de problemen kwam ik nooit, maar toen ik wat wilde forceren voelde ik meteen
dat het flitsende er absoluut af was.
Ik probeerde wel af en toe eens mee te springen maar zonder succes, in een wedstrijd die lang gesloten bleef.
Op het laatste reed ik nog enkele gaatjes dicht voor ploegmaat Joeri Clauwaert
en sprintte dan ook niet meer mee.
Dieter Vandendriesche won. Joeri werd 6e en Yves Lampaert 7e.


23 sept: WK Wielrennen beloften Kopenhagen - 57e na collectief sterke koers
De orders van de bondscoach Jean-Pierre Dubois waren voor de wedstrijd duidelijk.
Als de gevaarlijke landen (Frankrijk, Duitsland, Australië,...) een aanval opzetten moest ik,
samen met Matthias Allegaert en Zico Waeytens, zorgen dat ik mee was.

Ik stond met behoorlijk wat stress aan de start, maar eens de start gegeven smolt die als sneeuw voor de zon.
Blijkbaar waren wij als Belgen ook bij de favorietenlijstjes van de andere bondscoaches gezet
want er werd ons nooit een duimbreed toe gegeven.


Zo raakten 2 renners voorop. Een Braziliaan en een Italiaan. Ze kregen op een bepaald moment 4 minuten
en ik vroeg kopman Jelle Wallays wat ik moest toen. Hij vroeg om te demarreren om
zo de koers te proberen open te breken. Ik probeerde verscheidene keren en hield me ook vooraan in het peloton op.



Op 3 ronden van het einde probeerde ik nog eens. De Ier Philip Lavery volgde en even later kwam ook
een Deen aansluiten. Ik hoopte om eindelijk vertrokken te zijn, maar in die 5 kilometer dat we weg
waren kregen we door de reactie van de Fransen nooit meer dan 150 meter.


Ook in de laatste ronden waren we, met uitzondering van één ontsnapping in elke belangrijke aanvalspoging vertegenwoordigd.
Toen bleek dat alles op een massasprint zou uitdraaien besloten we de kaart van Tosh Vanderzande te trekken
aangezien Sean de Bie aangegeven had dat hij zich niet meer 100 % voelde.
Het was echter enorm hectisch. Samen met Allegaert probeerden we Tosh steeds vooraan te houden,
maar in het geharrewar raakte hij mijn wiel net voor de laatste bocht kwijt.


Aangezien ik de hele tijd met mijn neus in de wind gereden had kon ik me net voor de laatste bocht niet meer relanceren en besloot om het te laten varen.
Tosh zat uiteindelijk iets te ver om de sprint te beginnen, maar kon nog enkele renners remonteren om zo toch
nog op een verdienstelijke 9e plaats te eindigen.
Toch reden we naar mijn mening een verdienstelijk WK. Voor het zelfde geld konden we misschien
wel een medaille meepikken, maar dat is natuurlijk een WK.
Arnaud Démare zag zijn prachtig seizoen beloond met de wereldtitel voor zijn ploegmaat Adrien Petit.
De Brit Andrew Fenn werd 3e.


 
18 sept: GP Impanis van Petegem - val
Het enige doel in deze wedstrijd was uitrijden en niet tegen de vlakte gaan.
Helaas was het een ontzettend nerveuze wedstrijd. In een vettige afdaling naar een kasseistrook sloeg
dan ook het noodlot toe. In de regen ging men helemaal vooraan in de remmen. Net voor mij sloegen ze tegen
de grond en toen ik zelf aan mijn remmen kwam sloeg mijn voorwiel ook weg.
Ik belandde op mijn beide knieën en vooral bij mijn linkse voelde ik dat het ernstig was.
Ik bleef een hele tijd staan maar probeerde toch nog om te vertrekken. Ik raakte echter maar met moeite
op mijn fiets en trappen lukte al helemaal niet.
Ik stapte dan maar in de auto van de ploeg en ik vreesde toch serieus voor mijn WK.
Opvallend was dat ook de 2 andere WK-geselecteerden De Bie en Waeytens tegen dek gingen.
Gelukkig kwam door alle goede zorgen van mijn osteopaat Bram Demuynck, de kinesist van de Nationale
ploeg David Bombeke en de zalfjes van mijn tante alles toch nog in orde!

 
4-11 sept: Ronde van de Toekomst (nationale ploeg)
Proloog: 43e op 43" in de proloog van deze sterk bezette ronde.
Andere Belgen: Mathias Allegaert 8e op 28", Zico Waeytens 36e op 40", Tim Wellens 44e op 44",
Tosh Van Der Sande 80e op 57" en Jimmy Janssens 81e op 58"

1e rit: hoge snelheden. Een groep van 7 renners kan zich losrukken op 10 km van de meet en houdt ondanks het achtervolgingswerk van de Belgen 26" over aan de meet. Tim 41e. Blijft 43e in klassement.

2e rit: In een oplopende aankomst sprint Tim als 6e van een omvangrijke kopgroep. (Kdc) site organisator


3e rit: Tim vreesde voor deze rit met regenachtige start en onmiddellijk beklimming van Col de la Schlucht.
Komt terug in afdaling. Moet loslaten op voorlaatste klim van de dag en komt binnen met de bus als 69e op 10' samen met o.m. Tosh Vandersande. Matthias Allegaert en Tim Wellens eindigen vrij dicht vooraan als 13e en 24e.

4e rit: Rit door Jura. 30 leiders. Tim eindigt in peloton van 20 op 1 minuut als 36e. Tosh Van der Sande 6e.
Tim krijgt de 'dossard vert', het groene rugnummer als meest ecologische renner. Het heeft te maken met het volgen van enkele ecologische ingrepen in deze ronde (zoals inleveren van drinkbussen op voorziene plaatsen).


5e rit: koninginnerit met 2 beklimmingen van 4e categorie, 2 van 3e, 2 van 2e en slotklim van 1e categorie.
Tim rijdt onverwacht goed na slapeloze nacht. Gaan met een 30-tal naar slotklim (1e cat) met 3 Belgen.
Tim voelt zich goed, maar blijft bij Matthias die snel moet afhaken maar het best geplaatst is in het klassement. Beperken schade tot 4'12". Tim Wellens 5e. Tim en Matthias 26e en 28e. Fransman Bardet wint. Grote tijdsverschillen.

6e rit: Tim voelt zich minder goed in het begin en verbetert naar einde toe. Tosh van der Sande maakt deel uit van lange ontsnapping die bijgehaald wordt 10 km voor de meet. Op dat moment vertrekt een achttal en Tim rijdt er naar toe met Moreno Hofland. Het tiental wordt echter teruggepakt 2 km voor de meet en Tim finisht 38e.
7e rit: slotrit. Tim valt in het begin maar kan terugkomen. Enkel schaafwonden. Rijden met 37 renners naar de finale. Rest op grote afstand. Koppeloton valt uiteen in 2 en Tim eindigt in 2e deel op 2'34" als 28e. Stijgt naar 31e plaats in klassement.
België klimt naar 5e plaats in ploegenklassement. Wellicht levert dat een extra WK-deelnemer op. (Kdc)



23-28 aug: Giro della valle d'Aosta 1e rit: Een loden hitte. 25 vroege vluchters. Tim moet de kop van het peloton net voor de top van de laatste helling laten gaan, maar komt als enige terug in de afdaling. Verliest enkele seconden in slotklim om te finishen als 46e op 1'44". Ploegmaten 77e, 78e en 79e op 5'20"
2e rit: Tim valt in klein ravijn. Bij de afdaling van de Col des Saisies sluit hij met een Duitser aan bij koppeloton. Door maneuver met een auto worden beiden gehinderd in een haarspelbocht. Duitser valt en Tim duikt enkele meter naar beneden. Knie geraakt en zit wat dik. Rijdt toch nog uit over 2 cols in de gruppetto.
Rijdt veel op kop. Conditie goed. Verliest 37' en mag klassement vergeten. Ploegmaat Podznyakov uit met hersenschudding. Ook medisch probleem voor Emiel Wastyn (JVlaanderen)
3e rit: Kopgroep voor van een tiental renners, die wordt uitgedund.
Ondanks nog lichte knieproblemen kan Tim de topklimmers lang volgen en eindigt 18e.

Wil komende ritten rijden als voorbereiding op toekomstronde (en wie weet WK?) en misschien nog een keer voluit gaan.
4e rit: 35° warm. Nog slechts 3 ploegmaats in koers. Lange vlucht van 2 leiders en 6 achtervolgers (o.m. S. Bekaert)
2 leiders slechts in laatste 10 km gepakt door een peloton van een 70-tal renners waarvan Tim als 28e eindigt.

Staat nu 46e in klassement. Jammer van de val in 2e rit.
5e rit: uit voorzorg voor het naseizoen knijpt Tim na 80 km remmen toe.


21 aug: BK Geel - Belgisch Kampioen

Het werd een slopende koers, ideaal voor Tim. Halverwege de koers was het veld al verbrokkeld en zat hij in het 4e peloton.
Daarna sprong hij naar het 3e en het 2e groepje om vervolgens met 14 man naar de kopgroep te rijden.
Ondertussen was uit die kopgroep Louis Verhelst gedemarreerd met een maximum voorsprong van 25". Toen Arthur Vanoverberghe en
Garrit Broeders in de achtervolging gingen, achtte Tim zijn moment gekomen en reed met Sander Helven, Eliot Lietaer en
Thomas Debrabandere naar de kop. Verhelst trok de sprint aan, Eliot Lietaer demarreerde in de laatste kilometer nog uit zijn wiel,
Helven ging erop en erover en Tim kon hem remonteren met een jump in de laatste meters om te winnen met enkele centimeters.

Een ontlading na alle medische miserie die jaren heeft geduurd en een bekroning van zijn comeback.
De overwinning werd gevierd met champagne in de ploeg,
die daarna vol vreugde en met de tricoloor in de rangen is vertrokken naar de ronde van Aosta. Daarom geen verslag van hemzelf.

Hopelijk komt het met Tims profcontract in orde. (Kdc) zie ook pers en films






Laatste 3 foto's: Francky Van Hie

Filmbeelden sprint Wtv-Focus:


6-10 aug: Ronde van Namen - winst in twee ritten en 6e in klassement

Rit 1: 37e na missen van slotvlucht
Op papier had deze ronde een deelnemersveld om u tegen te zeggen, met onder andere enkele nationale
ploegen die hier aan hun voorbereiding voor de najaarskoersen begonnen.

Ik voelde tijdens de eerste rit nog de naweeën van een lastige ronde van Vlaams-Brabant.
Toch reed ik samen met kotgenoot Stijn Steels even weg uit het peloton op zoek naar 9 ontsnapte leiders
met bij hen ploegmaat Kim Borry. Boven op de klim naar Andenne kregen we het gezelschap
van een 20-tal andere renners. Ik dacht dat de ronde gereden was, maar alles kwam alsnog samen.
Vanaf toen was het een nerveuze rit met veel ontsnappingspogingen die nooit veel speelruimte kregen.
Op 10 km van het einde had een groep van opnieuw een 20-tal zich afgescheiden. Het Luxemburgse
toptalent Bob Jungels doorzag het gevaar en trok fors door op het laatste klimmetje van de dag.
Ik volgde als enige, zei het met serieus wat moeite, zijn spoor. We maakten de aansluiting, maar toen viel
het stil en was alles weer te herdoen. Niet lang hierna kozen 14 renners het hazenpad. Ik moest even
bekomen van de inspanningen en sprong niet mee. Een slechte keuze zo bleek want met 21 seconden
voorsprong won Wouter Wippert de etappe voor Sean de Bie.

Rit 2: late solo en 1e
In de tweede etappe zon ik op weerwraak. Er werd van bij het begin serieus gekoerst en Wippert verloor al
snel zijn greep op de koers. Na 55 km werd het peloton reeds tot 52 man gedecimeerd. Intussen reed
een kopgroep van 8 renners met kleine voorsprong voor ons. Samen met Stijn en ploegmaat Jef van Meirhaeghe
maakte ik de sprong naar voor. Even later kwam ook nog een groepje met Brecht Dhaene aansluiten zodat
we uiteindelijk met 14 renners de finale indoken. Onze voorsprong steeg op een bepaald moment
boven de 2 minuten, maar dan kwamen de volgwagens tot bij ons en verliep de samenwerking uiterst stroef.
In de achtergrond werd het peloton intussen volledig uit mekaar gereden. In een
eerste achtervolgende groep stelde Bob Jungels alles in het werk om ons nog bij te halen, maar dit lukte net niet.
Bij ons gooide Jef de knuppel reeds op 15 km van het einde in het hoenderhok door er alleen van door te gaan. Een lang
leven was zijn aanval echter niet beschoren. Ik concentreerde me intussen
vooral op Gijs van Hoecke (ploegmaat van Wippert) die zich al 80 km afzijdig hield. Ik zag echter
dat ook hij het lastig had en besloot dan om alles op 1 aanval te zetten. Op een kilometer van de meet zag ik in de struiken plots
een rood vlagje hangen (ja in Namen kom je plots voor verassingen te staan) en besloot
om het erop te wagen. Er kwam een kleine aarzeling en zo kon ik solo een overwinning met
meerwaarde binnenrijven!


Stijn regelde de sprint voor de 2e plaats voor de Amerikaan Tanner en Jef. Eliot Lietaer werd 5e en Jasper
Stuyven 6e. De Amerikaan Tanner werd leider, ik schoof op naar de 6e stek in het klassement en pakte de groene puntentrui.



f
oto Vandenbogaerde site Soenens



3e rit: ik spurt 23e na zware achtervolging
In de 3e rit regende het pijpenstelen, maar dat weerhield de renners niet om er serieus de beuk in te gooien.
Na 60 km werd opnieuw een eerste grote schifting gemaakt. Het peloton bleef nog even samen maar
na een serieuze versnelling van de Amerikaanse ploeg reden 6 renners weg.
Toen deze op een 40-tal kilometer van het einde een voorsprong van 1'40 hadden was het plots wel paniek in het peloton.
Jasper Stuyven ging samen met Tom Devriendt in de tegenaanval.
De Amerikaanse ploeg leek reeds zijn beste pijlen verschoten te hebben en dan gingen EFC en VL Technics
(de ploegen van de nummers 2 en 3 in de stand) dan maar rijden.
Het bleef echter vooral bij woorden zodat wij met Soenens vol onze verantwoordelijkheid moesten nemen.
Kim Borry en Tom Oerlemans reden hun kas volledig leeg voor mij, waarvoor hartelijk dank, want
als wij het niet doen, is de koers op dat moment gereden.
Toch duurde het een hele tijd vooraleer we de vluchters opnieuw in het visier kregen.
Af en toe hielp ik mee met rijden en ik probeerde ook af en toe om met een klein groepje de sprong te maken,
maar kon niet rekenen op een vrijgeleide.
Toen we uiteindelijk Stuyven en Devriendt inrekenden hielp ook Ovyta om het laatste gaatje met de leiders
te dichten. Na zo'n zware etappe gingen we uiteindelijk toch nog naar
een sprint met 60 man (als ze barrage maken in de laatste 30 km zijn dat er gegarandeerd de helft minder maar kom).
Daarin trok Wippert opnieuw aan het langste eind. Hij won voor Devriendt en Sean de Bie.
In het klassement veranderde weinig, behalve dan dat Lietaer door het spel met de plaatsen leider werd.


4e rit: 24e in sprint met 69
De 4e rit lag snel in zijn plooi. 6 renners voorop en de ploeg van de leider die controleerde.
Het was wachten tot op 15-km van het einde voor er terug serieus gekoerst werd. Ik probeerde een keer alleen
door te zetten, maar Eliot haalde me keurig terug.
De vluchters werden op nauwelijks 500 meter van de meet bijgehaald (tot grote ontgoocheling
van Matthias Allegaert). Ik liet me na een hectische finale wat wegdrummen en werd ongeveer 25e.
Wippert won opnieuw voor Sean De Bie die zich misschien wat te snel zegezeker wist.
Tom Oerlemans werd 8e.

5e rit: 1e in massasprint op de Citadel van Namen
In de laatste rit zouden we nog proberen de leider onder druk te zetten. De koers verliep perfect in het begin.
6 leiders met bij hen ploegmaat Yves Lampaert, Jasper Stuyven, Stijn Steels en Clement L'hotellerie.
EFC mocht meteen aan de bak, maar kon ook rekenen op steun van de mannen van VL Technics. Intussen
werd ik door de leden van de ploeg voortreffelijk uit de wind gehouden.
Af en toe probeerde ik in de stroken zijwind een aanval op te zetten.


Het zou wachten worden op de lastige laatste 20 km met daarin 3 venijnige klimmetjes en een aankomst boven op de citadel van Namen.
Het eerste klimmetje draaide ik iets te ver op, waardoor ik een serieuze inhaalrace mocht houden om boven vooraan uit te komen.
De volgende klim was nog iets zwaarder en boven gooide ik een bommetje, maar opnieuw waren ze achter mij attent.
Op de laatste klim probeerde ik opnieuw, maar over een echt splijtende demarrage
beschik ik helaas niet. Ik werd boven bovendien gecounterd en mocht samen met Jungels nog serieus
mijn tenen uitkuisen om terug bij de mensen te komen. Met een grote 40 man zouden we voor de zege sprinten.
Toen herkende ik plots de bocht die
ik samen met Yves Lampaert de dag ervoor was gaan verkennen. Net op dat moment trok Kim Borry naar voor.
Ik riep hem om de sprint voor me aan te gaan en om niet te remmen in de laatste bocht. Hij deed het
om veiligheidsredenen toch een beetje waardoor Sean de Bie zich nog tussen ons twee gooide.
Na de bocht zette ik echter meteen vol door en ging tot mijn eigen verbazing over de Bie. Ik
kon hem ook afhouden en kon zowaar mijn tweede etappe in de prestigieuze ronde van Namen binnenrijven.
Jasper Stuyven werd 3e. Kim werd na zijn voortreffelijk piloteerwerk nog 6e en Jef 8e.
Filmpje spurt







Filmbeelden sprint:


Lietaer won de ronde voor Brecht Dhaene en Tanner. Ik bleef 6e.
Alvast heel erg bedankt aan mijn ploegmaten om me bij te staan in deze wedstrijd.
De goeie sfeer in de ploeg weerspiegelt zich tegenwoordig ook in de uitslagen.
Wij werden 2e in het ploegenklassement en wonnen het dagklassement.


Met sponsor Roger Soenens die zelf ooit 2 keer won in Ronde van Namen




27-31 juli: Ronde van Vlaams-Brabant
- 5e
1e rit: Tim maakt deel uit van ontsnapping van 17 man die 1'27" neemt en wordt 9e
net na ploegmaat Yves Lampaert. Winnaar is Nederlander Geert Van der Weijst.
2e rit: Ontsnapping van 18 man, waar Tim met 6 anderen naar toe rijdt.






Spurt als 4e en staat nu 3e in klassement na Kenneth Vanbilsen en Benjamin Verraes. (Kdc)
3e rit: Tim deelt tijdit niet ideaal in. Eindigt toch nog 18e en staat nu 5e in klassement. Ploegmaat Yves Lampaert knap 4e.
4e rit: 7 renners voorop onderweg, Tim rijdt ernaartoe, maar worden gecounterd door ploegmaats van De
Jonghe die leider is. Rit eindigt in massaspurt, met Tim achteraan in peloton. Blijft 5e in klassering.
5e rit: Tim rijdt mee gat dicht op 2 ontsnapte renners die bedreiging vormen in klassement en zo ontstaat een
scheur in het peloton. Sprint 8e en blijft 5e in klassement.
Ploeg 3e in ploegenklassement


23 juli: Izegem Bosmolens - 1e
Voor eigen volk wilde ik er vandaag iets van maken. 52 renners tekenden het startblad met onder hen een mooie delegatie van Soenens – Construct Glas. In de eerste ronden zette Yves Lampaert een aanval met 3 anderen op. Toen deze ingerekend werden waagde ik mijn kans en we raakten met 7 renners voorop: Geoffrey Demeyere, Koen Demuynck, Xavier Vanhille, Jurgen Vanhaverbeke, ploegmaten Yves Lampaert, Giel Bruyneel en mezelf.


Achter ons leverden de andere ploegmaten, met in het bijzonder Joeri Clauwaert, voortreffelijk afstoppingswerk.
Onze voorsprong was echter nooit echt geruststellend dus we moesten blijven knokken tot op het einde.


Het ging jammer genoeg iets te snel voor Giel. Op een ronde of 4 van het einde moest hij bij ons afhaken.
Demeyere was intussen al uitgevallen door een lekke band, dus moesten we met 5 de hele meute afhouden.
Op 2 ronden van het einde spraken Yves af dat ik zou proberen aanvallen en dat hij de sprint zou regelen moest ik niet weg raken.
Ik moest een keer of 3 proberen maar raakte uiteindelijk voorop met Vanhaverbeke.
Lampaert speelde de rol van de perfecte ploegmaat en bleef zitten.
Op een kilometer van het einde waagde ik een ultieme aanvalspoging nadat Vanhaverbeke net een lange strook op kop gereden had.
Hij had niet meteen een antwoord klaar en zo kon ik mijn eerste seizoenszege binnenrijven en dan nog voor eigen volk in Izegem.


Vanhaverbeke werd dus 2e voor Lampaert die zich nog losweekte van zijn medevluchters. Demuynck werd 4e
en Vanhille kon nog net het peloton afhouden.
Ik ben natuurlijk uitermate tevreden met mijn overwinning, maar vooral ook met mijn vormpeil! Op naar de Ronde van Vlaams Brabant !

 
21 juli: Slypskapelle - 3e
Een 70–tal renners aan de start met onder hen toch wel de kruim van het kermispeloton. De koers bleef een hele tijd gesloten maar op 7 ronden van het einde versnelde Kevin Neyrinck met Bart Kuypers. Ik zag het gevaar en trok samen met David Geldof fors door op de klim aan de aankomst. We kregen nog versterking van veelwinnaar Guy Smet en draaiden meteen goed rond. Dat moesten we blijven doen tot aan de aankomst, omdat er ook na ons ook serieus gevlamd werd.
Uiteindelijk mochten we toch onder mekaar uitmaken wie zou winnen. Ik probeerde op anderhalve ronde op het ander klimmetje op het parcours. Niemand volgde me, maar alleen tegen 4 toppers opboksen was ook onbegonnen werk. In de laatste ronde werd er nog slag om slinger gegaan, en bijna altijd was ik mee, maar een sprint zou toch beslissen over wie zou winnen. Ik zat in een ideale positie in het wiel van Neyrinck om de sprint te beginnen, maar net voor de bocht kwamen Kuypers en Smet er nog over. Ik draaide dus als 4e op en kon enkel Neyrinck nog remonteren. Smet won voor Kuypers en mezelf. Neyrinck werd 4e en Geldof 5e. Kevin Maene werd 6e.


17 juli: EK Offida - selectie in dienst
Met veel goede moed trokken we vrijdagmorgen naar de luchthaven. Ik had de topvorm na mijn examens nog niet meteen te pakken, maar ik voelde wel dat ik aan het beteren was.
Toen we aankwamen sloeg te hitte meteen in als een bom. Van temperaturen van 14 graden bij ons naar 35 ginder was toch een serieuze aanpassing. Tijdens de eerste training op vrijdag zweette ik me dan ook te pletter.
Op de dag van de koers was nog enkele graden warmer  en was de hitte echt drukkend. Ik had als orders van de bondscoach JP Dubois gekregen om te proberen meegaan in een vroege vlucht
en als het nodig was bepaalde zaken recht te zetten moest ik dat ook proberen doen.
Meteen na de start werd er een serieus tempo ontwikkeld door de Oostenrijkse ploeg. Toen het beneden even stil viel waagde ik mijn kans. Ik kreeg een Oostenrijker mee als waakhond en het peloton liet niet begaan. Uiteindelijk sprong ik nog een keer of 3 mee, maar slechts 1 keer was er sprake van een echte ontsnapping. Met Frankrijk, Italië, Duitsland en Witrusland waren alle betere landen nochtans vertegenwoordigd, maar er werd niet genoeg rondgedraaid en boven op de klim werden we terug ingerekend.
De ronde nadien vertrok er wel een goeie vlucht. Matthias was hierbij attent en kon meeschuiven met enkele van de favorieten die zich toen reeds afscheidden. Ze liepen tot bijna 3’ uit en ik dacht dat de koers gereden was, maar toen begonnen de Britten te achtervolgen. Het groepje splitste in twee en Matthias rekenden we terug in.
Ik begon er intussen een heel klein beetje door te komen, want in het begin van de koers was het eigenlijk een regelrechte ramp hoe ik me voelde. Ik zweette me kapot en moest elke ronde minstens een bidon water over mijn hoofd kappen om mijn lichaamstemperatuur toch enigszins onder controle te houden bergop.
Iets na halfkoers beterde ik iets, maar het liep nog steeds niet echt over. Op dat moment begon Tim Wellens plots op kop te rijden, nochtans iemand die vooraf als 1 van de kopmannen naar voor geschoven werd. Ik dacht als die moet rijden dan moet ik dat zeker ook doen en ging hem even later helpen. We reden van boven aan de klim tot aan de voet van volgende klim. Daar kregen we ook even hulp van Sven Verboven. Bij het opdraaien reed ik nog 300 meter van de klim op kop, maar dan moest ik mee noodgedwongen op kant zetten, terugschakelen en het intussen nog 60-70 man grote peloton laten rijden. Iets daarvoor of erna moesten 4 van de overige Belgen ook afhaken, dus hadden we met Waeytens en De Bie nog slechts 2 renners in koers op 2 ronden van het einde.
Het hele veld werd echter uit elkaar gereden en toen moesten ook zij passen.
We moeten dus helaas spreken over een ontgoochelend EK. Ik had er zelf alleszins meer van verwacht en weet dat ik ook beter kan, als ik van een ideale voorbereiding met een voorbereidingsrondje of een meerdaagse kan genieten. Hopelijk krijg ik dit jaar nog eens de kans om dat te bewijzen, al zal ik hiervoor vanzelfsprekend de komende weken met enkele mooie resultaten op de proppen moeten komen.
Ik ben alvast gemotiveerd!


2 juli: Omloop Het Nieuwsblad, Zottegem - 52e
Tim gaat in aanval op 73 km van het einde met 6 anderen. Groepje dikt aan maar Worden teruggepakt 43 km verder. Paar groepjes voor het peloton. Tim probeert nog pelotonspurt te ontwijken met o.m. Kim Borry, maar worden gegrepen net voor aankomst. Eindigt 52e in de buik van het peloton. (Kdc)



29 juni 2011: IWT Oetingen (1.2) - 21e Zoals ik hier wel vaker last van heb, had ik niet het beste gevoel bij het begin van de wedstrijd. Toch kon ik me op de meeste bergjes (Congoberg en Bosberg) in de beginfase redelijk vooraan handhaven. Toen we aan de muur van Geraardsbergen kwamen echter werd er van alle kanten gedrumd en raakte ik net voor het rondpunt van Geraardsbergen ingesloten. Zo kon ik pas als 80e van het sterke deelnemersveld opdraaien. Ik won nog enkele plaatsen, maar kon de kloof naar 30 renners die in de tegenaanval gingen niet meer overbruggen. Ik vreesde dat de koers verloren was en begon mee te draaien op kop. Gelukkig kwam er ook steun van de renners van Jong Vlaanderen, die niemand vooraan hadden.
We naderden tot op een goeie 25 seconden van de kopgroep, maar net toen we zo dicht kwamen raakte het vet van de soep bij die mannen en bleven we lange tijd hangen. In de erg lastige plaatselijke ronden (2 serieuze kasseistroken en 3 hellingen per ronde van 15 km) brak de veer volledig in het peloton. Het sein voor de mannen van An Post Sean Kelly om nog wat te proberen maken van deze wedstrijd. Beroepsrenner Pieter Ghyllebert trok samen met Kenny Terweduwe door en ik volgde in hun spoor.


Met ons 3 naderden we nog even op de koplopers, maar toen er voorin echt gekoerst werd moesten we ons toch gewonnen geven.
Op 2 ronden van het einde kregen we nog versterking van 2 andere renners uit het peloton.


Vooraan werden er intussen heel wat jongens afgereden. De meesten lieten we snel weer ter plaatse, maar op een grote 10 km van het einde kwamen we bij een relatief grote groep met daarin oa. Zico Waeytens. Ik voelde me intussen heel erg goed, dus trok ik door op de eerste kasseistrook van de ronde. Slechts 4 renners konden mijn spoor nog volgden. Daarna kwamen we aan de oplopende Groenstraat.


Intussen hoorde ik dat er nog 19 renners voor mij reden, en ik wilde graag de 20e plaats nog inpikken, maar in de eindsprint moest ik de duimen leggen voor een snellere Fransman. Uiteindelijk werd ik 21e.


Een resultaat waar ik gezien het wedstrijdverloop zeker nog tevreden mag mee zijn.
En ik reed hier natuurlijk ook niet 'tegen pier en pol'.
Bert Scheirlinck won (of kreeg) de wedstrijd van zijn ploegmakker Bert De Waele.
Floris Goesinnen doorbrak de hegemonie van Landbouwkrediet voor een deel en werd 3e, voor Koen Barbé.
Jelle Wallays zag zijn knappe prestatie van het BK bevestigd met een 5e plaats. Een fel toegejuichte Sven Nys werd 9e.
Op naar volgende zaterdag, wanneer de Omloop het Nieuwsblad op het programma staat.


25 juni: Moorsele IC Memorial Noël Soetaert - 17e

Een belangrijke interclub voor de sponsors. De start bevond zich bij het bedrijf Kijk en Bouw. Ik wilde voor hen en voor mezelf een goed resultaat bijeen rijden, maar al in de eerste kilometers voelde ik dat ik absoluut over geen wonderbenen beschikte.
Mijn spieren waren net zuurbollen. Examens, turnoefeningen, naar de reden is het gissen.
Gelukkig is mijn vormpeil momenteel zeker al niet slecht en daarmee kon ik nog heel wat rechtzetten.
Er stond serieus wat wind en het was precies alsof ze het parcours speciaal uitgestippeld hadden voor de windrichting. Bijna gans het parcours was er mogelijkheid om alles op de kant te gooien.
Al na 15 kilometer mochten nog slechts 60 renners dromen van de overwinning. De rest mocht inpakken.


Het was een heuse afvallingskoers en iets voor halfkoers raakten we met 15 renners voorop. Normaal gezien waren we buiten schot,


maar op 3 ronden van het einde toen we anderhalve minuut voorsprong hadden liet men de volgwagens door.
Het parcours bestond echter grotendeels uit smalle banen en toen er in het peloton 8 renners het hazenpad kozen
raakten ze binnen de kortste keren tussen de auto’s. Deze maakten echter geen barrage waardoor we het gezelschap kregen van 8 “frisse” mannen.

Het sein voor Kess Heytens om ten aanval te trekken. Hij kreeg Michael Nicolson mee als metgezel. 6 renners gingen in de tegenaanval. Ik moest passen op het stuk zijwind maar na even uitgerust te hebben in het wiel ging ik in een stuk tegenwind vol aan. Het kostte me enorm veel krachten maar kon alleen de sprong maken. Teveel krachten zo bleek want net toen ik kwam aansluiten zette Kevin Neyrinck terug aan op de kant. Ik moest samen met een andere renner passen en werd door het volgende groepje ingerekend. De eersten zagen we niet meer terug. Vooraan viel het nog uiteen en raakten ze met 4 voorop. Joeri Calleeuw trok aan het langste eind voor Kess en Neyrinck. Ikzelf bolde uiteindelijk als 17e over de meet. Ploegmaat Jasper Baert werd knap 13e.


Op naar woensdag wanneer de zware interclub van Oetingen op het programma staat.


19 juni: Ardense Pijl - topcompetitie 49e
Tim rijdt een actieve koers bij zijn heroptreden en gaat een paar maal in de aanval.
Moet voet aan de grond zetten in de sprint en verliest een ereplaats. Zico Waeytens houdt kleine voorsprong
op de meet op een kopgroep van een 50-tal renners. (Kdc)

 

29 mei: Paris–Roubaix U23 - 10e
29 mei. Deze datum stond reeds enkele maanden in het rood in mijn agenda omcirkeld.
Na mijn 7e plaats van vorig jaar werd ik ook door anderen als medefavoriet aanzien.
Vooraf werd er tijdens de ploegtaktiek ook voor gekozen om mijn kaart te trekken. Van nature ben ik niet echt een goeie starter en ook vandaag voelde ik me niet top in het begin. Vanaf kilometerpaal 0 echter trok meteen een groep van 20 renners in de aanval, waaronder Yves Lampaert. Ik hoorde anderen van de ploeg zeggen dat er niemand mee was, dus begonnen we mee te rijden met de Engelse nationale ploeg. Ik mocht me echter afzijdig houden.
Het gaatje kregen we echter niet zo makkelijk dicht. In de aanloop naar de eerste stroken was het een zenuwachtig gedoe. Een serieuze valpartij kon ik op het nippertje ontwijken. Om deze hectiek wat te vermijden nam ik op de 3e strook het heft zelf in handen.


Ik trok fors door en het peloton viel in verschillende stukken. Alles kwam echter weer samen,
maar er waren toch enkele slachtoffers gevallen.
Op een stuk zijwind trok een Franse ploeg een waaier. Ik zat iets te ver, maar zag het gevaar. Ik raapte ploegmaat Jef van Meirhaeghe op en samen reden we naar een groepje van opnieuw ongeveer 20 man.  Hoewel we de kopgroep steeds in het zicht hadden draaide het langs geen kanten rond en tot overmaat van ramp viel Jef ook weg door pech.
Op de strook van Sars et Rosières vond Jasper Stuyven het welletjes en één ruk reed hij naar de leiders. Het ging hard,
maar ik kon aanpikken. Eenmaal bij de kopgroep waren we echter met teveel en viel het tempo stil.
Niet veel later werd het peloton dan ook terug aangedikt tot 80 man.
Voor de strook van Bersée liet ik me wat wegdrummen en moest ik ook hard in de remmen voor een valpartij die net niet plaatsvond. Net op dat moment reed vooraan een groep weg, zoals wel vaker gebeurde. Toen ik na de strook terug vooraan kwam postvatten zag ik dat enkele favorieten voorop waren. Ik ging in de tegenaanval met onder andere Jetse Bol en Matthias Allegaert. Op de kasseien van Mons en Pévèle kwam een deel van het peloton terug, maar dan trokken eerst Mats en daarna ikzelf door. Uiteindelijk konden een viertal renners ons spoor volgen. We raapten ook nog een deel van de vroegere kopgroep op en zagen de leiders zo’n 15” voor ons rijden. Aangezien er heel wat renners bij ons zaten die een ploegmaat vooraan hadden probeerde ik in mijn eentje de kloof te dichten. Ik naderde maar werd terug ingerekend door de Fransman Arnaud Démare (één van de favorieten en de latere wereldkampioen). Bij ons viel het hierna echter stil. Elk om beurt namen Démare en ik een deel van het kopwerk voor onze rekening. Af en toe stokte het tempo. Arnaud Démare demarreerde, ik aarzelde en uiteindelijk ging ik ernaar toe. Net toen ik een volledige kasseistrook voor mijn rekening genomen had ging Démare voor de tweede keer door aan de linkerkant van de weg met Bol in zijn wiel. Ik vond dat het nu wel aan 1 van de 4 anderen was om dit gaatje te dichten. Ze keken echter opnieuw naar mij en de vogel was gaan vliegen. Ik bleef rijden en kreeg wat hulp van de Amerikaan Squire. De Albanees Zuppha was zogezegd kapot en wilde niet overnemen en Kevin Van Den Noortgate, die we van vooraan opraapten, wist Louis Verhelst vooraan. De anderen van ons groepje werden ofwel gelost ofwel door pech achteruit geslagen (Mats).


De afstand met de 5 leiders Stuyven, Sinkeldam, Verhelst, Rathe en Fenn liep niet geweldig op, maar doordat we zo in de minderheid waren moesten we per 5 kilometer ongeveer 5” toestaan. Was er een beetje meer hulp geweest, reden we het gaatje zo dicht.
We zagen de leiders echter nooit meer terug.
De Nederlander Sinkeldam wist zich één voor één van zijn medevluchters te ontdoen en won solo.
Jasper Stuyven bevestigde zijn status van supertalent door als eerstejaars meteen 2e te eindigen voor de Amerikaan Rathe.
Arnaud Démare wist nog op te rukken naar een 4e plaats voor de Brit Fenn.
Bij ons waren Bol en de door bandbreuk achteruitgeslane Verhelst intussen achtergelaten door Démare. We zagen ze voor ons uit rijden en in de laatste kilometers naderden we zienderogen.


Indien Van De Noortgate nu wat hulp geboden had, konden we hen inrekenen
en misschien zelf nog naar de leiders rijden als iedereen meewerkte.
Op het bergje op 3 kilometer van het einde probeerde ik nog een mooie ereplaats uit de brand te slepen en ging ervandoor. Voor Squire ging het te snel, maar Zuppha had plots toch heel wat energie over en kwam me halen met Van De Noortgate in zijn spoor.
Dit deed pijn aan de ogen, gezien ze bijna 50 kilometer als zandzakken in mijn wiel gehangen hadden.
Tot overmaat van ramp kwamen nog 2 renners uit het peloton bij ons.
In de sprint kon ik me echter nog een plaatsje in de top 10 verzekeren.
Meer dan een schamele troostprijs voor mij was het niet. Dit was mijn hoofddoel dit jaar en ik was conditioneel ook zeker op de afspraak als je het wedstrijdverloop ziet. Ik dank ook mijn ploegmaats, maar had de ploeg meer willen teruggeven.
Ik zou zeggen op naar volgend jaar, maar dit was het laatste jaar dat ik deze koers kon betwisten.
Hopelijk krijg ik misschien ooit nog de kans bij de profrenners…
Video-verslag zie films of hieronder
 

21 mei: Tielt - 2e
Ik kwam met een goede conditie uit de Triptyque van vorige week, dus vandaag startte ik wel met enige ambitie.
Het was wel nog maar mijn tweede kermiskoers dit jaar.
De eerste ronden hield ik me wat afzijdig, maar na 5 ronden stak ik een eerste keer mijn neus aan het venster.
Toch was het wachten tot ongeveer halfkoers vooraleer de definitieve ontsnapping van 9 renners ontstond. Daarbij was Ludwig Verstraete vertegenwoordigd. Matthias Legley ging alleen in de tegenaanval en ik probeerde het ook. Ik raapte een andere renner op en samen reden we naar de koplopers. Even later kwam ook nog een groepje met o.a. Yves Lampaert aansluiten.
Toen even later nog eens 6 renners kwamen aansluiten vond Louis Verhelst het welletjes. Op het klimmetje voor de aankomst trok hij fors door. Daardoor bleven we vooran met nog slechts 9 renners over. Toch werd er nog steeds niet ideaal rondgedraaid. Er werd slag om slinger gedemarreerd. Uiteindelijk raakte ik op 5 ronden van het einde voorop met Matthias Ongena, Kevin Vanacker en Jeffrey Degrootte. Ik voelde me wel goed en deed zeker mijn deel van het werk, maar moet ook mijn ploegmaten Verstraete en Lampaert bedanken die achter mij voortreffelijk afstoppingswerk leverden.
Net voor het ingaan van de laatste ronde zette ik nog eens alles op alles. Enkel Ongena kon mijn aanval beantwoorden.


Met twee gingen we de finale ronde in, waarin ik nog verscheidene keren probeerde hem af te schudden. Tevergeefs. We gingen naar een spurt. Ik begon op kop, maar de intrinsiek snellere Ongena kwam er al bij al vlotjes over.


Vanacker werd 3e voor Degrootte. Yves won het sprintje voor de 5e plaats voor Louis Verhelst. Ludwig Verstraete werd 9e en Lorenzo Derycke 11e na een mooie inhaalrace.


13-15 mei: Triptique Ardennais - 7e
Rit 1: 13e
Bij de eerste beklimming van deze 3-daagse was het al meteen koekenbak. Dicht bij de top van le Signal de Botrange schoof ik mee in het wiel van Walt Dewinter nadat er al een hele tijd serieus gekoerst werd. We raakten uiteindelijk met een groep van 30 renners voorop. Hierbij waren Tom Oerlemans en ikzelf van Soenens vertegenwoordigd.  Verder ook nog Matthias Allegaert, Arthur Vanoverberghe, Walt de Winter, Tim Wellens,  Joeri Calleeuw en Stijn Steels om er enkele te noemen. De samenwerking was echter niet ideaal en daardoor bleef onze voorsprong ook een hele tijd rond de minuut schommelen.
Uiteindelijk gingen we toch met een grote minuut voorsprong de finale in. Daarin regende het demarrages. Eén keer kon ik me samen met Joeri Calleeuw afscheiden maar lang droeg onze ontsnappingspoging niet. Uiteindelijk leek het nog dat Stijn Steels en Tim Wellens het met een late aanval zouden halen, maar de ploegmaten van de Duitser Meisen en Arthur brachten alles in extremis nog samen.
Niet onterecht zo bleek want Matthias won imposant voor De Winter. Tom werd 3e en Meisen 4e. Ik zat wat door mijn beste krachten heen en werd 13e. Aangezien er geen bonificaties aangerekend werden had ik wel nog kans om een goed klassement te rijden. Enkel Matthias kreeg een seconde bonus vanwege zijn grote voorsprong.
Rit 2: 6e
Een pak minder weer voor deze rit. Gelukkig werd er niet keihard gekoerst in het begin. Het wais uiteindelijk wachten tot op 40 kilometer van het einde vooraleer de knuppel in het hoenderhok gegooid werd. Een 8-tal renners kozen het hazenpad, maar Ovyta van leider Allegaert hield alles samen. In de finale lagen echter nog twee serieuze kleppers kort na elkaar.  Op het eerste bergje werd niet erg gekoerst, maar in de technische afdaling des te meer. Door een valpartij van een renner voor me moest ik wat inhouden en draaide ik pas rond 30e positie de côte de Rohren op. Er werd van aan de voet vollebak doorgetrokken en op de steile stukken boven de 15 % moest ik toch passen. Vooraan reden 4 renners weg met leider Allegaert, gevolgd door een groepje van  7 met daarbij onder andere Walt de Winter. Tegen het einde van de klim kwam ik erdoor en samen met ploegmaat Oerlemans zette ik mij op kop. Het koste ons serieus wat moeite maar we konden de kloof uiteindelijk dichten. Met een groep van een 40-tal renners doken we naar Monschau waar de aankomst lag. Daar wachtte ons een serieuze verassing. Op een kilometer van de meet werden we in de uiterst nauwe kasseistraatjes van het oude centrum gestuurd. Gelukkig was het droog want anders vreesde ik toch voor een ravage. Ik plaatste me wel vooraan, maar in het sprintje bergop moest ik de snelste mannen laten gaan. Ik werd uiteindelijk 6e op 3 seconden van de winnaar Meisen. Allegaert werd 2e op 1 seconde. Ik schoof ook op naar de 6e plaats in het klassement op 3” van de gedeelde leidersplaats van Allegaert en Meisen. In het klassement werd De Winter 3e, Tom 4e en Calleeuw 5e. De volgende renners volgden op 8”.
Rit 3: 14e
Een leuke verassing voor mij. Omdat Allegaert de leidestrui droeg, Meisen leider was in het klassement en al de anderen voor mij geen belofte meer waren, mocht ik starten in de blauwe trui voor beste jongere.
Helaas zal hij waarschijnlijk nooit meer proper te krijgen zijn, want het regende bij momenten pijpestelen. In zo’n weer verlies ik traditioneel een deel van mijn mogelijkheden, maar vandaag was dit niet het geval. Ik kon me opnieuw een 80-tal kilometer in het peloton verschuilen zonder dat ik een trap teveel moest geven. Hierna schoof ik op en sprong verschillende keren mee. Uiteindelijk raakten we met 8 renners voorop met bij hen Stijn Steels. De samenwerking verliep goed en we behaalden een voorsprong van 30” op het peloton. Daar riep leider Allegaert alle hens aan dek om ons bij te benen, aangezien ik virtueel in het geel stond in het klassement. Stijn viel vooraan weg doordat zijn regenvestje ongelukkig in zijn wiel draaide.
Ik regelde het tempo bergop, maar kon niet beletten dat een eerste deel van het peloton terugkwam. Boven reden we even met 12 man weg, maar ook die poging werd teniet gedaan. Het sein voor 8 anderen om in de aanval te gaan. Voor 2 van hen ging het blijkbaar niet snel genoeg en ze zetten door. Bij hen vormde de Nederlander Bulgac een serieus gevaar voor het klassement want hij volgde op slechts 8” van Allegaert.
Deze zat echter zo goed als geïsoleerd nadat ze onze groep al terug moesten grijpen.
Zo konden de twee leiders een voorsprong van 1’ uitbouwen.
Op de voorlaatste klim van de dag ontbond Tim Wellens zijn duivels. Allegaert moest in het gareel, maar kon als enige zijn spoor volgen. Ik kon hen niet volgen op de steile stukken, maar kon wel wegrijden uit het peloton. Net na de top kreeg ik het gezelschap van Paavo Pajanen, Brecht Dhaene, Sven Verboven en Tom David. We reden samen naar Allegaert en Wellens en kwamen er net voor de voet bij. De volgende klim lag me stukken beter. Ik voelde dat bij de anderen het beste er misschien af was en zag dat we naderden op de leiders. Aangezien er geen samenwerking was bij ons probeerde ik meermaals alleen voorop te raken, maar telkens was het David die me kwam halen. Hij wist zich met de Zuid-Afrikaan Meintjes een ploegmaat vooraan en mocht niet overnemen.
Ik bleef rijden samen met Matthias Allegaert, want als we voorop bleven werd ik 3e in de stand, maar met twee was het onbegonnen werk tegen de groep achter ons. Op anderhalve kilometer van de meet kwamen ze terug aansluiten. Bulgac en zijn kompaan zagen we niet meer terug. Meintjes won de rit. Bulgac het eindklassement.
In de sprint werd ik uiteindelijk 14e en daarmee werd ik 7e in het algemeen klassement (in dezelfde tijd als de 4e).
Ik werd 3e in het jongerenklassement. Ploegmaat Tom Oerlemans werd knap 4e.
De laatste dag zat er misschien iets meer in, maar ik mag zeker tevreden zijn over mijn vormpeil.

 
8 mei 2011: Circuit De Wallonie (topcompetitie) - 29e
Nadat ik vorige week maar een halve koers meegereden heb (in functie van Roubaix) wist ik niet wat ik er vandaag van moest verwachten. Ik had wel een goede trainingsweek achter de rug, maar of dat genoeg was  dat zou nog moeten blijken.

Het was een erg raar koersverloop.
De vroege ontsnapping, waarbij oa Arthur Vanoverberghe vertegenwoordigd was, werd al voor de mijlpaal van 100 km tenietgedaan.
Vanaf doen werd er erg vaak gedemarreerd. Verschillende malen sprong ik mee, maar telkens zonder succes.
Tijdens de loodzware plaatselijke ronden wist haast geen enkele renner meer hoe het nu juist zat, hoeveel renners er voor reden, enz…
Op 2 ronden van het einde raakten we met een groep van ongeveer 25 man voorop. Blijkbaar reed er echter nog een groepje voor, want haast niemand wilde meerijden. Zo gooiden we onze mooie voorsprong te grabbel en werden terug ingerekend.
Uiteindelijk gingen we met zo’n 65 renners naar de laatste keer Petit-Try waar boven de aankomst lag. Een Colombiaan reed echter nog voor. Hij kon zijn voorsprong behouden en won. Walt de Winter reed het snelst van het peloton naar boven. Zijn ploegmaat Jeroen Hoorne werd 3e. Matthias Allegaert toonde nog maar eens zijn regelmaat en werd 4e. Ikzelf bevond me in het eerste groepje achter deze renners, maar in de sprint kon ik niet echt meer versnellen. Ik werd zo 29e.
Op naar triptique Ardennais volgende week. Hopelijk kunnen we daar nog aan de laatste procentjes voor Parijs-Roubaix werken.
Al is dat natuurlijk allemaal relatief als je vandaag het voorval van Wouter Weylandt bekijkt. Het ga je goed Wouter!

 
24 april: GP Stad Roeselare (BvB) - 4e
Een zomerse dag zo werd voorspeld, maar voor de start bleek dat toch even anders. De zon kwam
er echter redelijk snel terug door zodat we absoluut geen kou moesten lijden.
Net voor de heuvelzone
kozen 5 renners het hazenpad met daarbij ploegmaat Kim Borry. Na de eerste beklimming van
de Kemmelberg was hun liedje reeds uitgezongen.
Bij de beklimming van de Schomminkelstraat probeerde ploegmaat Yves Lampaert het peloton verder uit te dunnen. Ik ging mee
en we kregen een vrijgeleide van het peloton.

foto Cycling Pics


We trokken zo samen over de Kemmelberg. Boven viel het eerste deel van het peloton ons echter alweer op de nek.
In de strook hierna kwam er een spervuur van demarrages in het tot een goeie 80-man gereduceerde peloton.

foto Vandenbogaerde


Niemand raakte echt weg tot ik er op mijn kousenvoeten vandoor ging.
Eerst kwam Stijn Nauwinck bij mij en even later werd de kopgroep in schuifjes aangedikt tot 8 renners.
Na de beklimming van Geluveld, waar ik als eerste bovenkwam en me zo verzekerde van de 2e plaats in het bergklassement,
maakte een groep van een 10-tal renners zich los uit het peloton. Helaas was hierbij niemand van Soenens - Construct Glas vertegenwoordigd.
In de 19-koppige leidersgroep moest ik me om die reden dan ook wat afzijdig houden. Al viel me dat met mijn koerstemperament
wel een beetje zwaar. Al snel bleek echter dat het peloton geen kans meer zou maken om voor de bloemen te rijden.
Op een aanval van betekenis was het echter wachten tot op een kleine 20 kilometer van het einde. David Geldof
ging aan de haal en hij kreeg Niki Devoldere, Quincy Vens en Angelo Vandaele mee in zijn spoor. Ik zag het
gevaar van deze ontsnapping in en ging alleen in de tegenaanval. Met de opkomende krampen in de benen slaagde
ik er nog net in het gaatje te dichten. Dieter Bouvry deed dit kunstje nog eens over zodat we met 6 renners de finale ingingen.
Op zo'n 5-6 kilometer van het einde versnelde Vandaele. Het was me niet echt duidelijk of het nu om een aanval
of om het optrekken van het tempo ging. Hij sloeg meteen een gat en achter hem werd getwijfeld. Ik
zat persoonlijk door mijn beste krachten heen en was niet meer bij machte om het gaatje dicht te rijden.
Op een grote 2 kilometer van het einde zette Geldof nog alles op alles. Hij zou zijn achterwiel nog ruiken maar op de 2e plaats stranden. Bij ons was het intussen een zang van dode zwanen, waarvan Bouvry nog het meeste reserves had. Hij zette aan, ik volgde
en de andere 2 plantten zich in het zadel. In de spurt voor de 3e plaats was ik kansloos. Vandaele won dus voor Geldof, Bouvry en mijzelf. Vens won het sprintje voor de 5e plaats voor Devoldere.
Ikzelf was vandaag wel goed, maar ik had toch het gevoel dat ik de vorige weken iets beter was. Doordat het tactische
plaatje echter volledig klopte kon ik wel een mooi resultaat in de wacht slepen.

foto Vandenbogaerde site Soenens


Ik ben alvast heel tevreden over mijn seizoen tot nu toe. Ik presteerde heel regelmatig en hoop nu nog op een grote uitschieter.
Daarbij vallen mijn ogen op Parijs-Roubaix van binnen 5 weken.
Om dat doel te bereiken ga ik het deze week zeer rustig aan doen en mij concentreren op mijn studies
om daarna terug op te bouwen naar deze wedstrijd.
tv-verslag Wtv-focus


16 april: Liège-Bastogne-Liège 1.2 (U23): 16e
185 kilometers werden ons vandaag voorgeschoteld, met daarin 8 gecatalogeerde hellingen.
Het deelnemersveld was opnieuw niet te versmaden met ploegen uit verschillende Europese landen.
Ik bemoeide me in het begin niet echt met de debatten en kon pas helemaal naar voor opschuiven rond kilometer
50. Vanaf toen begon ik mee te springen en raakte na een valpartij met een 20-tal renners vooruit. Het draaide
echter niet rond en we werden terug ingerekend. Zoals zo vaak vertrok even later wel de goeie trein met bij hen o.a. een sterke
Matthias Allegaert. Ze zouden maximum bijna 3 minuten halen. In het peloton was het wachten op de Rosier vooraleer de debatten echt geopend werden.
Ik was verbaasd over het relatieve gemak waarmee ik kon volgen.


Boven kwamen we met zo'n 25 renners samen, maar opnieuw werd er niet doorgereden.
Op de Vecquée van hetzelfde laken een pak.


Wachten op de Redoute dus.
Een klim die me normaal niet echt ligt en ik zakte er opnieuw een klein beetje door, maar kon me boven herpakken. Nog maar eens
hadden er blijkbaar weinig renners zin om te koersen en viel het terug stil. Ik probeerde het dan maar alleen, al kreeg ik geen ruimte.
Op de volgende klim, die sinds dit jaar niet meer gecatalogeerd wordt was het wel koekenbak. Rasmus Guldhammer trok door en ik moest in eerste instantie passen, maar kon me even later in het wiel van
Martijn Debaene nestelen en aansluiten.
Met een 15-tal renners leken we op weg om de inmiddels tot 6 man gereduceerde leiders op de nek te vallen. Ik deed goed mijn deel, maar helaas wilde, tot mijn ergernis, weeral haast niemand rijden. Er waren er enkele
met een waardig excuus (ploegmaat voorop), maar voor de andere (vooral buitenlanders) heb ik minder respect. Uiteindelijk werd er enkel nog gedemarreerd in onze groep. Er reed 3 man weg en ik reed me te pleuris om
alleen te komen aansluiten. 100 meter verder deed de rest van het groepje dat echter ook. Hierna gingen ze meteen door. Ons groepje explodeerde en door de voorgaande inspanningen kon ik niet meteen reageren.
Ik begon in het 3e groepje aan de cote de Tilff en moest opnieuw een gat van 30 meter dichten. Dat lukte maar
het kostte veel krachten en kon dan ook nooit meer op mijn effen komen in die beklimming. Enkele renners maakten intussen de sprong naar voor en enkelen moesten opnieuw passen. 10 renners op kop dus en achter
hen kwam het peloton of wat ervan overbleef terug samen in de afdaling (zo'n 40 man). Op de côte de Saint-Nicolas
was het afzien voor mij, maar ik kon mijn wagonnetje nog aanpikken. Zo'n 10 renners moesten bij ons de rol lossen.
De leiders waren niet ver, maar we kregen ze toch niet meer in het vizier. 5 renners vertrokken voor de
côte de Ans nog in de tegenaanval, maar ze strandden op 25".
Ik sprong in de laatste kilometer naar de ontsnapte Rasmus Guldhammer en draaide als 3e van het peloton de piste van Ans op.

Ik won de sprint en werd zo 16e (en 5e Belg).

Foto SC Dimitri Peyskens                                                                             foto met dank aan SC Dimitri Peyskens

Onze eerste ronde op het ovaal werd ontsierd door een val met Zico Waeytens als grootste slachtoffer.
Tosh Vanderzande won heel knap voor Romain Bardet en Matthias Allegaert.
Video-verslag
.


12 april: PK Tijdrijden Ruddervoorde - 4e

39 deelnemers. Ik had mij pas in extremis ingeschreven na mijn verrassende tijdrit van de Triptyque.
Het was van bij de juniors en nieuwelingen geleden dat ik nog eens een tijdrit langer dan 10 kilometer gereden had.
Het zou dus afwachten worden wat het vandaag zou geven.
Ik startte eerder terughoudend, om zeker niet in te storten de laatste ronde.

Mijn tussentijd na de eerste van 3 af te leggen ronden was behoorlijk,
maar in de tweede ronde kende ik een dipje. Na deze doortocht, waarbij er nog 7 renners moesten passeren, klokte ik pas de 6e tijd.
In de laatste ronde kwam ik goed onder stoom en haalde ik nog eens alles uit de kast om uiteindelijk op een 4e plaats te eindigen. Daarmee mag ik, denk ik, zeker tevreden zijn aangezien
ik nooit echt specifiek op het tijdrijden getraind heb.
Matthias Allegaert won voor Arthur Vanoverberghe en Jens Vandenbogaerde. Ikzelf werd dus 4e op 52" van Matthias.


9 april: Hooglede - 2e in sprint met 2.
102 renners haalden hun rugnummer af. Voor het 4e jaar op rij was ik er 1 van. Ik had gehoopt hier sterk voor de dag te komen,
maar in het begin beslisten de benen daar anders over. Al kan mijn test 100 m schoolslag van gisteren hier wel een verklaring voor zijn.
Bovendien kreeg ik ook nog last in mijn borststreek. Ik dacht zelf even aan opgeven, maar ik wist dat ik moest doorzetten, al was het maar voor de kilometers.
Op zo'n ronde of 7 van het einde kreeg ik opeens een beter gevoel in mijn benen. Ik reed naar voor en keek wat er nog mogelijk was.
7 renners reden voorop. Ik ging in de tegenaanval met Ewout Rommens. Na iets meer dan een ronde kregen we het gaatje gedicht.


Het peloton was echter nooit veraf dus moesten we blijven knokken voor elke meter.


In de laatste rondes draaide het echter niet meer zoals het moest en besloot ik te demarreren.


Een renner sprong achter me aan, terwijl de rest moest passen of naar elkaar keek. Ik had het wel wat beter kunnen treffen met mijn
aanvalscompagnon. Tegen Jochen Deweer kan ik immers weinig beginnen in de sprint.
Ik probeerde er nog van weg te rijden, maar kon net geen groot genoeg gat slaan.
Ik moest dus van op kop beginnen in de sprint, en zette dan ook nog eens veel te vroeg aan :
van op 200 meter met de wind op kop. Ik werd dus 2e.


Dieter Bouvry won het sprintje voor de 3e plaats.
Ik mag zeker tevreden zijn over de vorm waarin ik nu verkeer. Het bevestigt mijn testresultaten van deze winter.
Hopelijk krijg ik van de bondscoach eens de kans om me te tonen in een nationale selectie.
Ik hoop ook dat ik dinsdag in het PK tijdrijden mijn vorm kan bevestigen.
 
 
Triptyque des Monts et des Chäteaux (2.2) - 24e
Rit 1: Vieux – Condé (FRA) – Quevaucamps - 82e
Zoals elk jaar mochten de organisatoren van deze prestigieuze 2.2 wedstrijd zich verheugen in een top deelnemersveld.
Al zal de Ronde van Vlaanderen voor beloften die volgende week verreden wordt hier wel voor iets tussen zitten.
De eerste dag stond er vrij veel wind en na 30 kilometer trokken de mannen van Rabobank alles op de kant. Het peloton scheurde in 3 stukken. De laatste 2 groepjes kwamen samen, maar op een volgende klim kon ik samen met enkele anderen de sprong naar voor maken. Helaas kwam alles even later terug samen. Ik liet me iets teveel naar achter drummen en zag daarom niet dat een groep van 20 renners vertrokken was met daarbij ploegmaat Tom Oerlemans. Omdat van bijna elke ploeg iemand vertegenwoordigd was, zagen we ze niet meer terug, al slaagden nog 3 renners in het huzarenstukje om de achterstand volledig goed te maken!
In het peloton viel het intussen volledig stil en het was ook niet aan ons om het gaatje te dichten. Bijgevolg eindigde het peloton op bijna 3 minuten van de koplopers. Bij hen had Tom Oerlemans zich weten af te scheiden met nog 4 andere renners. Hij werd uiteindelijk 3e. Tosh Vanderzande won de rit.
Rit 2a: Tijdrit Chièvres - 4e
Doordat het klassement reeds verloren was (ik had hier nochtans een doel van gemaakt) hoefde ik mij geen stress te maken voor deze proef. Ik warmde wel goed op en deed dat niet meer op de rollen maar op de weg, omdat ik hier in het verleden een beter gevoel bij had. Hoewel het slechts 8 kilometer was startte ik in het begin toch wat terughoudend om dan na 2 kilometer alles open te trekken.
Ik kreeg de juiste info van Dirk Aernouts die me volgde met de auto en zag eigenlijk een beetje tot mijn eigen verbazing
mijn voorganger al na 4 kilometer rijden.
Ik bleef mijn ritme goed houden op de lange rechte stukken, maar in de bochten moet ik mijn techniek toch nog wat bijschaven. Toen ik over de meet kwam dacht ik dat ik een redelijke tijd gereden had, tot Dirk me verbaasde door te vertellen dat ik de voorlopige tweede tijd gerealiseerd had. Alleen de Amerikaan Lawson Craddock bleef me voor.
Ik kan het dus blijkbaar toch nog, tijdrijden. Dit is voor mij toch een belangrijk bewijs dat ik terug kan aanknopen met het niveau dat ik voor het oplopen van mijn klierkoorts haalde. Uiteindelijk nestelden zich nog 2 renners tussen mij en de eerste tijd, nl. de Amerikaan Warbasse en ploegmaat én eerstejaars Jens Vandenbogaerde, maar ik was uitermate tevreden met deze 4e plaats.
Tom Oerlemans reed een deftige tijdrit, maar moest toch een plaatsje prijsgeven in het algemene klassement.
Tom Dumolin van Rabo werd de nieuwe leider.
Rit 2b: Estampuis – Mont de l’Enclus - 18e
Voor de eerste keer van het jaar gingen de temperaturen vlotjes boven de 20 graden. Mijn weer dus, maar in het begin voelde ik me toch niet volledig gerecupereerd van de tijdrit in de voormiddag. Bovendien waren er nogal wat renners die de vorige proef op “ralenti” aflegden om in de namiddag top te zijn. Rabo controleerde de koers echter voorbeeldig en ondanks het zware parcours (4 keer Kluisberg, 1 keer Horlitain) mocht een omvangrijke groep sprinten voor de bloemen boven op de Kluisberg. Het is gewezen prof bij HTC Highroad Rasmus Guldhammer (gestopt na 1 jaar bij de profs wegens teveel van huis weg) die alles en iedereen overklaste. Hij won voor Jonas Vangenechten. Ikzelf begon iets te ver naar achter aan de voet, maar raapte nog heel wat renners op.


Zo werd ik 18e in de rit op 12” van de winnaar. Ik steeg naar de 24e rang in het klassement.
Tom zat nog wat verder bij het opdraaien en verloor zo bijna 40”. Hij zakte nog een plaatsje maar stond nog steeds op een verdienstelijke 5e plaats.
Rit 3: Chateau de Beloeil: Tournai - in peloton
Op papier de lastigste rit van de 3, maar er bestaat zo’n huizenhoog cliché als: 'de renners maken de koers'. Dit keer was dat eens te meer het geval. Rabobank controleerde voortreffelijk en liet nooit een grote groep wegrijden. Op elk van de 10 beklimmingen werd er wel serieus doorgetrokken en ontstonden er scheurtjes, maar in de afdaling en op het vlakke liep alles altijd terug samen omdat Rabobank het tempo liet zakken om steeds voltallig te kunnen blijven achtervolgen.
Toen de 2 vluchters van de dag op een kleine 40 kilometer van de streep gegrepen werden dacht ik dat dit het moment was. Ik had me al heel de dag enorm slecht gevoeld maar het begon nu een klein beetje te beteren.
Sander Verhaeghe sprong met me mee en eens nog een Deen,


maar het was onbegonnen werd om met twee met de wind pal op de neus tegen het peloton op de boksen. Na nog geen 10 kilometer werden we terug ingelopen.
Als ik ingelopen werd moest ik ook nog eens stoppen om een euvel met mijn ketting op te lossen. Achter de wagen liet ik de motor nog eens goed draaien en voelde terug betere sensaties in mijn benen.
Bij de eerste beklimming van de Mont Saint Aubert zat ik nog te ver naar achter, maar de tweede keer gooide ik alle kaarten op tafel.


Enorm veel snee zat er echter niet op dus ik kreeg niet echt een gaatje.
Het peloton moest zich nog reppen om de twee ontsnapten Guldhammer en Brown bij de lurven te grijpen, maar in de laatste kilometer slaagden ze hier wel in. In de massasprint graaide Tosh Vanderzande zijn tweede zege mee. Jef van Meirhaeghe werd 11e. Tom behield zijn mooie 5e plaats in de stand en ook ik bleef mijn 24e plaats behouden. Jammer van die eerste rit.


GP Gilbert Bousquet (Landivisiau Bretagne) - 20e
Met 8 renners zakten we met de ploeg af naar Bretagne om twee afzonderlijke Interclubs te gaan betwisten. De zaterdag stond de GP Gilbert Bousqet op het programma. Deze wedstrijd was zeker de lastigste van de twee met een klim tot 350 meter hoogte en een enorm zware plaatstelijke ronde.
Ik kreeg een beschermde rol van de ploegleiding en beperkte me in het begin tot volgen. Bij het aansnijden van de bergzone posteerde ik me vooraan en samen met Tom Oerlemans reageerde ik op een uitval uit het peloton. We raakten met 20 renners voorop en ik meende dat ons broodje gebakken was.
Helaas dachten de Fransen daar anders over want de samenwerking trok op geen bal. We werden terug opgeslorpt door het peloton en meteen hierna draaiden we een smalle baan in. Daar trokken 17 renners er van onder. Wij zaten ingesloten en konden niet meteen reageren.
Op de langste klim van de dag werd het tempo in het peloton serieus opgevoerd. Op een bepaald moment bestond het nog maar uit 25 renners, maar mede doordat er geen 'barrage' gemaakt werd, werd het terug aangedikt tot een 50–tal coureurs.
Een ploeg nestelde zich voltallig op kop van het peloton en leek het gaatje met de leiders te gaan dichten. Ze naderden tot op 15”, maar dan probeerde een renner van VC Roubaix het gaatje alleen te dichten. Hij slaagde er niet in, maar ontregelde wel het volledige raderwerk. De renners die op kop reden zakten er door en daardoor moesten Yves Lampaert, Giel Bruyneel, Tom Oerlemans en ik, de 4 overgebleven Soenens boys het werk opknappen. De Fransen bedankten vriendelijk door van achter onze rug weg te schieten.
We kregen het gaatje niet meer dicht, maar vooraan werden in de zware plaatselijke ronden nog enkele renners vooraan gelost. Ook het peloton werd nog verder uitgedund. Uiteindelijk mochten we met een groep van zo’n 25 renners spurten voor de 11e plaats. In deze sprint bergop werd ik 10e en dus als 20e in totaal afgevlagd.


23 maart: GP Stad Waregem (Dwars door Vlaanderen Beloften) - 7e
In deze gerenommeerde individuele westrijd wilde ik er iets van maken. Dit liet ik echter niet meteen zien. In de eerste kilometers hield ik me wat achteraan het 250 koppige peloton, om net voor de eerste belangrijke helling van de dag, de Kattenberg vooraan post te komen vatten. Ik trok aan de voet door, maar kwam mijzelf net voor de top tegen. Het was echter goed om mijn ‘adem te breken’ want hierna voelde ik me heel wat beter. Meteen hierna volgden de kasseien van Mater. Na deze kasseien trok ik samen met Edward Theuns en Thomas Debrabandere even door, maar we werden snel terug ingerekend. De volgende bergjes en kasseistroken zorgden voor wat uitdunning, maar het was uiteindelijk wachten tot op de kasseien van Wannegem–Lede voor een volgend belangrijk wapenfeit. Een zestal renners scheidden zich net voordien af. Het viel even stil in het peloton en ik probeerde met ploegmaat Giel Bruyneel de sprong te maken. We kwamen korter, maar werden door het fel verbrokkelde peloton bij de lurven gegrepen. Het viel terug stil en alles liep achter de leiders terug samen.
In de plaatselijke ronden dan ging Dieter Bouvry aan de haal. Ik volgde in zijn spoor, samen met ondermeer Matthias Allegaert, Kjell Vandendriessche, Thomas Debrabandere, Jens Wallays en enkele buitenlanders. Sean de Bie vond even later nog aansluiting. Een halve ronde later haalden we de vluchters bij.
Met een 20-tal renners gingen we de finale in. Te veel vond Matthias Allegaert. Hij ging er vandoor op de kasseien van het plaatselijk rondje. Hij kreeg een Nederlander mee in zijn spoor.
Op de Holstraat werd in de achtervolging serieus doorgetrokken. Hierdoor moesten 8 renners de rol lossen.
Het duurde echter tot net voor de laatste kilometer vooraleer we Allegaert en zijn kompaan konden inrekenen.
Ik zat wat te ver om de sprint te beginnen en zat ook wel door mijn beste krachten heen. Ik werd 7e.
De Brit Daniel McLay won de wedstrijd voor Sean de Bie.
Klik hier voor een filmpje


 
13 maart: Deinze-Ieper (Kattekoers topcompetitie) - lek in cruciale fase
Na mijn goed gevoel van vorige week kwam ik met toch redelijk wat ambitie aan de start van deze gerenommeerde interclub meetellende voor de topcompetitie.
Voor wagen met ploegleider & Tom - foto Paul Berlamont
foto Paul Berlamont


Tot in Kortrijk hield ik me wat achteraan in het peloton op en behoudens een serieuze valpartij waar ik net aan ontsnapte viel er niet echt iets noemenswaardigs te vertellen.
Vanaf toen hield ik me steeds meer vooraan op, maar het was wachten op de eerste beklimming van de Kemmelberg na zo’n 100 kilometer voor een eerste belangrijk wapenfeit. Een keurgroep van een 15-tal renners had zich voordien afgezonderd en had een kleine voorsprong op de grote groep. Ik draaide vooraan op. Zico Waeytens overstak me meteen, maar ik hield er zelf ook een stevig tempo op na. Zo konden we met 2 de aansluiting maken met de kopgroep.


Een 3-tal kilometer later kregen we versterking van nog eens zo’n 15 renners.
Het draaide niet echt super rond, maar het leek me alsof onze voorsprong geruststellend was en we onder deze mannen konden uitmaken wie deze koers op zijn palmares mocht schrijven. Helaas! Net voor de beklimming van de Kraaiberg kwam alles terug samen en gingen we opnieuw met een groep van een kleine 100 renners naar de scherprechter van deze wedstrijd.
Deze keer raakte ik wat ingesloten net voor de Kemmel, en draaide ik rond 20e positie op. Er was echter een renner die zich Sven Nys voelde en eens over een gleuf in een padje wilde springen. Een valpartij was het gevolg. Ik moest van de fiets en even mijn weg op mijn klikschoenen verder zetten.
Voor mij splitste het en beneden zag ik dat er wel verschillen waren, maar dat deze zeker niet onoverkomelijk groot waren. Ik reed naar de kop van mijn groepje en dichtte het gat met het groepje ervoor. Het was nog even bijten op de kant, maar alles liep opnieuw samen. Een groep van 70 ging de finale in. Nee, sorry 69, want bij mij sloeg het noodlot hard toe. Op 20 km van de meet bij het openbreken van de finale kreeg ik af te rekenen met een lekke band vooraan. Op dat moment moesten de auto’s van de ploegen barrage maken. Ik kreeg een wiel van de neutrale wagen en vroeg hen nog mij terug mee te nemen naar het peloton. Dat deden ze echter niet dus ja mijn koers weg. Even verder zag ik dat een andere renner met pech door zijn ploegwagen wel terug naar voor geloodst werd.
Het hoeft waarschijnlijk geen betoog om duidelijk te maken hoe ontgoocheld ik wel was. Het is immers in deze koersen dat ik mij moet bewijzen en nu is er weeral een kans weg… Nu ja ik probeer in de komende weken dan eens uit te pakken,
waarbij de tweedaagse in Frankrijk binnen twee weken wel aantrekkelijk lijkt.

 
5 maart: Vlaamse Pijl Harelbeke (TOP): 33e
Om het niveau van de topcompetitie naar een nog hoger niveau te brengen besloot de organisatie enkele
jaren geleden om enkele profploegen ook het startrecht te verlenen.
De organisatie was prima en vandaag hadden de organisatoren dan ook een deelnemersveld om u tegen te zeggen,
met kleppers als Amorison en Serry om er maar een paar te noemen.
Het was dan ook een enorm nerveus gedoe in de aanloop naar de eerste echte beklimming: de Kluisberg. In dat wringen
ben ik geen held, maar ik draaide deze keer wel in een acceptabele positie deze klim op. Er werd echter niet doorgereden.
Precies hetzelfde scenario op de côte de Trieu.


Daardoor werd het wel erg gevaarlijk in de afdaling van de Nieuwe Kwaremont.
Ik probeerde nog op de schuiven op het fietspad, maar een bestuurder die vergat zijn portier te sluiten besliste daar anders
over. Ik draaide pas rond de 100e positie de Kwaremont op. Tot overmaat van ramp haakten enkele
renners dan ook nog in elkaar op de kasseien. Ik moest voet aan grond zetten en het leek wel een
eeuwigheid te duren vooraleer ik terug kon vertrekken. Ik vreesde dat mijn koers over was, maar ik slaagde
er samen met Matthias Allegaert als enige nog in om terug te komen op de Paterberg.
Na de Paterberg brak het echter opnieuw. Ik reed echter opnieuw alleen naar de voorwacht van het peloton.
Helaas viel het hierna helemaal stil en muisden 7 renners er vanonder. Amorison en Serry waren vertegenwoordigd,
evenals ELiot Lietaer, Sean de Bie, Zico Waeytens en Olivier Pardini.
Ik voelde me intussen nog steeds heel goed en probeerde een aanval, zonder succes, op de Kruisberg. Op de Varentstraat reden
we met een 15-tal renners weg, met bij hen een 4-tal telgen van Topsport Vlaanderen en ook enkele van Veranda's Willems
Accent. Door een onverklaarbare reden stopten ze echter met echt doorrijden op de Tiegemberg,


waardoor alles in de afzink terug samenliep.
Anders leek mij dit wel een goeie kans om misschien zelf naar de kop van de wedstrijd te rijden.
Ik brak intussen ook nog mijn spaak. Al bij al kon ik nog makkelijk terugkeren, maar de eerlijkheid
gebiedt me te zeggen dat vanaf dan het beste er wel af was.
Het peloton kwam onder beukwerk van de mannen van Willems en een sterke Jeroen Lepla nog tot op 30 seconden, maar de vluchters
mochten uiteindelijk onder hen uitmaken wie de sterkste was. Amorison trok in een sprintje met twee aan het
langste eind. Hij haalde het voor Serry. Sean de Bie won de sprint voor de 3e plaats en mag volgende zondag
in het witte leidershirt vertrekken. Pardini werd 4e, Waeytens 5e en Lietaer 6e. Ik spurtte 33e


en aangezien de profs niet meetellen in het klassement van de topcompetitie sta ik hierin momenteel 19e.
Videoverslag van de organisator.


27 februari: Brussel-Opwijk - 23e
Een kleine 200 deelnemers.
Ondanks mijn 4e periode als belofte was het pas de eerste keer dat ik aan de start kwam van deze interclub.
Gelukkig verkreeg ik genoeg info waar en wanneer ik me vooraan diende op te houden.
Het sleutelpunt van deze koers ligt ter hoogte van de Putberg, een lastige kuitenbijter in
kasseien die we 3 keer moesten verteren. Ik draaide telkenmale voldoende vooraan op en iedere keer
reden we ook met een groepje van een man of 15-20 weg, maar omdat het parcours hierna
over een steenweg van 5 kilometer pal tegen wind liep, kwam alles steeds terug samen.
Intussen was ik al eens lek gereden. Aangezien de ploeg pas auto 24 had kostte het
me toch wel wat krachten om mijn karretje terug aan te pikken.
We gingen de plaatselijke ronden in met een groep van een man of 80. Er werd nog slag om slinger
gedemarreerd en meermaals sprong ik mee. Ik kon terug zelf koers maken. Dit heeft me wel hoop voor de toekomst,
want vorig jaar kon ik daar in deze periode enkel maar van dromen.
2 renners bleven uiteindelijk voorop met een handvol seconden voorsprong op het peloton. Dries Beatse zette zijn
seizoen op uitstekende wijze in. Hij won voor Niels Nachtergaele. Pieter Cordeel won de sprint van het peloton.
Ludwig Verstraete plaatste zich als 7e, terwijl ikzelf als 23e afgevlagd werd.

 
20 februari: Ingelmunster (Clubkampioenschap) - 5e en clubkampioen
Het was raar om na 4 maanden zonder, nog eens de stress te voelen, die je enkel voor een wedstrijd kan ervaren.


91 deelnemers. Ik hoopte om vandaag eens goed te testen, maar als er een mooie uitslag inzat, zou ik die zeker niet laten liggen.

Het begon nochtans verre van ideal voor Soenens - Construkt glas. Reeds In de eerste ronde kozen 7 renners
het hazenpad. Bij hen enkel eerstejaars Axel Decorte. Iedereen in het gareel dus van de witrode brigade.


Het duurde tot over halfkoers voor het gaatje definitief gedicht werd. Dan voel je instinctief dat de beslissende ontsnapping
niet lang op zich zal laten wachten. Een ronde later was het van dat. Met een 15-tal renners raakten we voorop.


Hierbij was het vooral EFC-Quick.Step Cycling team die het best vertegenwoordig was.
Ze maakten meer dan de helft uit van de kopgroep.
Van Soenens had ik enkel Kim Borry en Ludwig Verstraete als kompanen. Het peloton, dat inmiddels serieus
gedecimeerd was, liet vrij snel begaan.
Het was echter wachten tot net voor de laatste ronde vooraleer de knuppel in het hoenderhok gegooid werd.
Een verbazend sterke Ruben Demarez trok er vandoor. Thierry Declercq, Kenneth Bulthynck,
Niels Nachtergaele en Kim Borry volgden in zijn spoor. Ik had met krampen af te rekenen
en hield me dan maar wat afzijdig. Het was vooral Ludwig Verstraete die
duidelijk over een goed stel benen beschikte.
Op een kleine 2 kilometer van het einde speelde ik alles of niets. Vooraan viel het even stil en
ik maakte alleen de sprong, maar met krampen achter mijn oren. Ik beschikte dan ook niet
meer over de kracht om nog echt mee te doen voor de overwinning. Die was weggelegd voor Thierry Declercq.
Hij won voor Demarez en Bulthynck. Borry werd 4e en ik 5e.


Ik werd dus clubkampioen bij de beloften.
Een eer die me niet koud laat, al besef ik maar al te goed dat het echte werk pas vanaf volgende week begint.
 
 
 

2010 (derdejaarsbelofte)


 
Nabespreking seizoen 2010

De kogel is door de kerk. Ik heb voor volgend jaar opnieuw een akkoord gesloten met WC Soenens - Construkt glas.
Ik heb veel vertrouwen in de nieuwe ploegleider Wesley Vanspeybroeck en hoop om volgend jaar
de aansluiting met de top van het beloftenwielrennen te maken.
Over mijn seizoen ben ik, gezien de omstanigheden redelijk tevreden. Ik kende, zoals traditioneel, een eerder aarzelende start.
Maar wanneer het weer wat beterde, beterden de prestaties vanzelf.
Ik zat op het goede spoor voor het PK, maar moest daar afzeggen wegens ziekte.
Via de Triptique Ardennais kon ik me klaarstomen voor mijn grote doel dit jaar: Parijs-Roubaix U23.

De vorm was duidelijk goed want 5 dagen ervoor graaide ik mijn enige seizoenszege mee in Beselare.
Ik klopte er toch geen onaardig volk. Ook Parijs-Roubaix werd een meevaller. Ik werd 7e, en die plaats was niet
eens onverdiend.

Daarna laste ik een rustperiode in, maar maakte misschien wel een fout om die niet
lang genoeg te maken. Daardoor stond ik er niet meteen in de maand juli. In de ronde
van Luik raakte was met mijn vormcurve echter al wat beterschap te merken. In de derde rit raakten we met 9 man vooruit
na de muur van Huy, maar in diezelfde rit sloeg ook het noodlot toe.
Een renner reed me tijdens de bevoorrading aan en ik smakte tegen het asfalt. Een elleboogbreuk was het gevolg.
4 weken rust en weg seizoensambities.
Niettemin kreeg ik van de familie Misotten kans om op het einde van het jaar stage te lopen bij Jong Vlaanderen Bauknecht.
Ik reed enkele mooie profkoersen voor hen, en denk dat ik hierdoor als renner sterker geworden ben.
Allez, dat zullen we volgend jaar zien. Ik ben alvast gemotiveerd.
In een jaar waarin ik gespaard blijf van de nodige pech, moet het zeker lukken om nog een mooie stap vooruit te zetten.


5 oktober: Binche-Tournai-Binche - Mémorial Frank Vandenbroucke (Profs 1.1)
166 deelnemers. 200 km met veel zijwind. 43,4 km/u.
Sterke bezetting met vele grote namen in 23 ploegen, waaronder slechts 3 niet-profploegen.
Tim laat zich wegzetten en belandt in de 4e waaier, maar kan terugkomen.


Ook in de aanloop naar de meet moet hij nog leren zich niet te laten wegdrummen.
Verliest daar enkele seconden en wordt 60e, net na Jens Voigt. Slechts 2 renners jonger dan hem voor hem in de uitslag. (Kdc)

doortocht peloton op de kasseistrook; je herkent mij in zwarte trui in het midden




30 september: Omloop van de Hoogserlei Tielt - ingerekend 2 km voor meet en 27e
Veel geld te verdienen vandaag en dat trok heel wat renners naar het zonnige Tielt.
Onder hen bevond zich heel wat mooi materiaal.
Mede daardoor bleef de wedstrijd heel lang gesloten. Ik hield me constant goed vooraan en sprong nu en dan eens mee.
De voorlaatste ronde was ik even solo weg en pakte een premie.
Ik zag echter snel dat het lang samen zou blijven en besloot om nog eens alles op alles te zetten
op het laatste klimmetje op een dikke 2 km van de meet.
Ik ging aan en kreeg in eerste instantie Philip Vandaele mee. Verder kwamen ook nog Vic Duynslager en
Mario Willems aansluiten.
Ik voelde me nog erg fris, en we hadden een mooi gaatje, maar een ploegmaat van mij besloot het
gat te dichten, met het peloton in zijn wiel... Terwijl ik toch ook een mooie kans had op een podiumplek.
Toen ze bijna kwamen aansluiten ging Willems, die nog niet had overgepakt ervandoor. Ik kwam
net van kop en kon niet reageren.

Willems bleef net uit de greep van het peloton. Ik mengde me niet meer in de sprint en werd 27e.
Timothy Dupond won de pelotonsprint voor Maxime Debusschere. Joeri Clauwaert werd 4e.

 
26 sept: Bovekerke
Tim rijdt dijk van een wedstrijd, maar moet zich tevreden stellen met 6e plaats. (Kdc)
Contractperikelen
Voor volgend jaar had ik mijn woord gegeven aan de continentale ploeg Jartazi-Construktglas,
omdat dit een stap vooruit zou betekenen in mijn carrière.
Omdat deze ploeg nu toch niet zelfstandig opkomt, maar fusioneert met Jong Vlaanderen, dreig ik uit de boot te vallen.
De ironie van het lot is dat Jong Vlaanderen mij nu als stagiair heeft gevraagd, maar door de fusie zijn de plaatsen voor volgend jaar beperkt. Ik hoop dat er een oplossing komt, liefst bij Jong-Vlaanderen, waar ook mijn vrienden en kotgenoot Stijn Steels bij zullen rijden, hetzij bij een degelijke beloften- of continentale ploeg, waarvoor ik voor open sta.
Volgend seizoen zal ik in mijn sportstudies minder sporten moeten doen die hinderlijk zijn voor het wielrennen, zodat ik denk nog groeimogelijkheden te hebben. Uit tests blijkt dat ik er de fysieke aanleg voor heb.



22 september: Omloop van Houtland Lichtervelde (profs 1.1) - 79e na massaspurt
191 km. Fraai weertje. Velen van het mooie 180-koppige deelnemersveld hadden er duidelijk zin in vandaag.
In het eerste uur hadden we een gemiddelde van boven de 50.
Ik had een heel goed gevoel en hield me constant vooraan,
en probeerde me een paar keer in een ontsnapping te mengen.
Pas na 65 kilometer trokken 4 renners het juiste lotje. Ze kregen een voorsprong van 5 minuten
meteen cadeau, maar daarna zetten de sprintersploegen de achtervolging in.
Gestaag daalde de voorsprong van de vluchters zonder dat het echt heel hard ging.
Ik reed wel lek, maar kon al bij al makkelijk terugkeren.
Tijdens de plaatselijke ronden ging het tempo toch wat omhoog. De vluchters hadden
duidelijk ook wat achter gehouden want uiteindelijk moest er toch nog serieus
geborsteld worden om ze bij de lurven te grijpen.
Bij mij sloeg het noodlot opnieuw toe. Ik reed lek toen ik langs de zijkant van de weg
probeerde op te schuiven. Aangezien de ploeg slechts auto 16 had, zat ik een heel
eind achter, maar ook nu lukte het me om vrij snel terug te keren.
Na een lekke band kan ik snel terugkeren. Hier zie je me in 5e positie bij het ingaan van de laatste ronde.

Toen ik terug kwam aansluiten wilde ik mijzelf nog eens in de kijker rijden,
aangezien ik nog geen zekerheid heb over mijn ploeg voor volgend jaar.
Dit was echter onmogelijk aangezien het de laatste ronde nooit meer onder de 50 ging
en je kamikaze toestanden moest uitvoeren om vooraan te blijven postvatten.
Het werd een massasprint waarin Stefan Van Dijck zijn snelle benen toonde. Kenny Vanhumel werd 2e
en Adam Blythe 3e. Timothy Dupont werd knap 10e en Joeri Stallaert 12e.
Ikzelf bolde als 79e over de streep. Zeer tevreden over het vormpeil.
Hopelijk kan er de volgende weken nog een appel uit de kast vallen.


19 sept: Passendale 15 u - 9e na koppeltijdrit
70 vertrekkers. Lastig parcours. Tim mist ontsnapping van 7 in het begin. Trekt in de achtervolging met een vrij grote groep,
die echter uitdunt, tot alleen Kess Heytens en hij overblijven, met een aanklampende Jonathan Breyne. Blijven rondenlang op 2 minuten. Zware inspanning voor beperkt resultaat, maar goede training voor woensdag.
 (Kdc)
Klik hier voor een filmpje van een aanval.
demarrage met 4 ploegmaten

Met 4 kunnen we ons losrukken

In de achtervolging met Kess en een aanklampende Jonathan Breyne

 
11 september: Wijnendale - 2e in spurt met 2
96 renners gingen een rugnummer afhalen. Ik was een van hen.
Met een klein hartje, want de laatste weten belandde ik van het ene sukkelstraatje in het andere.
Nu ik volledig uitgeziekt was hoopte ik voor het eerst van mijn labeur in Aosta te kunnen genieten.
Het begon echter weer niet super. 15 man zonderde zich af, en ik zat te ver om te reageren.
Gelukkig konden we met een 7-tal renners de sprong nog maken.
Toen we kwamen aansluiten viel het echter terug stil en ons groepje dikte nog aan tot zo'n
30 man.
Traditioneel wordt er bij zo'n samensmelting meteen opnieuw een schifting gevoerd. Nu was
het echter even wachten. Toen de boot effectief vertrok miste ik hem opnieuw.
Ik speelde toen maar alles of niets en op de hellende strook net voor de finish trok ik door.
Ik kreeg Kenny Vanlaere me als metgezel. Het was een ongelijke strijd met 11 tegen 2, maar
toch slaagden we, zij het met heel wat moeite in ons opzet.
3 ronden voor het einde gooide Kevin Maene de knuppel in het hoenderhok. Hij kreeg
geen vrijgeleide en vanaf toen zat het spel op de wagen, maar
het was wachten tot in de laatste ronde vooraleer de beslissing viel.
Een verbazend sterke Philip Vandaele zette aan. Ik doorzag het gevaar en probeerde naar het wiel te springen.
Ik bleef echter een hele tijd op 10 meter hangen. Ik kreeg het gaatje toch dicht en we beseften
allebei dat we er keihard voor moesten gaan.
Mede door het voortreffelijke afstoppingswerk van ploegmaat Alexander Chamon
bleven we weg tot op de streep.

Op een laatste aanval van Vandaele had ik door opkomende krampen geen antwoord meer.
Ik werd dus tweede. Alexander kon zich nog van zijn medevluchters ontdoen en werd 3e op 13".
Eindelijk terug een uitslag. Hopelijk is de trein nu vertrokken !


9 september: Izegem koers (profs): buikgriep.
Ik moet voortijdig de koers verlaten.
Opnieuw een fikse tegenslag. Het mag nu dringend gaan stoppen.
Ik doe en laat meer dan ooit alles voor mijn sport, maar sinds mijn elleboogbreuk beland ik
van het ene sukkelstraatje in het andere. Hopelijk keert het tij snel, zodat ik
nog met een goed gevoel de winter in kan.
6 sept: bezoek aan kinesist. Oorzaak van spierpijn verholpen. Afkomstig van verwrongen bekken (nog een restant van val in Wervik)
5 september: GP Scherens Leuven (profs): last van spierletsel in bil, pijnstillers van koersdokter baatten niet. Na 2u30 koers
moest ik er dan ook de brui aangeven.
 

24-29 augustus: Giro Valle d'Aosta (ITA) - 66e
Van mijn ploeg kreeg ik de kans om in deze prestigieuze rittenwedstrijd de conditie aan te scherpen voor het najaar.
Door mijn val, het zware parcours en het sterke deelnemersveld startte ik dan ook niet met hoge verwachtingen.
In de eerste rit zaten al meteen 6 serieuze kuitenbijters. Ik overleefde er 4 en liet dan het peloton rijden om in een groep van
20 man, als 80e over de meet te bollen. Jeroen Hoorne werd 10e in de rit en Kess Heytens 13e.
De volgende dag was loodzwaar. Na 30 kilometer kregen we 4 cols voor de wielen. Op de derde moest ik opnieuw het peloton
laten rijden. Ik vreesde om buiten tijd te raken, maar kon op de vierde klim terug aansluiting vinden met een grupetto.
Dan volgden 20 kilometer valei steeg naar boven lopend met de wind pal op de kop. Er werd fameus gas gegeven
om de schade te beperken, want dan stond nog de Colle San Carlo op het programma, een beest van 10 kilometer
aan gemiddeld meer dan 10 %. Hier vond ik mijn ritme en kon ik nog heel wat renners oprapen. Na de
afdaling werd ik als 62e op 17 minuten afgetekend. Jeroen Hoorne werd knap 4e !
Dag drie leek op papier nog mee te vallen. Slechts 2 klimmetjes vooraleer we de slotklim naar Parco Mont Avic aanvatten.
Op de voorlaatste klim naar Perloz scheurde het peloton in stukken. Ik bevond me in een redelijk grote groep net achter het peloton.
Op de steile slotklim met bijna 50! haarspeldbochten kreeg ik het zwaar te verduren. 77e werd ik. Jeroen werd 13e, en Kess
verbaasde iedereen door als 20e de streep te bereiken.
Dag vier was mijn beste dag. Nochtans had ik in het begin heel moeilijk. In een fameuze stortvlaag moest ik al
op de eerste klim lossen nadat ik mijn vestje was gaan afgeven. Ik kreeg het gaatje niet meteen dicht, maar
kon gelukkig tussen de auto's terugkomen. Op de Col S. Barthelemy, van 20 kilometer lang werd een serieuze schifting doorgevoerd.
Ik kon stand houden in een peloton, ongeveer 45 man sterk.
Toen stond echter de Col d'Arlaz nog op het programma. Ik moest van aan de voet lossen, maar raapte nog wat renners op.
In de afdaling kreeg ik gezelschap van een Duitser waarna we samen naar het mooie Forte di Bard reden.


Ik werd als 35e afgevlagd en dat leverde me een mooie ijscoupe van de ploegleider op.
Jeroen kende minder geluk. In de afdaling van de Col d'Arlaz kwam hij ten val, waardoor hij de aansluiting met de eersten miste.
Hij blijft wel op de 8e plaats in het klassement.
De volgende dag maakten we de oversteek naar Frankrijk. Een immens verschil qua weer: slechts 12 graden. Ik betaalde
de inspanningen van de dag ervoor cash. Ik werd als eerste gelost op de Joux Plane. Gelukkig
kreeg ik snel gezelschap van ploegmakker Laurent Vandenbak.
Mentaal was het erg zwaar maar we toonden karakter en konden na verloop van tijd enkele andere renners oprapen om
uiteindelijk met een groepje van ongeveer 25 man de streep te bereiken.
In de afsluiteinde rit merkte ik terug beterschap. Het parcours was echter niet meer zo zwaar.
We leken af te stevenen op een massasprint, maar een klein bergje op 4 kilometer van de streep besliste
daar anders over. Ik voelde me nog goed, maar zat te ver om met de eersten over de top te geraken. Ik werd
42e in rit en 64e in het eindklassement. Maar belangrijker is dat ik deze ronde
kon uitrijden. Hopelijk kan ik er de volgende weken van profiteren.
Jeroen Hoorne werd knap 8e en Steve Bekaert 6e.


22 augustus: BK Hooglede
De conditie is nog niet top, en dat was er de eerste ronden aan te zien. Moeite met
volgen had ik niet, maar om zelf wat te forceren kwam ik toch nog enkele procenten te kort.
Iets na halfkoers reed een groep van 11 renners weg met daarbij Jeroen Lepla. Laurens
de Vreese en Yannick Eyssen zagen de bui hangen en dichtten de kloof.
Het peloton was nooit veraf, en op 2 ronden van het einde scheurde een groepje
met veel van de favorieten zich af uit het peloton. Ik kon mijn wagonnetje (zij het met enige moeite) aanpikken.
De tegenaanval ging echter niet door, en de 11 mochten strijden voor de overwinning. De Vreese haalde het voor Eyssen.
Jochen van Kerkhoven nam het brons. Jeroen Lepla werd 10e na een late uitval.
Ikzelf bolde in de buik van het peloton over de meet.


17 augustus: Omloop van de Grensstreek (Wervik)
Nog maar eens regen in deze interclub. De 2e wedstrijd na mijn elleboogbreuk.
Het parcours was 175 kilometer lang. Een ideale voorbereiding dus voor het BK dat zondag op het programma staat.
Tenminste, als je recht kan blijven. En tegenwoordig lijkt het alsof ik daar wat problemen mee heb.
Na zo'n 20 kilometer schoof mijn voorwiel weg op een rondpunt. Opnieuw
een onaangename ontmoeting met het asfalt. Steunwieltjes worden in overwoging genomen.
Nu ja, veel tijd om op je effen te komen krijg je als renner natuurlijk niet. Ik sprong terug op
de fiets maar had toch serieus wat pijn aan de elleboog (gelukkig nu aan de rechter kant!) en mijn heup.
Tussen de auto's kon ik echter al bij al nog makkelijk terugkeren.
Tijdens de eerste beklimming van de Kemmelberg voelde ik dat ik ondanks alles nog over een
redelijk paar benen beschikte. De tweede keer draaide ik vooraan op
en kwam ongeveer als 10e van het peloton boven.

Intussen had een groep van 6 renners, met daarbij Nico Kuypers, zich afgescheiden.
Ze zouden onder mekaar uitmaken wie deze koers zou winnen.
Ikzelf zat door mijn beste krachten heen. Ik kon in het peloton blijven,
maar steeds als er groepjes vandoor gingen, moest ik passen.
In de laatste 30 kilometer kreeg ik ook nog af te rekenen met krampen. Het peloton werd een ronde voor het einde
uit de wedstrijd genomen. Ik werd als 56e afgevlagd. Slechts 40 renners reden de wedstrijd uit.
Het BK van zondag in Hooglede ligt mij, maar komt voor mij wellicht te vroeg om een rol van betekenis te spelen.


14 augustus: Meulebeke - 18e
Na 4 weken afwezigheid maakte ik vandaag mijn heroptreden in het peloton.
Ik kon eigenlijk moeilijk een slechtere koers gekozen hebben: vaak smal, erg veel bochten en 140 renners.
Op de koop toe trakteerden de weergoden ons in het eerste wedstrijduur nog op een fikse plensbui.
Ik vertrok goed vooraan, maar in de regen voelde ik me allesbehalve op mijn gemak op de fiets.
Ook voelde ik mijn nog wat onwennig met mijn elleboog.
Er werd serieus doorgekoerst en de deur stond achteraan open.
Ik kon tot mijn grote verbazing redelijk makkelijk standhouden.
Het was tot op 6 ronden van het einde wachten op een ontsnapping van betekenis.
8 man met onder hen Mario Willems, Jarl Salomein en Kenneth Bulthynck leken voor de overwinning
te gaan sprinten, maar op 2 ronden van het einde was hun liedje toch uitgezongen.
5 renners profiteerden van de windstilte. Bart van Speybroeck won voor Gerdy Ververcken.
Mario Willems won de sprint voor de 6e plaats. Ikzelf plaatste me in de sprint van het pelotonnetje
van 40 man nog redelijk vooraan en werd 18e.
Ik ben al bij al best tevreden over mijn wederoptreden. Hopelijk komt de echte vorm snel terug !


17-21 juli: Ronde van Luik
1e rit: lange ontsnapping van 13 man. Tim op bepaald moment mee vooraan, maar worden ingelopen.
Een groep van 8 raakt voorop. Giaux wint voor ploegmaat Kess Heytens en Stijn Steels. Tim finisht midden peloton.
Heeft een iets beter gevoel in de rug. (Kdc)

2e rit: massasprint gewonnen door Reno De Keulenaere, voor Laurens Devreese die zich licht afzonderen.
Benen worden beter. Het ontbreekt Tim aan durf om mee te sprinten (43e). Hij is even mee met ontsnapping onderweg.
Kess Heytens is outstanding (mee met alle aanvallen) en blijft 2e in klassement.

3e rit: Tim maakt deel uit van lange vlucht van 22 man. Raakt in kopgroep van 9 op de muur van Hoei.
Groep wordt uitgebreid tot omvangrijk peloton. Na de bevoorrading geeft hij een blik cola aan Arthur Vanoverberghe.
Op dat moment rijdt een renner van Deerlijk tegen zijn voorwiel. Tim valt, maar probeert nog 20 km door te rijden.
In de kliniek wordt een breuk in de linkerelleboog vastgesteld.

Jammer want Tim hoopte de vruchten van zijn trainingswerk de komende weken te plukken. (Kdc)

 
10 juli: Godelieve Prijs Pittem (BvB) - 56e
Deze koers had ik vooraf met rood aangestipt in mijn koersagenda, maar al in de eerste
kilometers besefte ik dat het niet mijn topdag zou worden.
Misschien had ik last van de hitte ? Misschien had ik nog last van mijn valpartij van zaterdag ?
Misschien had ik iets verkeerd gegeten ? Misschien broedde ik een ziekte ?
Al deze zaken zouden een mogelijke oorzaak kunnen zijn, maar het blijft een feit dat
ik absoluut niet over mijn volledige mogelijkheden beschikte.

Toch sprong ik op het goeie moment mee met een onstnapping. Ploegmaat en favoriet Kess Heytens
sprong mee. We raakten met een kleine 20 renners voorop en konden
zo op een rustige manier de bergzone aansnijden. Ik kon al bij al makkelijk standhouden,
maar voelde de krachten geleidelijk uit mijn lichaam sijpelen, terwijl ik normaal gezien beter wordt naarmate de wedstrijd
vordert. Speelden de rugproblemen mij nog parten na de val van vorige week?


Na de Paterberg kregen we gezelschap van een groepje van 20 met daarbij de andere favorieten.
Het tempo viel dan wat stil zodat het peloton nog steeds niet uitgeteld werd.
Net voor het binnenkomen van de plaatselijke ronden werd er plots slag om slinger gedemarreerd.
Een groep met onder hen oa Jelle Wallays zonderde zich af. Ik zag het
gevaar maar was zelf niet bij machte om het gat te dichten.
Met Kess in mijn wiel trok ik dan maar door, tot het vat af was. Kess nam over en slaagde in de sprong naar voor.


Voor mij was het nu volledig over. Ik moest me beperken tot volgen in het peloton
dat intussen nog aangedikt werd. De laatste ronde voelde ik me misselijk worden
en dacht verscheidene malen aan opgeven. Ik beet echter door en werd uiteindelijk
als 56e afgevlagd. Het hoeft geen betoog dat ik heel wat beter verwacht had.
Wallays won de wedstrijd voor Kess, die voor het tweede jaar op rij op de ondankbare 2e plaats strandde.


3 juli: Omloop het Nieuwsblad
Omwille van mijn examens kon ik enkele weken geen koersverslagen schrijven. Nu deze
achter de rug zijn (ik ben voor alle theorie geslaagd en heb 3 kleine praktijkvakken in herexamen)
zal ik dit terug na elke koers proberen te verzorgen.
Vandaag stond de Omloop het Nieuwsblad op het programma, een prestigieuze wedstrijd in Zottegem, mee tellende
voor de topcompetitie.
Ik wist niet meteen wat te verwachten, want ik was pas 2 dagen terug van een 7 - daagse stage
in de Ardennen, waar ik heel wat kilometers verwerkte.
Die trainingsarbeid speelde me nog wat parten in het begin. Gaandeweg werd ik echter beter en op de
Haaghoek die na 80 kilometer kwam, prikte ik een eerste keer.
Ik reed weg uit het peloton naar de vluchters, maar net voor ik bij hen kwam reden 6 renners
uit de kopgroep, met onder hen ploegmaat Kess Heytens.
Het tempo bij ons viel stil, en het peloton liep ons terug in.

Door het steeds beter wordende gevoel, hoopte ik stiekem op een topuitslag. Een val besliste daar echter anders over.
Ik reed niet eens zo snel, maar door het kletsnatte wegdek gleed mijn achterwiel weg in een bocht.
Qua schaafwonden valt alles nog wel mee, maar na die val kreeg ik enorm veel last van pijn aan de rug.
Ik probeer dit zo snel mogelijk door de osteopaat te laten verhelpen.
Ik moest me vanaf toen beperken tot volgen, al probeerde ik net voor de laatste beklimming van de Hostellerie
nog eens wat afstand te nemen. We kregen echter geen vrijgeleide.
13 renners kozen intussen het hazenpad. Ze bleven weg tot op de meet.
Jarl Salomein pakte de zege voor Laurens DeVreese en Jelle Wallays.
Ik wilde me nog mengen in de pelotonsprint, maar op 600 meter van de streep raakte ik bijna in een valpartij
betrokken. Aangezien ik bijna stil stond liet ik het peloton dan maar rijden.


22 juni. Ruddervoorde (profs): 36e
136 deelnemers. 15 renners voorop. Tim heeft zoals gewoonlijk slechte benen in het begin,
maar kan met een 7-tal mannen in de achtervolging gaan.
Hun groepje wordt aangedikt tot 25 man. Gaat met 3 anderen weg uit dit groepje. Doch iemand van Landbouwkrediet laat het gat vallen en weg zijn de 2 anderen. Tim wordt teruggeslagen maar eindigt toch nog 36e. (Kdc)



20 juni. Ardense pijl: topcompetitie
Tim wordt achteruitgeslagen door 3 lekke banden op een slecht moment. 1e maal aan voet van Rosier.
Komt na lang achtervolgen nog terug, maar lekke band aan voet van Vecquée en verderop zijn er te veel aan.
Het goede nieuws is dat de benen ok zijn, wat belooft voor het 2e deel van het seizoen. (Kdc)


 
13 juni: Zedelgem: 5e
Koers tijdens examenperiode. Hoewel Tim niet super is kan hij toch in enkele ontsnappingen meegaan.
Achter 2 leiders doet hij met 2 anderen een late uitval en eindigt zo 5e met kleine voorsprong op het peloton. (Kdc)



 
30 mei: Paris - Roubaix (U23): 7e
Slechts 150 renners aan de start van deze topklassieker, maar bij hen wel de absolute top van het mondiaal jeugdwielrennen.
Al na zo'n 10 kilometer zonderde een groep van 7 renners zich af.
Bij hen Fabien Taillefer, de winnaar van toen ik 2e jaars junior was.
Hun voorsprong liep snel op, maar meer dan 3 minuten kregen ze niet. Intussen stortte het peloton zich
als kamikazes naar de eerste kasseistrook. In dat geharrewar vielen ze naast mij. Ik bleef recht,
maar brak een spaak uit mijn achterwiel. Ik moest tot 2 maal toe wisselen van wiel omdat
ik nog maar een nieuwe ketting gelegd had en deze doorschoot bij het eerste wiel dat ik kreeg.
Na een moeizame achtervolging door de vele valpartijen en lekke banden van renners die ik tegenkwam
kon ik zo'n 10 kilometer later de aansluiting met het peloton terug maken.
In het peloton werd steeds serieus doorgetrokken
op de secteurs pavés maar op de gewone weg viel het vaak stil. Zo kwam het
dat we naar Mons en Pévèle stormden met nog zo'n 80 renners die kans maakten op de overwinning.
Dat vond de winnaar van vorig jaar, en toekomstige prof bij Radioshack Taylor Phinney kennelijk iets te veel.
Hij legde een verschroeiend tempo op. Enkel Jens Debusschere slaagde erin in zijn spoor te blijven.
Het peloton brak nu ook in verschillende stukken. Het voorste deel bestond uit
zo'n 35 man, waarin ik me relatief makkelijk kon handhaven, samen met ploegmaten Lepla en Lampaert.


Ik voelde dat ik goede benen had en reed constant attent voorin. In Mérignies kon ik zelf ook mee de forcing voeren.
Op een bepaald moment toen ik wat ver zat, werd ik naar voor gebracht door Jeroen Lepla.
Debusschere en Phinney kwamen vooraan aansluiten. Slechts Taillefer kon hun tempo volgen. De anderen zakten terug.
Intussen regende het demarrages. Uiteindelijk raakte een groepje van 6 met daarbij o.a. Jelle Wallays en Alphonse Vermote weg.

Net voor Camphin en Pévèle probeerden zo'n 10 renners de sprong naar dit groepje te maken.
Ik bleef zitten maar koos op de stenen het wiel van Jesse Sergent (winnaar van de tijdrit in de Tour of Gila voor Leipheimer)
Hij reed het peloton op een hoopje en zo raapten we die 10 renners terug op.
Op de Carrefour de l'Arbre bleven we gas geven. Nog slechts 5 renners bleven over.




8 kilometer later kwam wat nog overbleef van het peloton terug onder impuls van de mannen van Rabobank.
De eersten werden niet meer bedreigd, Phinney won voor Debusschere en Taillefer.
Het tweede groepje werd nog gedecimeerd tot 3 door o.a. een ongelukkige lekke band voor een sterke Wallays.
De Nederlander Ronan Van Zandbeek zou zou van hen 4e worden voor Fons Vermote en Benjamin King.

Op 5 kilometer van de streep waagde ik mijn kans voor de 7e plaats. Op de hellende strook
net na Hem plaatste ik een demarrage, omdat ik bij de verkenning beloofd had aan ploegleider Mario Bulckaert
om daar nog eens alles op alles te zetten.
Loïc Desriac en Navardauskas (winnaar Luik-Bastenaken-Luik) sprongen mee.
Vooral onder de impuls van deze laatste bleven we uit de greep van het achtervolgend groepje,
hoewel de Nederlander Raymond Kreder nog de sprong probeerde temaken. Hij zou 10e worden.
We naderden maar konden de 3 voor ons niet meer bijhalen. In een sprint van dode zwanen trok ik aan het langste eind.


7e voor Navardauskas en Desriac. Jeroen Lepla voor mij kijkt toe.

Ik werd dus 7e voor Navardauskas en Desriac op 1 minuut 7" van de leiders en daar was ik (en de ploegleiding) erg tevreden mee.
Dank ook aan mijn faculteit in Gent die me toeliet voor deze koers mijn examens te verplaatsen.
Op basis van deze uitslag mag ik, mits verdere progressie, misschien toch nog hoop koesteren
op een toekomst in het profpeloton. Die progressie moet mogelijk zijn als ik verlost ben van enige studiedruk
en vooral van andere sporten in mijn studies.
Videoverslag: zie films of hieronder

 

24 mei: Beselare: 1e
Slechts 56 renners aan de start, maar onder hen toch wat mooie namen, o.m. winnaar van vorig jaar Gerdy Ververcken,
Sébastien Six, Bart Kuypers, winnaar van gisteren Kess Heytens en enkele betere beloften.
Het was echt broeierig heet vandaag, en dat voelde ik toch wel de eerste ronden.
Ik kon echter op het nippertje nog mijn wagonnetje aanpikken toen een groep van 18 het hazenpad koos.
Alleen Jeroen Lepla leek nog aanstalten te maken om te komen aansluiten,
maar materiaalpech besliste daar anders over.
Ik begon me intussen steeds beter te voelen en testte in de 5e ronde even de benen. Ik reed een halve ronde voorop
Alleen voorop op de helling in het dorp. Even verder zou ik me laten inlopen.

maar toen niemand volgde hield ik de benen stil. Op een ronde of 7 van het einde waagde ik echt mijn kans.
We raakten met 2 vooraan,
Voorop met 2 op het einde van de helling na de meet

maar een ronde later liep alles terug samen.
Toen ging Guillaume Van Keirsbulck aan de haal. Samen met ploegmaat
Jeroen Hoorne maakte ik de sprong. We leken met 3 een mooie voorsprong uit te bouwen,
maar het grootste deel van de kopgroep slaagde er nog in terug te komen.
Met 3 ontsnapt op het vals plat; ik dacht dit de goede ontsnapping was.


Het sein voor ploegmaat Kess Heytens om aan te vallen. 5 renners schoven mee,
maar ik was even niet bij machte om mee te gaan. Het zag er anderhalve ronde
naar uit dat de vogels gaan vliegen waren. Aangezien er 2 man van Soenens mee was, nam ik niet over,
en dat kwam van pas toen Van Keirsbulck alles op alles zette.
Ik twijfelde even, maar raakte toch op het wiel. Na een serieuze krachtinspanning raakten we voorin.
Met 8 man gingen we strijden voor de overwinning.
8 man vooraan bij het begin van de slotronde, met 13' voorsprong op de achtervolgers

Door het warme weer en de lastige koers, leek iedereen door zijn beste krachten heen te zitten.
Er werd wel slag om slinger gedemarreerd, maar niemand kreeg een vrijgeleide.
Tot ik op 2 kilometer van de streep mijn kans waagde.
Ik kreeg een kilometer later het gezelschap van Jelle Wallays en Sebastien Six.
Ook Jeroen Hoorne kwam op 400 meter van de streep bij ons.
Hij nam even de kop om de sprint aan te trekken. Six zette rechts van mij aan.
Ik kon zijn versnelling pareren, maar voorsprong nemen lukte niet.
Zo'n 150 meter aan een stuk sprintten we wiel aan wiel, tot ik op 50 meter van de streep
nog een extra versnelling in huis had.
Zo won ik voor het eerst in 3 jaar nog een wedstrijd. Een ongelofelijk zalig gevoel !
Ik win voor Sébastien Six, Jelle Wallays en Jeroen

Six werd 2e, Wallays 3e en Jeroen 4e.
Van Keirsbulck won de sprint van de achtervolgers voor Kess Heytens.
Ik wil alvast mijn ploegmaten bedanken om het gat te laten vallen en voor het puike afstopwerk.
Op interview bij Henri, de meest wielergekke speaker van het circuit

 
22 mei: Aartrijke: 5e
Niet minder dan 170 renners vonden het vandaag nodig om een rugnummer te gaan afhalen.
Dit heb ik niet zo graag aangezien het de eerste ronden steeds een gedrum van jewelste is om vooraan te raken.
Toen er een man of 20 wegreed zat ik dan ook iets te ver. Gelukkig kon ik samen met een 4-tal renners toch
nog de sprong naar voor maken. De eerste schifting was gemaakt. We waren met 4 man
van Soenens vertegenwoordigd: Kenneth Bulthynck, Joeri Clauwaert, Bram Deprez en ikzelf. Jammer genoeg viel
Preetje vooraan weg door een valpartij met een moto uit de koers.
Het was wachten tot op 7 ronden voor het einde voor een volgend wapenfeit. Mario Willems legde een
bommetje en kreeg meteen Vandenheede mee. Ik wist dat dit gevaarlijk kon zijn en sloot in mijn
eentje, al was het met enige moeite, aan. Uiteindelijk kwam nog 5 man bij ons:
de plaatselijke Kevin Maene, Kim Borry, Stijn Nauwynck, Sven Vandousselaere en Nielsen Raedt.  




In de laatste ronde werd er nog slag om slinger gedemarreerd, maar niemand kreeg een vrijgeleide.


Tot Kim Borry profiteerde van de rivaliteit vooral tussen Maene en Willems.
Het viel volledig stil bij ons. Ik probeerde dan maar alleen in de tegenaanval te gaan,
maar toen Vandousselaere tot bij mij kwam, hield ik ook de benen stil.
Kim Borry won verdiend na een mooie solo. Vandenheede gaf ons allemaal sprintles voor de 2e plaats.
Vandousselaere werd 3e voor Raedt en ikzelf. Willems werd 6e en Maene 7.


 
14-16 mei: Tryptique Ardennais
zware rittenkoers tussen sportexamens, vooral gereden als als voorbereiding.
14 mei: 1e rit: Tim kan standhouden in het peloton van nog een 55-tal renners.Kjell Van Driessche wint;
Jeroen Hoorne finisht als 3e na 2 leiders.
15 mei: 2e (koningininne)rit: Tim breekt versnellingskabel op 15 km van de meet, wanneer hij nog in koppeloton zit. Verliest 5'.
Jeroen Hoorne bewijst zijn goede conditie en wint! Conditie Tim in stijgende lijn. Ook Kenneth Bulthynck nog in peloton.
16 mei: voormiddag: massasprint - finish midden in het peloton; namiddag: Tim kan met de besten rivaliseren,
maar iemand valt tegen zijn versnellingsapparaat wat weer een goed resultaat verhindert. Wordt toch nog 30e. (Kdc)



25 april: Meigem (beloften): 6e
Vandaag kregen we een zo goed als vlak parcours voorgeschoteld. Gelukkig was de wind van de partij.
Voor de start hielden we een minuut stilte voor de onlangs overleden moeder van Jochen Deweer.
Dat weerhield de 134 renners er echter niet van om er in de eerste ronde al meteen de beuk in te gooien.
Een groep van zo'n 20 renners raakte voorop. Ik miste de boot, maar doorzag het gevaar.
Na 3/4 ronde achtervolgen kwamen we met 8 renners aansluiten.
Dit gebeurde echter net toen we het stuk zijwind opdraaiden.
Een drietal plaatsen voor mij brak het opnieuw. We zagen de leiders zienderogen kleiner worden,
en keken al snel tegen een achterstand van een minuut aan.
We bleven echter goed ronddraaiden en raapten steeds gelosten uit de eerste groep op.
Toen de eerste groep nog slechts uit 4 renners bestond,
maakten we de aansluiting. Ons pelotonnetje was inmiddels aangedikt tot zo'n kleine 30 man.
Teveel om goed rond te kunnen draaien, en dus gooiden we het nog eens op de kant.
foto Patrick Cosyn - wielerseizoen.foto's

Uiteindelijk bleven we nog met 9 renners over.
Ik had erg goeie benen, maar slaagde er niet in om alleen vooruit te raken.

We gingen sprinten voor de overwinning.
In deze sprint zat ik aan de verkeerde kant en kwam vol in de wind. Een zesde plaats was het verdict.
Deweer won voor Niels Reynvoet en Pieter Cordeel. Willem Wouters werd 4e en Bjorn Dedecker 5e.
Ook ploegmaat Pieter de Paepe reed een erg verdienstelijke wedstrijd. Hij werd 7e.
Laurent Vanden Bak werd solo 10e op anderhalve minuut.
Jeroen Lepla, wiens pa mij bevoorraadde - waarvoor dank, werd even later 17e in de eerste koers na zijn comeback.

 
17 april: Luik-Bastenaken-Luik - opgave na lange ontsnapping en buikproblemen
Ik moest vroeg uit de veren voor deze wedstrijd. Gelukkig kon ik rekenen op vervoer
van de verzorger van de ploeg Ronny Deprez, waarvoor dank.
Ik hield me de eerste 25 kilometer op in de buik van het peloton. Dan schoof ik wat op omdat ik een sanitaire stop wilde inlassen.
Ik kon relatief makkelijk terugkeren in het peloton, maar net toen ik erbij was reed ik achteraan lek.
De ploeg had de voorlaatste auto en, mede doordat het meteen bergop ging
duurde het een hele tijd vooraleer ik terug kon aansluiten.
Aan kilometerpaal 60 raakte ik een eerste keer vooraan. Ik probeerde een vijftal keer te demarreren tot het plots prijs was.
Met 5 renners waaronder Thomas Chamon en 3 buitenlanders reden we weg,
op zoek naar 2 ontsnapte leiders Navardauskas en Lander.

foto met toelating verkregen van www.cycling-pics.be

We reden zeker 50 km met ons 5 in de aanval.
foto met toelating verkregen van www.cycling-pics.be

De Côte de Wanne overleefde ik vlotjes, maar ik begon wel steeds meer last te krijgen van mijn maag.
Toen we aan de voet van de Rosier kwamen kregen we echter gezelschap van Yannick Eijssen.
Het tempo ging meteen met een snok de hoogte in.
Voor 3 man ging het na een tijdje te snel. Ik weigerde te plooien, al reed ik me wel te pleuris.
Boven op de top kwam een groep van 40 renners nog terug. De rest mocht inpakken.
Met mijn spijsvertering werd het niet beter.
Op de volgende helling betaalde ik de vorige inspanningen cash.
Ik miste de aansluiting met het eerste deel van het peloton op 30 meter.

Jammer, maar zelfs al kon ik erbij blijven, ik ging vroeg of laat toch parkeren want ik had inmiddels buikkrampen van jewelste.
Het was zo erg dat ik aan de voet van la Redoute een toilet bij erg vriendelijke mensen moest opzoeken.
Intussen voelde ik me archislecht. Ik reed nog de Redoute op maar kon de weg naar Ans onmogelijk verder zetten.
Er was geen plaats meer in de bus.
Gelukkig kon ik rekenen op vrienden van mijn ouders, de ouders van Frederik Vandewiele, die me naar de aankomst brachten.
Waarvoor erg veel dank !
Vooraan hield Navardauskas op onwaarschijnlijke wijze stand. Yannick Eijssen werd 6e en 1e Belg.
Ondanks de problemen denk ik dat mijn conditie toch goed is.
 

10 april: Hooglede (beloften) - 4e
Vandaag was een dag waar ik al een lange tijd naar uit gekeken had. Ik weet niet hoe het komt,
maar om een of andere reden reed ik hier al ieder jaar mijn eerste prijs van het seizoen.
Daarom dat ik dan ook al lachend verteld had aan mijn studiegenoten dat ik hier mijn eerste bloementuil ging meegraaien.

Dat bleek iets te hoog gegrepen maar ik was toch op de afspraak.
Er waren 148 inschrijvingen. In de vijfde van de twintig af te leggen ronden raakten we
met een 15-tal renners voorop. Met bij hen ploegmaten Lampaert en Provoost.
Uit de achtergrond konden ze 4 ronden later aan ons achterwiel likken, maar niemand kwam nog terug.
Bij de volgende ontsnappingen in de kopgroep was ik steeds vertegenwoordigd. Op een ontsnapping die bleef dragen
was het wachten tot op vijf ronden voor het einde. Pieter Serry ging aan, ik volgde en Sander Verhaeghe en een Litouwer
haakten ook nog hun wagonnetje aan. We draaiden goed rond met 4,

maar konden (mede door ploegbelangen) niet beletten dat nog 3 man :
Bjorn Dedecker, Kevin Van den Noortgate en de Fransman Valerian Vermeulen terugkwamen.
Bij een volgende versnelling moesten Dedecker en de Litouwer passen. Nog 5 renners maakten kans op de overwinning.


Ondanks pogingen van Van den Noortgate en Verhaeghe had ik had het gevoel dat Pieter Serry en ikzelf de sterksten vooraan waren.
We probeerden er talloze malen van onder te muizen, maar kregen nooit een vrijgeleide.
Wel was het markant dat Van der Noortgate steeds moest passen, maar omdat het
elke keer stil viel kon hij toch terugkeren.
Door de vele aanvallen en reacties op de aanvallen van Serry, wist ik dat
winnen moeilijk zou worden. Van den Noortgate verraste ons door van achteruit aan te gaan
op 300 m van de streep. Hij won voor Vermeulen en Serry. Ik werd 4e voor Verhaeghe.


Yves Lampaert werd 12e. Een onfortuinlijke Stijn Provost werd na een val door de hulpdiensten opgepakt.
Alles lijkt gelukkig nog mee te vallen, maar via deze weg toch veel beterschap Stijn !
Jeroen Hoorne maakte een verdienstelijk heroptreden en werd 14e in het verbrokkelde peloton.


2-4 april: Triptyque des Monts et Châteaux (2.2 UCI) - 36e
1e rit: massasprint. Tim eindigt 42e in het uitgedunde peloton. Kent wel bandbreuk maar kan terugkomen.
Frederique Robert wint voor Wouter Wippert (N), Jetse Bol (N) en de sterke Taylor Phinney (VS) & Marcel Kittel (D) (Kdc)
Ploegmaats: S. Abts: 10e, K. Bulthynck 18e, Kess 41e. Reportage directvélo
2e rit: Tim rijdt matige tijdrit 's morgens. Ong. aan de helft van het deelnemersveld.
Namiddagrit wordt gereden in helse omstandigheden.
Veel valpartijen, o.m. van Tim. Kan ondanks rugproblemen terugkomen naar het peloton. Staat nu 47e in klassement.
Ook tegenslag voor de ploeg, met handbreuk Kaupas & ziekte Jeroen Lepla.
3e rit: Koninginnerit. 38e in loodzware wedstrijd. Tim eindigt vooraan het 2e pelotonnetje op 33". Toch wat rugproblemen.
Ploeg wint dagklassement. Tim 36e in eindklassement. Morgen oriëntatieloop in Leopoldsburg. (Kdc)
boven de kasseien van de Beau Site te Saint-Sauveur



28 maart: Trofee van Haspengouw (IC Aalst-St-Truiden): 28e
Rampzalig. Zo was het gevoel dat ik had in de eerste kilometers van de wedstrijd.
Er werd mij echter geen inrijperiode gegund. Vanaf kilometer 10 werd er bijna constant op de boord gereden.
Een paar keer kwam het nog wel samen maar na 25 kilometer werd het peloton in verschillende waaiers getrokken.
Ik moest ervan tussen in peloton 1 maar kon me in het tweede handhaven.
Onze achterstand was nooit echt groot en we kwamen terug, net als enkele volgende groepjes.
Toch mocht een kleine helft van het deelnemersveld al de kortste weg terug naar Sint-Truiden zoeken.
Na zo'n kleine 2 uur koers reed een groep van 18 man weg. Ik was nog steeds niet bij machte om mee te springen.
Het peloton was nooit meer dan een minuut achter, mede door het werk van onze ploeg,
maar de leiders zouden we niet meer terugzien.
Toen we in de plaatstelijke ronden kwamen, begon de motor geleidelijk aan te slaan bij mij.
Op twee ronden van het einde reageerde ik op een uitval van de voorheen gevallen Julien Vermote. Ook Vic
Duynslager haakte zijn wagonnetje aan. Samen reden we de kloof naar een volgend pelotonnetje dicht.
We mochten uiteindelijk nog sprinten voor de 21e plaats. Ik werd 28e.

Sander Cordeel won voor Dennis Vanendert en Yannick Eijssen.
1e jaars Yves Lampaert en Stijn Provost reden een sterke wedstrijd, maar zagen dit niet echt beloond in
resultaat: ze werden 36e en 45e. Jani Desmet werd ondanks een val vorige woensdag 60e.
 

24 maart: Waregem (Dwars door Vlaanderen voor Beloften)
250 (!) deelnemers. 6 vluchters. Tim rijdt vrij goed vooraan op meeste hellingen.
Wordt wel opgehouden op de Patersberg. Daarna springt hij met G. Van Keirsbulck
naar achtervolgende groep van 16, die bij 3 van de vluchters geraakt.
De andere 3 zijn op dat moment vertrokken en houden stand.
De groep van 19 wordt bijgehaald door het peloton.
Tim finisht achteraan als 61e. Wel tevreden over groeiende conditie. (Kdc)

Achtervolgende groep van 16. Even verder zouden we bij 3 van de 6 vluchters komen. De andere zijn dan gaan vliegen.

Achtervolgende groep is opgeslokt door het peloton. 4 man rijdt eruit weg. Ik zet de achtervolging in op de Herlegemstraat

 
21 maart: Challenge de Hesbaye Trognée: 39e
De weergoden gunden me vandaag geen zonnige 21e verjaardag. Er stond een strakke wind in Trognée en het regende de hele koers door.
In zo'n weer ben ik niet erg op mijn gemak en toen ze het 186-koppige peloton in waaiers trokken na zo'n 30 kilometer
zat ik helemaal achteraan.
Gelukkig zat Bart Vanheule in mijn buurt. Samen met hem reed ik bijna het ganse peloton voorbij. We kwamen tot bij de 2e waaier.
Daar bleven we doortrekken en we reden met een kleine groep naar de eersten. Toen viel het tempo wat stil,
maar slechts een deel van het peloton kwam nog terug. De rest mocht gaan inpakken.
Intussen had ik in een put gereden waardoor mijn zadel helemaal naar beneden gekanteld stond. Een fikske rugpijn was hiervan het gevolg.

Nochtans ging het in de bergzone erg vlotjes. Keihard gekoerst werd er niet, maar ik kende absoluut geen moeite om te volgen.
Op een moment waar het compleet stil viel kozen 12 renners het hazenpad en niet van de minste.
Ik vroeg raad aan Nico Kuypers maar hij vertelde dat we nog wel naar de eersten zouden rijden.
Dat was echter zonder brute pech gerekend.
Nico reed lek en zag het peloton niet meer terug.
Intussen waren we in de plaatselijke ronden. Ik voelde dat de pijn in mijn rug me serieus belemmerde in mijn prestaties
en beperkte me (noodgedwongen) tot volgen. Bart Vanheule slaagde nog in een bravourestukje
om als enige nog helemaal vooraan te raken. Hij zou 8e worden.
Evert Verbist won voor Yannick Wellens en Paavo Paajanen.
Ikzelf kon me in het erg uitgedunde peloton handhaven en werd uiteindelijk 39e. Zonder de zadelproblemen zat er misschien meer in,
maar het belangrijskte is dat ik voel dat de goeie benen geleidelijk aan het komen zijn.

 
6 maart: Harelbeke (Vlaamse Pijl - topcompetitie)
Met Kess Heytens voor de start - foto Soenens

Koers met sterke bezetting. Tim rijdt lek voor eerste heuvels; kan terugkeren in peloton;
Op mijn lievelingsberg: de Patersberg

komt na de Patersberg voorbij Zulzeke bij het eerste peloton, maar rug blokkeert op de Kortekeer
(door kniestoot in de rug tijdens turnmaneuver deze week?). Deze week gaat hij naar de osteopaat.
Jeroen Hoorne kent zware val. Veel beterschap gewenst. (Kdc)

 

3 maart: GP Le Samyn (Dour) - 41e
Aangezien ik mijn koers zondag niet uitgereden had, moest ik vandaag wel koersen met het oog op zaterdag.
Ongeveer 180 renners hadden echter hetzelfde idee. Gelukkig werd de koers verreden op glooiende, maar brede wegen.
Er werd rustig gestart, maar eens we op de plaatstelijke ronden kwamen, werd de gaskraan volledig open gedraaid.
Voor veel renners ging het te snel en het peloton werd snel gedecimeerd op een parcours
waar het leek alsof de wind steeds schuin stond.
Aangezien het steeds op de kant kwam, zat aanvallen er niet meteen in. 80 renners maakten in de laatste ronde
nog kans op de overwinning. Een groep van zo'n 15 renners zonderde zich af.
Op dat moment scheurde het peloton in verscheidene stukken. Ik kon als een van de laatsten nog alleen de sprong maken.
Voor ploegmaat Kess Heytens ging het allemaal nog niet snel genoeg. Hij deed samen met Ludovic Capelle en Alexandre Gratiot
een gooi naar de overwinning.
Ze werden op de hielen gezeten door een peloton dat nog 40 man sterk was. Ze wisten echter stand te houden
Capelle won. Kess werd 3e. Ikzelf sprintte niet echt meer mee en werd 41e.
Bij de profs even later won Jens Keukeleire (tot vorig jaar nog ploegmaat) na een indrukwekkende sprint.


28 februari: Gent - Staden
Voor één keer was het zoals de weermannen voorspeld hadden. Een stormachtige windkracht 7 en
striemende regen maakten de tocht naar Staden tot een hel.
Staden zelf zou ik echter niet zien. In het aanvang van de wedstrijd werd er slag om slinger gevallen.
Door mijn vroegere ervaringen met het asfalt tussen Gent en Staden hield ik me steeds achteraan.
Telkens als ik even probeerde op te schuiven vielen ze opnieuw en dus hield ik me maar op in de achterste gelederen.
De wind stond echter pal op de neus en zo bleef het peloton compact. Door de lage snelheid, de regen, de wind en
de gezakte temperaturen kreeg ik echter ontzettend koud. Ik begon te klappertanden en mijn lippen sloegen paars uit.
Uiteindelijk viel het peloton toch in stukken en brokken op de kasseien van Kanegem en vooral het stuk erna.
Ik reed nog heel wat groepjes voorbij, maar de kop van de wedstrijd zag ik niet meer van dichtbij.
Intussen was de kou niet meer te harden. Ik stapte onderkoeld en totaal gedemotiveerd uit de wedstrijd.
Woensdag hoop ik op beter in Frameries.
Slechts 5 (!) renners van de 220 starters reden de koers uit.
Jelle Wallays won na een heroïsche prestatie zijn thuiswedstrijd.
Ploeggenoot Joeri Clauwaert werd 2e.


21 februari 2010: Clubkampioenschap Beveren: 26e
Voor ons clubkampioenschap was het niet meteen mijn bedoeling even goed te doen als mijn broer gisteren.
De eerste koers in 4 maanden, en het was duidelijk weer even wennen. Veel tijd om in te rijden werd me echter niet gegund.
In elke van de 17 af te leggen ronden moesten we over een stuk van een anderhalve kilometer, waarin de wind 3/4 in de zij stond.
De mannen van Beveren 2000 besloten in de eerste ronde reeds dat 90 renners iets te veel was
en ze gooiden meteen de knuppel in het hoenderhok.
Het peloton scheurde in diverse stukken, maar alles kwam terug samen. De ronde erna was het echter wel prijs.
Een vijftiental renners scheurde zich af van de rest.
Achter hen zetten we met de mannen van Soenens de achtervolging in.
Na een 5-tal ronden naderden we met ons, inmiddels serieus gedecimeerd groepje,
tot op zo'n 25 seconden.
In een waaier met zijwind. Ik zit helemaal rechts.

Vooraan vernamen ze dit echter en trokken ze nog eens keihard door.
Het gat werd meteen 50 seconden en de veer was gebroken bij ons.
De mannen van Beveren draaiden bij ons niet echt mee, maar op een zestal ronden van het einde
pleegden ze bij ons ook een coup. Enkel Joeri Clauwaert schoof mee van ons. Ik wilde ook wel nog,
maar Belgisch Kampioen Nico Kuypers maande mij van te blijven zitten en niet te forceren in mijn eerste koers.
Dit was waarschijnlijk een verstandige beslissing. Nochtans reed dit groepje nog tot bij het eerste groepje.
Hieruit waren er echter nog 3 renners ontsnapt. Deze sprintten voor de zege.
Sven Jodts won voor Laurens De Vreese en Guillaume van Keirsbulck.
Clubkampioenen bij ons werden Yves Lampaert bij de beloften, na een sterke wedstrijd en
Bart Van Heule bij de elites zonder contract. Ikzelf werd 26e.




2009 (tweedejaarsbelofte)


 
 
20 sept 2009: Passendale - 16e
Zware koers in een zeer sterke bezetting. 2 vluchters waaronder BK Nico Kuypers domineren de koers.
Ploegmaats kunnen niet vermijden dat in de slotfase 4 renners naar hen toe rijden.
WK-ganger Jelle Wallays wint voor Jan Ghyselinck en Thomas Chamon.
Tim laat het gat vallen voor ploegmaat Jeroen Hoorne die al zo de pelotonsprint wint.
Tim finisht 16e, achteraan het peloton, of wat er van overbleef. Slechts 22 renners rijden uit. (Kdc)




19 september: Nazareth - lek
130 renners aan de start vandaag. Ik vreesde dus dat het een loterij zou worden.
Mijn vrees werd dan ook werkelijkheid. Ik was duidelijk nog niet hersteld van de zware koers donderdag.
Ik besloot me enkele ronden in het peloton schuil te houden en te hopen op beterschap.
Er werd slag om slinger gedemareerd, maar de topfavorieten werd geen meter gegund.
Intussen sloeg het noodlot toe bij mij.
Ik kreeg af te rekenen met een lekke band en moest dan ook noodgedwongen opgeven.
Thomas Debrabandere won. Morgen zal ik rijden in Passendale.


17 september: Westkerke - 10e
Vandaag stond de koers in Westkerke op het programma. Het zou afwachten worden wat het zou worden,
want het was al van Kruishoutem 5 weken geleden dat ik nog een kermiskoers gereden had
en ik had in het weekend ook wat moeten uitzieken.
Er stonden heel wat kleppers aan de start. In het eerste wedstrijduur kende ik problemen om te reageren
op de uitvallen van de Guy Smets van deze wereld. Ik kwam er nadien wat door,
maar vreesde dat het kalf intussen al verdronken was.
20 man reed voorop en wij met het peloton volgden op een kleine minuut. 
Achter Stijn Ramant en Kristof Catteeuw - foto Pol Demeyere

Ik begon echter geleidelijk wat te beteren. Ik bleef tempo rijden in het peloton en er ontstond
een achtervolgend groepje van 10 renners. Tot mijn grote verbazing zag ik echter dat we naderden op de kopgroep.
Op 4 ronden van het einde kregen we ze in het zicht.
Het sein voor Bram D’hont om te gaan aanvallen. Ik ging mee en we kwamen tot op 20 meter.
foto Pol Demeyere
foto: http://www.bloggen.be/pomer


Zegekoning Guy Smet zag ons helaas komen en gaf er een patat op.
6 renners volgden hem. Wij kwamen bij de rest maar de vogels waren gaan vliegen.
Jo Maes won voor Guy Smet. Bart Heirweg werd 3e voor Bart Kuypers. Jeroen Hoorne werd 7e.
In het sprintje voor de 8e plaats slaagde Dhont er nog in om weg te glippen.
Ik werd 2e in de sprint en dus 10e in het totaal. Slechts 2 beloften eindigden in de top-10.


9 sept: Izegem - dernykoers (3e in de reeksen en 6e in de finale)
Vooral in de reeksen werd er zwaar gekoerst (48 km/u). Ik eindigde 3e.
De finale was sterk bezet, met o.m. Jérôme Baugnies, Bart Heirewegh, Joeri Clauwaert, Iljo Keisse, Kenny Vanlaere,
Kim Borry & Geoffrey Demeyere. Winnaar werd Kuypers, voor Heirewegh en Keisse.
Ik eindigde 6e.



In de pauze werd de veelbesproken 'vaderkoers' verreden met een opkomst van 35 dapperen.
Er was een glansrol voor koersvader en -grootvader Roger Soenens.
Premies en ludieke prijzen werden weggekaapt door door Philippe Labbe,
door koersmoeder en ex-Belgisch Kampioene Nele Dhaene,
en door ploegleider Geert Populier die de hoofdprijs (een erotische vrouwelijke tuinkabouter) mee naar huis nam.
Blikvangers waren de Izegemse solexclub (in retro-outfit) die zijn solexen inzette als derny's
en bloemenmeisje Marleen, die de renners onderweg tegenhield voor een aperitief.
De vaders & begeleiders werden gezegend door zuster Pierre en door E.H. Karel, mijne pa.







 
6 september: Circuit du Port Dunkerque - 7e
Vandaag was de uitgelezen kans om de koerskas wat te spijzen. Iedere ronde minstens 175 € te verdienen
en 1000 € voor de eerste ploeg.
Het was van mij afwachten wat het zou worden nadat ik donderdag merkte dat ik nog allesbehalve super was.
Vandaag voelde ik me echter stukken beter. Samen met Jeroen – Patje Boem Boem- Lepla startte ik helemaal achteraan.
Het gaspedaal werd van in het begin echter helemaal ingedrukt.
Het duurde 2 ronden voor ik vooraan kon komen postvatten. Eens vooraan reageerde ik op een uitval van Louis Verhelst.
4 man volgde. Een 3tal ronden bleven we voorop waarin ik 1 premie van 100 € pakte.
Toen kregen we versterking van een elitegroepje met oa Kess Heytens en 4 man van Beveren.
Nu waren we met zo’n 30 man voorop. Ondanks het grote aantal bleef het goed ronddraaien.
Het peloton was echter nooit meer dan 45” achter.

Het was dus knokken tot der dood. En al van op 5 ronden voor het einde werd er slag om slinger gedemarreerd.
Voor velen ging het wat te snel en met 19 renners in de kopgroep gingen we de finale in.
Op 2 ronden van het einde ging een verbluffend sterke Jelle Wallays aan de haal.
Arthur Vanoverberghe zag het gevaar en reageerde gevat. Nog 3 renners volgden en alle grote blokken
van de kopgroep waren vertegenwoordigd behalve Soenens. Het was dus aan Kess en ik om uit ons kot te komen.
We moesten tot op de limiet rijden maar slaagden er op het nipppertje in het gaatje te dichten
met 2 Beveren telgen in ons spoor. Zo kwamen we met 9 man aan het front.
Het draaide echter totaal niet meer rond zodat ook de rest terug kon aanpikken.

Beveren besloot nu de kaart van Jarl Salomein te trekken.
Jelle Wallays en Sven Nooytens zetten zich de volledige laatste ronde op kop zodat niemand nog zin had om aan te vallen.
In de laatste 3 kilometer kwam het peloton echter terug tot minder dan 10 seconden. Een 5-tal renners maakten de sprong.
Wij gingen naar een sprint. Ik draaide iets te ver uit, maar beschikte ook niet meer over de beste benen
om mee te doen voor de overwinning. Adam Blythe zat duidelijk wel nog fris,
aangezien hij slechts op iets meer dan een kilometer kwam aansluiten. Hij won voor Jarl Salomein.
Ik werd 7e en was erg tevreden van mijn wedstrijd.
Andere Belgen in de top 10: Thomas Chamon 5e en Kess 10e. Gem. snelheid: 46 km/u.


3 sept: Kortemark - 14:30 u (profs)
Eerste koers na examens. Wat conditieverlies. Zware wind. Wel goed gevoel in het begin.
Na onweer gaat het slechter en Tim moet op 6 ronden van het einde loslaten.
 (Kdc)


23 augustus: BK Binche - 15e
Ik moest tot 2 dagen voor de wedstrijd wachten op mijn definitieve selectie en wilde dan ook als het even kon iets laten zien.
De vorm was goed, maar ik wist niet waar ik stond in vergelijking met de Belgische top.
Het BK werd verreden over een schitterend parcours. Banen die voor geen meter bolden dat wel,
maar nooit vlak en elke ronde een venijnig klimmetje aan de meet in kasseien.
Het was bloedheet en winderig en er was een grote enthousiaste menigte.

Na een ronde of 3 raakte ik een eerste keer vooraan. Ik reageerde op een uitval en met een man of 5
reden we naar een groep van zo’n 25 vluchters. Ik hield me wat afzijdig want met zo’n groep voor blijven hield ik niet voor mogelijk.
Toen we na anderhalve ronde terug ingelopen werden, waagde ik mijn kans.
begin van ontsnapping met Michael Vanderaerden

Michael Vanderaerden volgde. Een drietal kilometer later kregen we versterking van nog 9 renners
met o.a. Walt De Winter, Stijn Steels, Thomas Opdebeeck en Gregory Joseph.
We bleven 5 ronden voorop, reden goed door en ik was misschien wat te gul met mijn krachten.
kopgroep van 11

We haalden maximum 50", maar werden ingerekend door een langgerekt maar uitdunnend peloton.
Op dat moment reed opnieuw een ontsnapping weg. Ik kon even niet reageren en zette me
in de buik van het pak. Toen de kopgroep in schuifjes aandikte begon ik toch lichtelijk te panikeren.
We demarreerden met zo’n 7 man, maar na een ferme snok van Kevin Van Melsen slaagden enkel hij, Reno De Keulenaer en ik
er nog in de sprong naar de kop te maken. Op het klimmetje in diezelfde ronde trok Dimitri Claeys vooraan snedig door.
Er viel een gaatje, maar samen met Steels slaagde ik er nog in het kloofje te dichten.

We raakten opnieuw met 8 renners voorop met daarbij 3 telgen van Jong Vlaanderen: uittredend kampioen Dimitri Claeys,
Sven Vandousselaere (na een knappe remonte wegens bandbreuk en materiaalpech) en Siebrecht Pieters.
Verder ook nog een sterke Steels, Van Melsen, De Winter, Joeri Adams en ikzelf.
nieuwe kopgroep van 8

We reden snoeihard door want onze voorsprong steeg nooit boven de 40 seconden. Daardoor vergat ik te eten.
Op 2 ronden van het einde voelde ik mijn krachten wegebben en kon ik niet meer overnemen.
Ik speelde alles waar energie in zat naar binnen, maar het mocht niet baten.
In de laatste ronde moest ik even remmen om in het gootje te kunnen. Ik moest een gaatje van zo’n 5 meter laten,
maar kreeg het boven niet meer dicht. Ik werd opgeslokt door het “peloton” of wat er van overbleef.
Hieruit slaagden 4 renners (Julien Vermote, Jelle Wallaeys, Jeroen Hoorne en Meersmans) er nog in de sprong
naar het kopgroepje te maken.
Intussen was een fenomenale Claeys wel al vertrokken. Hij legde de laatste 11 km solo af
en rijfde zo zijn 2e Belgische titel in evenveel jaar binnen.
De Winter slaagde er ook nog in om weg te rijden en haalde de zilveren medaille binnen.
Het brons was voor Vandousselaere.
Intussen vond ik mijn tweede adem terug. Ik had me een halve ronde in de wielen gezet en kwam er eindelijk terug door.
Samen met Europees Kampioen Kris Boeckmans en Arthur Vanoverberghe zette ik nog eens alles op alles.
demarrage uit het 'peloton'

We reden weg en raapten nog enkele enkelingen op en kregen ook de achtervolgende groep terug in het vizier.
We kwamen echter net te laat. In een sprintje van stervende zwanen werd ik uiteindelijk 15e in het totaal.


Ik denk dat ik best tevreden mag zijn over mijn BK. Ik was bijna de hele koers in de aanval en kon tot diep in de finale meedoen voor de overwinning op een zwaar parcours, waar overigens slechts een 40-tal renners van de 196 de wedstrijd uitreden.
verslag hln,  filmpje.


18 aug: Omloop der Grensstreek Wervik (IC)  179 deeln - 6e
Ondanks slechte benen toch nog goede uitslag.
10 renners voorop; Sven Jodts wint. Tim 6e in de pelotonsprint. (Kdc)

Pelotonsprint gewonnen door Jarl Salomein; ik ben daarin 6e net na ploegmaat Jens Keukeleire - Foto Franky Van Der Kelen
Foto Franky Van Der Kelen


15 aug: Kruishoutem: 3e
warme, lastige koers. 67 starters. 5 renners halen grote voorsprong.
Louis Verhelst wint voor Kevin Lava en Tim.
Pieter Serry en Reno Dekeulenare worden 4 en 5.
Tim nog niet geselecteerd voor het BK. (Kdc)

Uitslag
Kopgroep van 11 boven een helling met zijwind

Achtervolging in derdelaatste ronde met ploegmaat Kevin Lava op de ontsnapte Pieter Serry, Louis Verhelst en Reno Dekeulenaere

Louis Verhelst wint voor Lava, ikzelf, Serry en Dekeulenaere


9 augustus: Schuiferskapelle - 5e
Na mijn goeie prestaties van de voorbij weken had ik stiekem terug op een mooi resultaat gehoopt vandaag.
Helaas bleek al snel dat ik niet over de benen van de voorbije dagen beschikte.
Ik zag wel hoe eerst 4 renners demarreerden met daarbij Matthias Vanmarcke, Dries Depoorter en ploegmaat Jani Desmet,
maar reageren kon ik niet meteen. Toen naar die 4 nog eens 5 renners reden dacht ik dat de koers gereden was.
Gelukkig zaten nog heel wat kleppers in het peloton en begon ik mij stillaan wat beter te voelen.
Op een ronde of 8 van het einde reden we met een groepje van zo’n 6 weg uit een reeds uitgedund peloton.
We raapten enkele geloste renners op waardoor de samenwerking allesbehalve ideaal was.
5 renners kwamen nog aansluiten. Nog 4 reden voor ons: een groepje met Eliot Lietaer en Kristof Dhollander
en achter hen een groepje met Depoorter en Timothy Dupont.
Op 2 ronden van het einde ging Thomas Chamon snoeihard door.
Samen met Thomas Debrabandere slaagde ik er in het gaatje te dichten.
Ik zag enorm af, maar we naderden wel zienderogen op de eersten.
Spannende achtervolging in laatste ronde op de 2 leiders. De renner links van de volgwagen is mijn broer die spupportert.

We reden zo hard dat Depoorter en Dupont niet eens konden aanpikken.
Ze hadden wel beiden een erg sterke wedstrijd achter de rug !
Ik voelde dat ik wat over mijn toeren aan het gaan was. Ik reed nog mee, maar voor een sprint had ik niet meer de kracht.
Op een kilometer van het einde zette ik mij op kant. Thomas Debrabandere volgde even later mijn voorbeeld.
Chamon reed nog naar de leiders en won de wedstrijd! Dhollander werd 2e en Lietaer 3e. Ikzelf werd dus 5e op 15 sec.
Thomas Chamon wint voor Kristof Dhollander. 3e is Eliot Lietaer. Verderop worden Thomas Debrabandere en ikzelf 4e en 5e.

Laurent Vandenbak werd 7e, Depoorter 8e en toekomstig prof Jan Ghyselinck 9e.
Na de wedstrijd stond ik even op de foto met sponsor Roger Soenens.


Nu neem ik even wat gas terug voor mijn herexamens maar ga wel blijven trainen.
Mijn volgende koers volgt normaal volgende week zaterdag.
Ik hoop ook dat ik geselecteerd word voor het BK.
 

5 aug (16 u): Zillebeke - Westouter - Zillebeke (IC) - 16e
Hier zat meer in; de kopgroep waar Tim deel van uitmaakte werd 2x opgehouden aan een overweg.
Ook Kess Heytens (alleen op zoek naar de leider) werd hiervan het slachtoffer.
6 vluchters waaronder Lorenzo Derycke hadden meer meeval en kregen een toegift van 45".
Lorenzo 4e. Jelle Wallaeys wint.
Tim spurt 10e in pelotonsprint. Conditie is heel goed. (Kdc)

In het wiel van de latere winnaar op de Rode Berg

Als 3e in de kopgroep op de klim in het plaatselijk parcours

 
1 augustus: Aarsele - 2e
Er waren al 66 renners ingeschreven toen Lorre (Derycke nvtd) en ik de inschrijvingstafel 20 minuten voor de start bereikten.
We mochten nog meedoen, maar moesten ons toch reppen om op tijd te komen.
We hadden echter nog een minuutje over en konden zo zonder stress de wedstrijd aanvangen.
Ik wist dat het bij beloftenwedstrijden van cruciaal belang is dat je niet achter de feiten aan moet rijden.
Daarom ging ik met iedere ontsnappingspoging mee. Zo kwamen we na 3 ronden wedstrijd met een man of 17 voorop.
Het peloton was echter niet veraf en we gaven serieus gas.
Mede door een valpartij moesten 6 renners de rol lossen. We bleven met 11 vooruit.
Aaron dejaegher moest half koers ook afhaken.
Het draaide goed rond met 10 en onze voorsprong was geruststellend.
foto Miel Loncke

Op 4 ronden van het einde begon de koers voor de overwinning.
Dries Depoorter toonde zich erg actief, maar ook ik bleef met elke aanvalspoging meegaan.
De kopgroep verbrokkelde helemaal. We bleven met 5 man voorop.
Bij het ingaan van de laatste ronde ging Depoorter er nog eens vandoor.
Ik twijfelde even en hij was gaan vliegen. Hij haalde verdiend zijn 3e seizoenszege binnen.
Bij ons nam Vic Duynslaeger niet over omdat hij zijn ploegmaat vooraan wist.
We draaiden dus met 3 rond: Nielsen Raedt, Mathias Dierrickx en ikzelf. Maar niemand reed echt vol.
Ik wilde de 2e plaats nog binnenrijven en probeerde verscheidene keren weg te glippen.
Ze kwamen me keer op keer halen, maar uiteindelijk werd het Dierrickx toch fataal.
Hij moest lossen maar werd nog 5e.
Voor de 2e plaats kwam het tot een sprint.
Ik moest van op kop beginnen, maar tegen mijn verwachtingen in won ik de spurt
met een half wiel voor op Raedt. Vic werd 4e.
Spurt met 3 Foto Vic Duynslaeger

Die 2e plaats was een serieuze opsteker voor mij.
Eindelijk loopt alles terug zoals het hoort en hopelijk kan ik mijn goeie vorm 1 der komende weken nog verzilveren...


30 juli: Internatie Reningelst (IC) - 28e
Het waaide de takken van de bomen vandaag. 5 Beaufort en dan nog helemaal in de open vlaktes.
Gelukkig waren de stukken zijwind vooral beperkt tot de klimmetjes en was het anders bijna altijd met of tegen wind,
want ik was wat ziekjes vandaag.
Dat mocht ik in de eerste ronde al aan de lijve ondervinden. In het stuk met de wind in de rug
reden ze zodanig hard dat het peloton al in 4 stukken viel. De grootste delen kwamen wel nog terug samen,
maar we waren toch al een heel deel renners kwijt.
Een ronde later gingen 20 renners ervandoor met daarbij Nico Kuypers en Kess Heytens.
Ze moesten vechten voor hun eerste 20 seconden, maar eenmaal over de halve minuut was de veer gebroken in het peloton.
Slechts 1 renner slaagde er nog in de sprong naar voren te maken: Jelle Wallays reed op indrukwekkende wijze het gaatje alleen dicht.
Hij moest 3 ronden achtervolgen en net voor hij kwam aansluiten gingen 4 renners er van door:
Kuypers, de Litouwer Kruopis en de 2 ploegmaten Sven Vandousselaere en Sep Vanmarcke.
De 4 bleven voorop. In de sprint won Kruopis voor Vandousselaere. Nico werd knap 4e.
Het peloton was intussen ook compleet verbrokkeld. Ik zat in het eerste groepje achtervolgers,
maar voelde me nog steeds niet super. Ik dacht even aan opgeven maar beet toch door.
Net toen ons groepje in 2 splitste reed ik nog lek achteraan. Ik kon al bij al nog vrij makkelijk terugkeren
tussen de auto’s, maar de vogels waren natuurlijk gaan vliegen.
Nu ja, ik dacht eerlijk gezegd toch dat ik niet meer bij machte geweest was mee te gaan.
Doordat er vooraan nog enkele renners uitgereden werden sprintten we nog voor de 24e plaats.
Ik werd 4e in de sprint en 28e in het totaal. Een resultaat dat er eigenlijk nog mag wezen, aangezien ik wat ziekjes aan de start kwam.
Kess zette opnieuw een mooie prestatie neer door 9e te worden. Jeroen Lepla werd 18e en Alexander Chamon 23e.
Hiermee werden we 2e in het ploegenklassement.


26 juli: Izegem - 4e
Na mijn lekke band van gisteren, kreeg ik vandaag opnieuw een kans om iets te laten zien voor eigen volk.
80 renners tekenden present voor 19 ronden van 6 km. Wat tijd om in te rijden werd me niet gegund.
Het was 'bagarre' van in de start, en ik voelde dat ik absoluut niet over de benen van gisteren beschikte.
Toen een groepje van zo'n 10 renners zich losmaakten uit het peloton slaagde ik er toch in alleen het gaatje te dichten.
Niet veel later kwam echter nog een groepje terug.
Uiteindelijk viel het tempo helemaal weg zodat bijna het ganse peloton terug zicht had op de overwinning.
Dat was niet naar de zin van de heren Kaupas en Striska. De Litouwers gingen er vandoor nog voor half koers.
We kregen ze niet meer te pakken.
Ik kreeg stillaan een beter gevoel en gign me dan ook concentreren op de strijd voor de ereplaatsen;
Er werd slag om slinger gedemarreerd, maar geen enkele ontsnapping was een lang leven beschoren.
Tot in de laatste 2 renners een mooie voorgift kregen. Ik besefte dat het nu of nooit was en legde me nog eens plat.
Ik verzuurde tot achter mijn oren, maar kon de aansluiting maken.
Uiteindelijk viel nog één van ons drieën op zo'n 2 km van het einde. We bleven met 2 uiteindelijk nipt buiten schot.
In de sprint moest ik het duidelijk afleggen tegen de pool Wiesiak, die in de laatste kilometers 'niet meer kon overnemen'...
Nu ja ik had het wel verwacht. Ik was uiteindelijk erg tevreden met mijn 4e plek (ik was eerste Belg).
Ik dank ook de talrijk opgekomen supporters.
Het was een plezier om te koersen met zoveel aanmoedigingen.

 
17-21 juli: ronde van Luik (2.12) - 33e
1e rit: 12 renners voorop; Tim eindigt in het peloton - Nederlander Ruijgh wint (Kdc)
2e rit: 20 renners voorop; Tim eindigt als 45e in het uitgedunde peloton - Duitser Schweizer wintWaaiervorming in peloton Foto Johan Wellens

3e rit: Tim rijdt lek 500 m voor de muur van Hoei. Kan terugkeren in het peloton waaruit intussen 31 renners zijn weggereden.
Deze halen 2' voorsprong. Tim kan nog wegdemarreren samen met enkele renners
en uit de greep van het peloton blijven. Eindigt 36e. Nederlanders Dennis Luyt wint.
Opgave Bram Deprez met rugklachten; Val Nico Kuypers.
Klassement Tim: 44e - Rob Ruijgh leidt voor Sander Armee.
4e rit: geneutraliseerd na 100 km wegens ongeval met de aanhangwagen van de bezemwagen,
die loskwam en 2 wielertoeristen raakte, voor één met fataal gevolg.
een 7tal renners hadden op dat moment een kleine voorsprong en Tim reed in het peloton.
foto: vooraan peloton in afzink Baraque Michel (foto Julien Vermote)
In afzink Baraque Michel Foto Julien Vermote
5e rit: koninginnenrit over 10 Ardennenhellingen.
20 renners voorop waaronder ploegmaat Kim Borry. Tim vindt zijn klimmersbenen terug van als nieuweling en eerstejaarsjunior

en eindigt in de voorwacht van het peloton als 31e. Grote tijdsverschillen en veel opgaves.
Nico Kuypers rijdt uit ondanks kwetsuren.
Tim stijgt naar 33e plaats in klassement en is daarmee 6e van de -20 jarigen.
Thomas Degand wint deze internationaal sterk bezette koers.



11 juli: Sint–Elooisprijs Pittem (IC) - 26e
‘Kans op een lichte bui, maar op de meeste plaatsen droog’. Zo was de weersvoorspelling voor vandaag.
Uiteindelijk bleek het toch even anders. Na nog geen 2 kilometer kregen we al de inhoud van een onweerswolk
over onze kop heen. Dit zorgde voor serieus wat valpartijen.
160 vertrekkers. Een 10-tal renners wilden de nervositeit in het peloton ontlopen en kozen het hazenpad.
Bij hen 3 Soenens – boys: Kess, Kimbo en Preetje.
In het peloton was het wachten tot op de oude Kwaremont voor er actie kwam.
In de aanloop er naar toe heb ik bepaalde keren de dood in de ogen gekeken, maar uiteindelijk kon ik toch
in ongeveer 25e positie opdraaien. Omdat het nog steeds regende waren de stenen spiegelglad.
Je kon dus eigenlijk enkel op de rug van de kasseien rijden of anders riskeerde je een ferme slipper.
Voorbij steken was dus praktisch onmogelijk tot aan het dorpje.
In 4e positie halverwege de Oude Kwaremont, maar ik raak niet door

Intussen was zowat de hele Beveren 2000-ploeg vooruit gaan rijden. Ik voelde dat dit wel eens het moment
van de wedstrijd zou kunnen worden en reed het gaatje met de groep alleen dicht.
Helaas mistte ik de bocht boven op de stenen en moest zo terug aan achtervolgen denken.
Toen we aan de afdaling richting Schapenberg vertrokken kon ik echter aansluiting maken met het elitegroepje.
Op de Schapenberg moest ik krasselen om bij te blijven, maar ik kon in de afdaling vrij makkelijk terugkomen.
Het zag er naar uit dat de twee groepjes zouden samensmelten en dat we dus met een 30-tal renners de finale ingingen,
de rest leek te ver achteruit geslagen.
Dat was echter zonder een chaos op de Patersberg gerekend. Vooraan vond een incident plaats
zodat de 3e renner reeds voet aan grond moest zetten. Doordat het onmogelijk was op de kasseien naar boven te klauteren
(zelfs niet te voet !), was het gevolg dat iedereen te voet naar boven moest.
Ik was in voorlaatste positie opgedraaid en moest dus lang wachten.
Chaos op de Patersberg; verschillende renners staan te voet

In de afzink viel ik helemaal alleen tussen het compleet verbrokkelde groepje en de rest van het deelnemersveld.
Ik werd uiteindelijk al bij al nog vlug bijgehaald door een groepje achtervolgers. We draaiden goed rond
en je raadt het nooit, we reden terug helemaal naar voor in de wedstrijd.
Ongeveer half wedstrijd streden nog 54 renners voor de zege, de rest mocht zich gaan douchen.
Iets voor de plaatselijke ronden gingen Kess Heytens en Stijn Minne aan de haal.
Achter hen verbrokkelde het peloton helemaal. Ik reageerde veel te laat. Gelukkig kwam ik in een groepje terecht
met o.a. ploegmaat Jeroen Hoorne. Ik vreesde voor het einde van de koers,
maar na een helse achtervolging (ik zat inmiddels door mijn beste krachten heen)
slaagden we er toch opnieuw in om bij het, inmiddels terug samengeklitte peloton achter de 2 leiders te komen.
Nog 42 man in koers.
Aansluiting bij het peloton in de plaatselijke ronden in Pittem

Niet lang daarna viel het peloton in twee stukken. Ik zat in het tweede deel. Daarna zakte het tempo eindelijk wat
en kon ik terug op adem komen. Op 3 km van de meet ging ik op de kasseien van Egem op zoek naar de 25e plaats.
Met 4 renners raakten we voorop. Ik werd 2e in de sprint en dus 26e in het totaal.
De twee leiders bleven voor tot op het einde. Uiteindelijk moest Kess het afleggen in de sprint,
maar hij mag toch zeker terugkijken op een geslaagde wedstrijd. Jens Debusschere werd 3e.
 

6 juli 2009: Schaal Schoeters Beveren
Onbegrijpelijk maar waar! Een interclub met bijna 250 renners aan de start. Onverantwoord zou ik zelf durven zeggen,
want het parcours was absoluut niet gemaakt om met zo’n meute over drempeltjes, eilandjes en
slecht afgeleide auto’s te laveren.
Ik hield me in het eerste uur dan ook meestal bij de laatste 15 renners van het peloton op.
Daarna begon ik op te schuiven. Ongeveer bij kilometerpaal 50 raakte ik vooraan.
Na de gespeelde verwondering van ploegmaat Joeri Clauwaert dat ik ook meedeed, ging ik direct in de aanval.
En jawel met succes! Samen met Yannick Eijssen ging ik er van door.

Toen nog 12 man kwam aansluiten met onder hen oa Kim Borry, Guy Smet, Stijn Minne,
Matthias Ongena, Jurgen Mettepenningen en Pieter Mertens wist ik dat deze ontsnapping
het wel eens lang zou kunnen uitzingen.
Bij het ingaan van de plaatstelijke ronden hadden we een voorsprong van een dikke 30”.
Dit verschil werd uitgediept tot 1 minuut op 4 ronden of 32 km van het einde.
foto cyclingnews

Toen werd er gespurt voor de eerste van 3 premiespurten. Ik won de sprint maar kreeg daar vrijwel meteen spijt van.
Direct na de meet trok Minne door met Borry en Smet.
Enkel Eijssen en Mettepenningen konden de kloof nog overbruggen.
Ik zat even uit te puffen en was dan ook niet meteen bij machte om op zo’n klasbakken terug te keren.
Ik reed nog wel weg uit mijn groepje maar alleen was er al helemaal niets tegen te beginnen.
Ik hield het nog een anderhalve ronde uit, maar werd toen ook door het peloton opgeslokt.
Ik hoef je waarschijnlijk niet te vertellen hoe ontgoocheld ik was dat ik door zoiets stoms
de aansluiting vooraan moest missen… Het doet me echter wel deugd dat ik toch kon meekoersen
in de spits van de wedstrijd. Misschien zit er dan zaterdag in Pittem wel iets meer in…


4 juli 2009: Poelkapelle: 23e
Vandaag trokken we naar Poelkappele voor een kermiskoers. 85 renners stonden al klaar aan de start,
maar voor eentje werd de koers nog 10 minuten uitgesteld. Ik had een redelijk gevoel,
maar merkte toch dat ik na mijn stage op Ardense “hoogte” bij de echte snokken toch wel wat snelheid tekort kwam.
Toch glipte ik verscheidene keren mee in een ontsnapping.
Zo dacht ik dat de koers gereden was toen ik met 3 brommers: Capelle, Wallaeys en Ligneel een kloofje kon slaan.
Even later kregen we versterking van een groepje met oa Guy Smet, maar door te weinig samenwerking
ging de ontsnapping uiteindelijk toch niet door.
Het was uiteindelijk wachten tot op 5 ronden van het einde voor de beslissing viel.
11 man reed weg zonder echt te demarreren. Ook bij de volgende 9 man die ging miste ik de boot.
Ik ging in de tegenactie met Giel Bruyneel maar met 2 was het onbegonnen werk.
Tot overmaat van ramp viel het peloton ons in de laatste ronde ook nog op de nek.
Toch slaagden we er in om met 6 renners nog weg te glippen. Ik won nog het sprintje voor de 23e plaats voor Jeroen Hoorne.


2 juli: Jonkershove
Eerste koers na stage begint goed. Moet echter na enkele ronden stoppen met ademhalingsproblemen.
foto Heidi Lannoo


23 juni: St Elooisprijs Ruddervoorde (profs) 48e
Het typische scenario van een kermiskoers van de profs vandaag. In de tweede ronde reden 7 van de 160 renners weg.
Het peloton hield ze echter steeds binnen schot. Hier rijd ik even voor de groep uit met een renner van Drapac Porsche.


Tot ongeveer half koers steeg de voorsprong van de leiders gestaag.
Toen maakten Jurgen Vangoolen en Bart Vanheule de sprong naar voor. Bij het inlopen van de leiders op 4 ronden van het einde
werd er opeens erg hard gekoerst. Ik zat redelijk vooraan, in het wiel van Tyler Farrar.
Hij maakte als laatste de sprong naar een groepje van 28 man die aan het wegrijden was.
Hij moest echter uitwijken voor een renner en ging door op het fietspad.
Voor die renner moest ik in de remmen en zo kon ik de aansluiting vergeten.
Ik zag het gevaar in en ik ging nog in de tegenaanval met Quincy Vens en een renner van topsport Vlaanderen.
We naderden echter voor geen meter en werden even later terug opgeslokt door het peloton.
De 29 renners bleven vooruit. In de sprint voor de 30e plaats werd ik 19e.



Echt afgezien heb ik eigenlijk niet.
En aangezien ik hier vorig jaar ook gereden heb kan ik makkelijk de vergelijking maken
en vaststellen dat ik dit jaar heel wat beter ben. Dat belooft dus voor de rest van de zomer.
Morgen vertrek ik met enkele collega-renners voor een stage van 7 dagen in de Ardennen
om nog de laatste procentjes aan de conditie te verbeteren.


20 juni: Geluwe - 20e
Golvend parcours met nogal wat wind.
Ik voelde me al de hele week erg slapjes na de examens en had geen te grote verwachtingen voor deze avondwedstrijd.
De moed zonk me dan ook in de schoenen toen ik zag dat er zich heel wat kleppers onder de 83 deelnemers bevonden.
Ik was wel aangenaam verrast toen de benen toch nog deftig aanvoelden.
Er werd niet stilgezeten en na 3 ronden ging ik aan. We reden met 5 man weg,
en ons groepje werd even later aangedikt tot zo’n 30 man.
Ik dacht dat de koers gereden was en won het sprintje voor de premie,
Ik kom uit het wiel de Mez-renner en win 3e tussensprint

maar 2 kilometer later was alles terug te herdoen. Het sein voor 13 nieuwe renners om het te proberen.
Een ronde lang bleven we met het peloton hangen op zo'n 10 seconden
(samen met Alexander Labbe en Clinton Avery naderden we tot op 5 sec),
Hier in 4e positie van het peloton, maar de laatste 60 meter krijgen we niet dicht

maar dan brak de veer. De vluchters waren weg.
Ik was gedemotiveerd en achter hen reden voortdurend groepjes weg. Een groep van 7 man sloeg een mooie kloof.
Ik besloot dat ik toch maar eens werk moest maken van de achtervolging en nog proberen
zo veel mogelijk uit de brand te slepen. Samen met Mathieu Langedock bleef ik 2 ronden lang
op 100 meter van het groepje van 7 hangen.


Tegen mijn verwachting in kregen we het gaatje uiteindelijk toch dicht.
Op 3 ronden van het einde kwam nog een groep van zo’n 10 renners bij ons aansluiten.
Meteen ging 4 man door. Ik kon niet meteen reageren, maar ging met 5 man mee in de achtervolging op die 4.
Op het laatste viel het hele deelnemersveld uit mekaar. Ik hield de benen stil toen Brian Ligneel demarreerde uit ons groepje
en won het sprintje van de 4 overblijvers. Uiteindelijk kon ik daarmee nog een 20e plaats uit de brand slepen,
waar ik best tevreden mocht mee zijn.


Ik was echter nog veel blijer toen ik vernamen dat mijne maat Kess Heytens gewonnen had.
Hij waagde een poging op een dikke kilometer van de meet en hield knap stand tot op de meet.
Kevin Claeys werd 2e voor Thierry Declercq.



7 juni: Gits (Kampioenschap van Vlaanderen) - 15e
Een kort verslagje wegens examens. Als ontspanning ging ik koersen in Gits, de 2e wedstrijd na mijn heroptreden.
Een sterke bezetting. 140 km stonden op het programma en na 5 ronden mocht de helft van de deelnemers
reeds gaan douchen. Ik was tegen mijn verwachting in nog steeds mee.
Toen reden 5 renners weg met oa ploegmaten Nico Kuypers en Brian Ligneel. De vogels waren gaan vliegen.
Achter hen streden wij met zo’n 25 renners voor de 5e plaats.
In de laatste ronde gingen 5 renners er vandoor met onder hen Stijn Rammant.
Ik zat wat te kijken naar Andy Capelle maar toen ik naar zijn gezich keek zag ik toch ook dat het beste er vanaf was.
Nog enkele renners gingen weg en op 2 kilometer van de meet ging ik weg op zoek naar de 15e plaats.
Ik werd niet meer bijgehaald en eindigde op een paar seconden van ploegmaat Alexander Chamon.
Foto Roland Desmet

 
2 juni: Gullegem Koerse (profs)
235 renners waren getuige van mijn heroptreden in het peloton na meer dan een maand afwezigheid.
Ik was de conditie al aan het opbouwen, maar zit nog in de examens.
Hoge verwachtingen stelde ik mij dus niet. De ploeg had me gevraagd hier te rijden,
zo ver als mogelijk, maar evenmin zonder een hoog verwachtingspatroon.
Ik startte op de eerste rij en in mijn eerste 100 koersende meters reageerde ik meteen op een uitval
van Jürgen Vandewalle. Helaas zou me dat zuur opbreken, want ik trapte serieus op mijn adem.
Zo zagen de 30.000 opgekomen mensen mij na de eerste ronde al als één van de laatsten van het peloton doorkomen.
Ik vreesde dan ook dat het vroeg gedaan zou zijn vandaag. Ik werd echter geleidelijk beter.
foto: in het spoor van Erwin Vervecken; links Nico Eeckhout

In het eerste uur werden 47,5 km afgemaald.
De wind begon echter ook op te steken en dat zorgde voor een heuse afvallingsrace.
peloton op een lint, op de 11 met zijwind schuin in de rug

Ik kon steeds overleven, maar na 110 van de 170 af te leggen kilometers zat ik toch te ver
toen Quick–Step met de hulp van Beveren 2000 heel het peloton op de boord gooide.
Ik reed nog wel enkele groepjes voorbij, maar over de kracht om helemaal naar voor te rijden beschikte ik niet meer.
Nochtans denk ik dat ik tevreden mag terugblikken op mijn terugkeer in het peloton.
Uiteindelijk reed ik 120 kilometer in een koers waar toch zeker 100 profs aan de start stonden.
Toen ik opgaf waren nog ongeveer 100 renners in koers.

Wouter Weylandt won en Tom Boonen deed een geslaagd heroptreden.
Van de weinige beloften die uitreden sprintte Jarl Salomein als 9e en ploegmaat Jens Keukeleire 15e.
Ex-ploegmaat Gerd Dockx (neoprof bij Columbia) werd fraai 20e.


22 april: De Haan;
kniekwetsuur wegens 'ongelukje' op training.
Kan toch uitrijden en heel wat achtervolgingswerk opknappen.
Sven François wint. Frank Vandenbroucke beste man in koers. (Kdc)


's Avonds is Tim dringend geopereerd moeten worden (torsus testis).
De interclub in Affligem (26 april) moet hij laten schieten.

12-19 april: verplichte skistage Oostenrijk
15 april: kon vandaag 5 uur trainen in de bergen met de fiets; artikel zie pers


12 april: Hooglede - 6e
114 renners voor 21 ronden op een lastig parcours met elke ronde 3 keer Hooglede berg op. Vorig jaar kon ik me hier met een 9e plaats voor het eerst een beetje laten zien. In de eerste ronde zette Nielsen Raedt reeds verschroeiend aan. Cristophe Willems schoof mee. 3 ronden later gingen Pieter Serry, Matthias Vanhie, een Bulgaar en Brian Ligneel in de tegenreactie. Op de beklimming achter de aankomst achtte ik mijn moment gekozen. 1 renner volgde mijn spoor.


Net als we zouden aansluiten moest Brian Ligneel vooraan afhaken. Uiteindelijk raakte ik er wel bij maar het kostte toch serieus wat krachten. 5 ronden later kwam ook nog ploegmaat Kenneth Bulthynck aansluiten samen met provinciaal kampioen Benjamin Verraes. Raedt en Willems bleven echter voor. Bij ons was de samenwerking absoluut niet ideaal.
Ik deed meer dan mijn deel. We kwamen een beetje dichter maar toen we op 15 seconden waren ontdeed Raedt zich van zijn medevluchter en ging alleen verder. Willems raapten we even later op en ik dacht dat we ook Raedt in een mum van tijd te pakken zouden krijgen. Hij leek echter over bovenmenselijke krachten te beschikken en hij reed alleen weg van ons. Bij ons moesten de Bulgaar en Willems na een sterke wedstrijd afhaken. Het regende nog aanvallen en samen met Serry en Bulthynck voelde ik me toch wel bij de beteren van de kopgroep.


Het bleef echter allemaal samen. In de laatste ronde kwamen Jeroen Hoorne en Jonathan Dewitte na een indrukwekkende
remonte nog aansluiten. Jeroen ging voor mij de sprint aantrekken maar hij miste zijn laatste bocht. Zo kwam ik al van 400 meter voor het einde op kop. Iedereen walste over mij. Gelukkig wist Kenneth nog het sprintje voor de 2e plaats te winnen. Pieter Serry werd 3e, ikzelf 6e en Jeroen 7e. Ik voel me sterker dan vorig jaar. Volgende week kan ik jammer genoeg
niet koersen doordat ik op een verplichte skistage moet met mijn jaar.
Ik kan echter wel mijn fiets meenemen en daar proberen het conditieverlies te beperken.


3-5 april: Tryptique des monts set châteaux (2.2 UCI)
Rit 1: Vieux-Conde – Quevaucamps (170,2 km)
We startten deze internationaal getinte Tryptique des Monts et Châteaux aan een gezapig tempo maar lang
duurde het niet vooraleer ik voelde dat ik hier tegen heel wat toekomstige profs aan het koersen was.
(er starten meer buitenlanders dan Belgen aan deze wedstrijd en er kwamen ook heel wat nationale ploegen aan de start).
Ik kon dan ook niet veel meer doen dan aanklampen. Net voor het ingaan van de plaatselijke ronden van elk 25 kilometer
reed een groep van een 12-tal renners weg. Wij hadden niemand mee en namen onze verantwoordelijkheid
maar slaagden er op 15" na helaas niet in het gaatje te dichten.
Ik zag af bij de beesten en het feit dat uit het peloton echt niemand (!)  gelost was gaf me ook niet echt super moraal.
Rit 2: Flobecq – Flobecq (8,2 km CLM)
Ik startte zonder veel ambitie en noodgedwongen met mijn gewone fiets
(maar met een vol wiel van de ploeg, kwestie van de show toch ook wat te verzorgen).
Ik deed het uiteindelijk nog redelijk als 79ste op 1 minuut van winnaar Jan Ghyselinck.
Rit 3 :
Namiddag: Tim probeert aan te vallen in de laatste ronde,
maar het wordt een massasprint waarin hij eindigt in het pak
(Kdc)
Koninginnenrit:
Tim groeit in de zware slotrit (met 10 hellingen) en ontpopt zich tot superploegmaat
wanneer Kimbo en hij Baptiste Planckaert en Jens Keukeleire naar voor piloteren in de sprint.
Baptiste wint en Jens wordt 5e. Feest in de ploeg met 3 overwinningen op 1 dag. (Kdc)



29 maart: Boucles Guegonnaises (Bretagne) 45e
mooie wedstrijd met veel toeschouwers en 200 deelnemers; na kine-hulp binnen de ploeg
waarvoor dank, een goed gevoel in de wedstrijd. Puike ploegprestatie met Jens Keukeleire
die wint; Baptiste en Jeroen op plaats 4 en 5 (Kdc)



28 maart: Prix Gilbert Bousquet Landivisiau (Bretagne)
Tim moet uit de wedstrijd stappen met rugproblemen (Kdc)


25 maart: GP Stad Waregem Beloften
Het gure weertje van vandaag leek slechts weinig renners af te schrikken.
257 renners gingen hun rugnummer afhalen.
Van bij de start bleek dat ik niet de enige was die goed op de hoogte was van waar de stukken zijwind
(met 5 beaufort kan dit immers tellen) op het parcours lagen. Ik had zoals vaker wat schrik om naar voor te rijden.
Ik koos dan maar voor de veiligste weg en ging met mijn neus pal in de wind solo op het fietspad rijden.
Het koste me heel wat krachten, maar zorgde er wel voor dat ik rond de 60e de eerste windstrook kon opdraaien.
Daar belandde ik in de 2e waaier. Op Nokereberg hadden we de eerste waaier nog steeds in zicht
en ik vermoedde dat de eerste 2 waaiers terug samen zouden lopen. Zo geschiedde.
In de tweede ronde wist iedereen nu wel zeker waar hij vooraan moest zitten.
Ik zat al van 2 kilometer voordien op kop mee te draaien, maar net voor de bocht walste nog
een heel deel van het, inmiddels tot zo’n 70 man gereduceerde peloton over me heen.
Ik kon me nu echter toch wat beter handhaven. Even belandde ik in de 3e waaier, maar voor we Nokereberg opdraaiden liepen
de eerste 3 waaiers terug samen. Het zag er naar uit dat we met zo’n 45 man voor de overwinning zouden rijden.
Maar, u raadt het al, het lot kon mij weerom niet gunstig gezind zijn. Op de stenen van Nokere schoot mijn derailleur
in mijn achterwiel.
Ik denk dat ik u niet hoef te vertellen hoe ontgoocheld ik was...


21 maart: Bissegem
180 beloften. Stralende zon, een niet te veeleisend parcours en geen zuchtje wind.
De zwaarste koers van het jaar beloofde het niet te worden...
Nu ja, zin om te koersen leverde het wel op en in de eerste ronde glipte ik
in enkele ontsnappingspogingen mee. Weg raken leek echter onmogelijk.
Zo’n 5 ronden regende het aanvallen, waarin ik meestal betrokken was,


maar langer dan een ronde hielden deze aanvallen nooit stand.
Tot na een derde van de westrijd een aanval met oa Clinton Avery, Nielsen Raedt en Bjorn Dedecker
op touw gezet werd. Hun voorsprong liep op tot 45 seconden en ik dacht dat de wedstrijd gereden was.
Op 4 ronden van het einde begon hun voorsprong te stagneren en draaide het peloton het gashendeltje volledig open.
Op 2 ronden van het einde maakte Jan Ghyselinck de sprong naar voor. Ikzelf volgde even later ook,


maar toen we 2 kilometer verder achter ons keken zat de rest van het pak terug in het wiel.
Noemenswaardige aanvallen kwamen niet meer tot stand, dus gingen we, voor het eerst sinds de
juniorencategorie voor mij, naar een massaspurt. Aangezien ik niet echt een held ben
in het duw en trekwerk die zo’n sprint steevast vooraf gaat, besloot ik maar om de sprint aan te trekken
voor ploegmaat Brian Ligneel. Op een kilometer voor de meet zag ik dat m'n andere ploegmaat Kevin Lava
in mijn wiel zat en daarachter Ligneel. Ideaal dus, maar toen ik op 400 meter
van de meet van de kop af ging, zat Kevin niet meer in mijn wiel.
Ik eindigde in de buik van het peloton. Timothy Dupont haalde zijn 3e bloementuil van het seizoen binnen.
Hij won voor Jeremy Honorez; Brian viel even buiten de top 10 en ... Lava werd 5e.


14 maart: Geluwe 34e
145 deelnemers. Zware koers met veel wind. Tim neemt zwakke start, doch slaagt er als enige in
om van de 2e waaier naar de 1e te fietsen. 2 ronden voor het einde krijgt hij problemen met de rug.
Opmerkelijke prestatie van Kenneth Bulthynck die 4e wordt. (Kdc)


8 maart: Brussel Zepperen - lek
Mijn eerste interclub van het jaar. Het beloofde een zware koers te worden met een wind van 4 à 5 beaufort.
En ja, na nog geen 5 kilometer was het al koekenbak. Na een valpartij waarbij Kess Heytens betrokken was
werd het op een stuk schuine wind op de kant gegooid.
Ik zat redelijk ver maar reed zonder al te veel moeite naar voor. Een groepje van zo’n 60 renners scheurde zich af.
Het andere deel van het peloton was echter nooit veraf.
Ik zat erg op mijn gemak en voelde me erg comfortabel rijden, tot ik opeens achteraan meer schokken voelde.
Lek achteraan dus. De auto’s werden nog niet doorgelaten dus moest ik wachten tot na de tweede groep
om een nieuw wiel te krijgen. Daarbij kwam dan nog eens dat we pas auto 25 hadden waardoor ik
voor ik weer op de fiets zat tegen een heel erg grote achterstand zat aan te zien.
Achter de auto dacht ik nog vrij snel terug te keren, maar dat was buiten de wind gerekend...
In de verte zag ik alles opnieuw op de kant gaan. De auto’s maakten barrage dus was ik op mezelf aangewezen.
Ik haalde op mijn eentje nog wel een heel deel in, en raakte na zo’n 80 kilometer nog tot op 200 meter van de derde waaier,
maar alleen was er geen beginnen aan, en na 100 kilometer werd ik ontgoocheld uit koers gepakt,
want ik had zeker de benen om mee te zijn van voor.
Ik rijd al heel het jaar met een goed gevoel rond maar het wil er maar niet uitkomen. Het mag er snel eens van komen !!
D’hollander won voor Kris Boeckmans en. Bram Deprez werd na een sterke en zware wedstrijd 6e.


1 maart: Gent-Staden - 39e, maar goed gevoel
Het was lang geleden maar ik had nog eens wat stress voor de wedstrijd. Misschien had het feit dat
we met 224 man aan de start verschenen en mijn herinneringen aan mijn val koers van vorig jaar
er wat mee te maken. De eerste 15 kilometer hield ik me dan ook steeds op in de achterste gelederen
van het peloton. Helaas merkte ik dan ook maar laat dat er een waaier getrokken werd.
Ik overstak nog een groot deel van het peloton maar moest dan in de remmen voor een serieuze valpartij.
Mede door die val slaagde een groep van zo’n 40 renners erin weg te rijden.
Hun voorsprong steeg vrij snel tot een seconde of 40 en ik vreesde dat de koers al gereden was.
Vooraan raakte de mot er wat in en achteraan namen enkele ploegen het heft in handen.
Zo’n 100 meter voor het oprijden van de kasseien van de steenstraat was de samensmelting een feit.
Even leek een nieuwe valpartij opnieuw roet in het eten te gooien. Ik moest voet aan grond zetten
en verloor aansluiting met de kopgroep, maar kon het gaatje op de Steenstraat uiteindelijk nog dichten.
Het leek er op dat we met zo’n 40 man de finale zouden ingaan, maar een groep van zo’n 15 renners kon
de aansluiting nog maken.
Het was wachten tot op 20 kilometer van de aankomst voor het volgende wapenfeit.
Nico Kuypers vond dat het welletjes geweest was en zette aan. 7 renners volgden hem in zijn spoor.
Het leek alsof ze buiten schot waren, maar het peloton kwam nog akelig dichtbij.
Kuypers bleef echter buiten schot en werd verdiend winnaar in ‘zijn’ Gent-Staden.
Joeri Clauwaert maakte het ploegsucces compleet door 2e te worden voor Steve Schets.
Ikzelf eindigde op een 39e plaats in de buik van het peloton. Niet echt een super resultaat,
maar ik was wel erg tevreden over mijn gevoel in koers. Stukken beter dan vorig jaar en misschien
belooft dat wel voor zondag. Dan vind ik met Brussel-Zepperen een parcours dat me eigenlijk wel ligt.


22 februari 2009: Clubkampioenschap Moorsele - lek
6 ploegen stonden aan de start van wat voor de meesten de eerste wedstrijd van het jaar was :
Beveren 2000, Decock Capino, New Heebra Lombarden, Mbk Delsol, Kentucky en Soenens Germond.
Al was het niet meteen de belangrijkste koers van het jaar, toch was het opnieuw speciaal
om terug de eerste keer die rugnummer op te spelden. 99 anderen volgden mijn voorbeeld
zodat we met precies 100 deelnemers aan de start verschenen.
Velen onder hen hadden er duidelijk zin in want er werd van in het begin serieus gevlamd,
met het nodige grasmaaien van mijn kant tot gevolg. Ik voelde immers de atletieksprinttraining van op school
nog serieus in de benen en kon in de eerste wedstrijdhelft niet echt veel forceren.
Intussen was een grote groep renners weggereden (zo’n 20 man) waarbij Soenens goed vertegenwoordigd was.
Rond half koers begon ik me echter steeds beter te voelen en ik schoof mee in een aanval samen
met oa Kess Heytens. We werden na een ronde echter terug ingelopen door een inmiddels fel uitgedund peloton.
Net daarna kreeg ik echter met pech af te rekenen. Lekke band achteraan. Exit Declercq.
Jarl Salomein won voor Bram Deprez, die zich onze nieuwe clubkampioen mag noemen en Sander Armee.
Joeri Clauwaert werd 4e op 12 seconden en Kenneth Bulthynck mocht zich met een
14e plaats de nieuwe clubkampioen van de beloften noemen.
Ikzelf was serieus teleurgesteld. Niet echt door mijn lekke band, want dat kan iedereen overkomen,
maar wel doordat het gevoel in koers niet echt was wat ik ervan gehoopt had.
Nu ja het seizoen is nog lang en met m'n goede basis van deze winter
hoop ik dat het goede gevoel weldra terugkomt.


 

2008 (eerstejaarsbelofte)



Seizoensoverzicht 2008
Net als mijn eerste jaar nieuweling en mijn eerste jaar junior liep mijn eerste jaar bij de beloften niet over rozen.
Telkens ik op niveau kwam, maakte ik kennis met het asfalt
(4 keer en soms denk ik dat het asfalt me zelf zo goed kent dat ik 'hallo’ meen te verstaan).
Ook moest ik rekening houden met de andere sporten die we krijgen in het eerste jaar LO aan de RUG.
Een voetbalwedstrijd of atletiektest laat zich soms gevoelen daags nadien in de koers.

Mijn basis in de winter was vrij goed, zo bleek uit tests, al had die misschien nog beter gekund zonder januari-examens.
Na mijn val in de eerste koers (Gent-Staden) had ik voor het eerst terug een goed gevoel tijdens de
GP Stad Waregem op het einde van maart.
Helaas kon ik niet tijdig uitwijken voor een manoever van een van mijn voorgangers en belandde zo plat op mijn gezicht.
Het gevolg was: 3 stukken tand kwijt en terug beginnen opbouwen...
In Luik-Bastenaken-Luik kwam ik tot de vaststelling dat de top daar nog het verst af is.
Nochtans werd de conditie beter, want de week erna reed ik de hele koers vooruit bij de EZC en werd 4e.

Na mijn examens klom ik naar een acceptabel niveau vanaf het einde van juli. Daar heb ik gezien dat ik het nog altijd kan,
want hoewel het niet altijd uit de uitslagen bleek wist ik me vaak één van de beteren in koers
en was mijn niveau in verhouding beter dan het jaar ervoor.
Eind augustus had ik weer te maken met herexamens (dit moet en zal ik volgend jaar proberen te vermijden ;-))
bleef redelijk goed doorfietsen en eind september gaf ik er, na wat perikelen met de longen, dus de brui aan.
Nu wordt het tijd om de batterijen 3 weken terug op te laden, want volgend jaar wil ik er echt iets van maken.
Ik wil duurzaam groeien. Af en toe kon ik dit jaar proeven van het grotere werk; ik hoop daar volgend jaar de vruchten van te dragen.
In de vorige categorieën volgde op een pechjaar telkens een sterk 2e jaar.
Dit jaar kon ik vaak al meespelen in de gewone koersen;
volgend jaar hoop ik dat ook te kunnen doen in de iets grotere wedstrijden.
Voor volgend jaar heb ik opnieuw getekend bij Soenens-Germond, dicht bij huis.
en hoop ik de mensen te laten zien dat Tim Declercq nog altijd iets in zijn mars heeft.

28 september 2008: Gooikse Pijl - 58e
De laatste interclub van het seizoen en ik had er echt zin in. Toch voelde ik wat perikelen in de longen
(er zijn nogal wat luchtwegeninfecties in omloop). Het bleek echter al snel dat het niet makkelijk
zou worden om weg te rijden. De koers werd met een gemiddelde van niet minder dan 46,5 kilometer/uur afgelegd.
Zo werd iedere aanvalspoging vroeg of laat toch in de kiem gesmoord. Mijn enige hoop was dat het glooiende parcours
toch op de een of andere manier wat slachtoffers zou vergen.
Ik sprong nu en dan eens mee maar spaarde het grootste deel van mijn krachten om in de voorlaatste ronde op het klimmetje
net voor de finish eens alles op alles te zetten.
Ik zette door met oa Jan Ghyselinck, Yannick Eyssen en Frederik Verkinderen, maar onze aanvalspoging was geen lang leven beschoren.
Zo gingen we naar een massasprint. Ik kon me niet plaatsten in het gedrum en werd uiteindelijk 58e.
Frederique Robert won voor Stijn Neyrinck en Kevin Peeters.


24 sept: Maldegem
Om de benen weer soepel te krijgen na kwetsuren rijdt Tim deze snelle vlakke koers. Benen reeds vrij goed.
Probeert in slotfase met groepje naar 4 vluchters te rijden, maar slaagt daar net niet in. Eindigt in peloton.
 (Kdc)


20 sept: Nazareth - val
Het mag niet zijn; telkens Tim dit jaar op niveau komt wordt hij slachtoffer van een val.
Valt over kiezelsteentjes in bocht terwijl ze met een groepje naar koplopers rijden.
Enkel schaaf- en vleeswonden, maar ligt sowieso een paar dagen stil. (Kdc)



14 sept: Heule (7e)
Een ideaal koersweertje was het vandaag. Vele renners waren het klaarblijkelijk met me eens
want we stonden met 88 renners aan de start.
Er werd in de beginfase niet stilgezeten maar niemand kreeg echt een vrijgeleide. Ik schoof de hele tijd attent mee
maar 1 ronde verloor ik even de concentratie en de koers was gereden. Zo dacht ik tenminste
want er reed een groep van zo’n 15 man voor met op zo’n 30 seconden een groep van een man of 10.
Ik zat slechts in een 3e groepje. Samen met thuisrenner Laurent Vanden Bak moesten we alles uit de kast halen
om nog aansluiting te vinden met het 2e groepje.
Daar draaide alles heel goed rond en na zo’n 5 ronden achtervolgen geraakten we tot bij het eerste peloton.
Ik wist dat de samensmelting link kon worden en zo geschiedde. Vrijwel meteen na het samenkomen van de groepjes
reed een groep van 12 weg. Ik was mee, maar het beste was er nu toch wel vanaf.
We hadden een geruststellende voorsprong en op 4 ronden van het einde werd door ploegmakkers Kess Heytens
en Detlef Moerman de knuppel in het hoenderhok gegooid. Tot op de streep bleef het aanvallen regenen.
Het was een beetje een loterij maar ik kocht geen lotje want ik beschikte niet meer over de superbenen waarop ik gehoopt had.
4 man scheidde zich in de slotfase af, met onder hen een sterke Moerman. Hij ging resoluut voor de bloemen
maar werd uiteindelijk 3e (na Jonathan Dufrasne en Kevin Degezelle).
In ons groepje sprintte Heytens naar een nipte 6e plaats na Sven François en ikzelf werd nog 7e.
Een resultaat waar ik zeker kan mee leven, want vandaag werd er niet zomaar tegen Janneke en Mieke gekoerst.


11 september: Izegem (profkoers) (46e)
Na mijn optreden van gisteren startte ik met beperkte ambities. Er stond zoals elk jaar heel wat mooi volk aan de start.
Er was veel publiek en 233 ingeschrevenen en er zou, ook volgens de traditie, serieus gevlamd worden.
De eerste helft van de wedstrijd werd in droog en erg warm weer gereden. In schuifjes ontstond een 23-koppige leidersgroep.
Ik miste de aansluiting op 10 meter na. Jammer zeker als je ziet dat die kopgroep het tot het einde uitgezongen heeft.
Ik hield me dan maar vooraan in het peloton schuil. De kopgroep was nooit echt buiten schot
zodat er in het peloton steeds serieus hard gereden werd.
Intussen stapelden zich steeds dreigender wordende onweerswolken zich boven het parcours op.
De hel barste uiteindelijk halfweg volledig los. Velen gaven er in de apocalyptische weersomstandigheden de brui aan,
maar hun aantal lag toch betrekkelijk lager dan degenen die wel doorgingen.
De kilometers begonnen intussen wel te wegen voor mij. Wat niet echt verwondelijk is als je ziet
dat ik eigenlijk pas 4 dagen terug in competitie ben.
Ik beet echter door en beïndigde de wedstrijd vooraan in het peloton op de 46e plaats.
Slechts 93 van de 233 vertrekkers reden de wedstrijd uit.
Vooraan maakte Florian Vachon gebruik van zijn underdogpositie en trok er samen met zijn ploegmaat in de slotkilometers vandoor.
Vachon haalde het voor Jean-Marc Bideau. David Kopp won de sprint van de achtervolgers.
Stijn Devolder mag zich met een 8e plaats de nieuwe West-Vlaamse kampioen noemen.


10 september: Izegem (dernycriterium) - 2e en 7e
Ik had in mijn leven nog nooit achter een derny gereden en stond dan ook nogal zenuwachtig aan de start.
Gelukkig stelde mijn Limburgse gangmaker Eric me meteen op mijn gemak. Ik zei hem dat ik graag de finale zou rijden
wat er in de praktijk op neerkwam dat ik me in de eerste 5 van mijn reeks moest eindigen.
Het was wat aftasten in het begin. Ik reed een ronde op kop maar hield me voor de rest van de koers wat verscholen in het peloton.
Op een ronde van het einde draaide Eric op mijn aangeven de gashendel volledig open. Ik draaide volledig zot op mijn grootste versnelling
maar wist me toch als 2e te plaatsen. Ik mocht dus naar de finale. Ploegmaat Joeri Clauwaert won.
De finale was een erg onoverzichtelijke wedstrijd. Er waren constant demarrages en zelf reed ik samen met Brian Ligneel
een paar ronden op kop. Dat koste echter heel wat krachten en die kwam ik tekort als Tom Vanbecelare, Clauwaert en nog een renner
ervandoor gingen. In de sprint van het achtervolgende groepje werd ik 4e om zo als 7e in de totaalstand afgevlagd te worden.
Vanbecelaere won voor Clauwaert.
Mijn eerste ervaring met het dernyrijden was alvast positief. Het is zeker voor herhaling vatbaar.


7 september:  Duinkerke (IC)
Met de herexamens achter de rug hoop ik om nog een mooi einde aan het seizoen te breien.
In deze koers wilde ik zien hoe ver ik al stond.

Meteen na de start kregen we al een plensbui van jewelste over ons heen. In de chaos slaagden een 15-tal renners erin
weg te rijden. Het waaide ook nog eens keihard en ik voelde meteen dat ik niet over superbenen beschikte.
Ik hoopte van mijn koers uit te rijden maar zag al snel dat het moeilijk zou worden, temeer omdat er na 5
van de 18 ronden nog slechts een 60-tal van de 150 renners in koers zaten.
Ik had echter een beter moment en nadat we via de oortjes gehoord hadden dat slechts 2 man mee waren van de 30 koplopers
probeerden we nog iets te forceren. We reden weg met een groepje uit het peloton, maar na een goeie ronde achtervolgen
sloeg het noodlot toe. Ik reed lek en kon tussen de wagens nog wel terugkeren tot bij de groep
maar vanaf dan was het beste eraf. Ik probeerde nog wat mee te draaien op kop, maar raakte echt geen meter
meer vooruit. Compleet leeg gereden gaf ik er samen met nog wat ploegmaten de brui aan.
Kess Heytens slaagde er in enigszins onze eer te redden door na een knappe wedsrijd 13e te worden.
Ook Kim Borry zette op het laatste een mooie inhaalrace in. Die eindigde op de 20e plaats.
Voor mij wordt het hopen op beterschap. Te beginnen met het dernycriterium woensdag voor eigen volk
en zeker de profkoers erna in ons eigen Izegem.


8 augustus: Rumbeke (8e)
Tim is één van de sterksten in de wedstrijd maar mist ultieme ontsnapping met 5.
Daarin zijn 3 ploegmaats mee en zo kan hij in de achtervolging de kloof niet helpen dichten.
Ploegmaat en Belgisch Kampioen Tony Bracke wint (Kdc)








3 augustus: Semmerzake (4e)
Met 72 stonden we aan de start, met bij hen 6 renners van Soenens: Kevin Lava, Jens Keukeleire, Kenneth Bultynck,
Sam Maertens, Kess Heytens en ik, en velen van hen wilden er iets van maken vandaag.
Al in de eerste van 14 ronden reden we met een groepje van 9 man met onder meer Benjamin Veraes uit het peloton weg.
Een ronde later was alles echter weer te herdoen.
De volgende ontsnapping van betekenis werd 2 ronden later op touw gezet door ploegmaten Jens Keukeleire en Sam Maertens.
Ze kregen nog 2 renners mee in hun spoor. Achter hen ontstond een groep van een man of 10.
Ik reageerde iets te laat, maar probeerde er nog met 4 man naar toe te rijden. Ik had echter het gevoel
dat ik veel te veel werk moest verichten en reed er, weleswaar met enige moeite, alleen naar toe.
Het leek dat we gaan vliegen waren maar op 6 ronden van het einde kwam toch nog een groep van een man of 8 tot bij ons.
Met een kopgroep van 23 gingen we de finale in, waarbij alle renners van Soenens.
We besloten al het prijzengeld te delen.
De koerssituatie veranderde voortdurend. Toch slaagde ik er in twee premies van respectievelijk 40 en 70 € mee te graaien.
Jens Keukeleire won de bergprijs.
Op zo’n 25 kilometer van het einde reed ik uit de kopgroep weg met ploegmaat Kess Heytens en Niels Nachtergaele van Foronex.
We draaiden goed rond maar konden niet voorkomen dat 3 renners kwamen aansluiten: nog 2 renners van Foronex en Matthias Landuyt.
Landuyt nam echter bijna nooit over en toen er een gat viel waarbij Kess, Pieter Serry en Niels Nachtergaele 5 meter namen,
wilde hij het gat niet toerijden. Ik probeerde meerdere malen de opening te dichten maar steeds sprong hij op het wiel.
De koplopers zagen we zo van ons wegrijden. Echt stom om zo de kansen op de overwinning te vergooien...
We werden dus terug ingelopen door de rest van het groepje. Kess slaagde er vooraan in om zijn 2 belagers in bedwang te houden
en haalde zo op mooie wijze zijn eerste seizoenszege binnen. Serry werd 2e voor Nachtergaele.
Ikzelf kon samen met Dieter Uytersprot nog uit het peloton wegrijden en klopte hem in de sprint.
Zo werd ik 4e. Landuyt won de sprint van de achtervolgers voor Bultynck.
Bij het ledigen van de enveloppen stelden we vast dat we met 6 bijna de helft van het prijzengeld hadden
en namen elk € 95 mee naar huis.
Beelden zie films


31 juli: Reningelst (Internatie - Interclub) (48e)
zware interclub in hittegolf met een sterke bezetting (144 deelnemers). Tim voelt zich minder vanaf het begin
maar kan met veel inspanning de finish bereiken (48e en 5e eerstejaars). Slechts 51 renners worden geklasseerd, waaronder veel ex-profs.
Wedstrijd wordt gekleurd door lange ontsnapping van 4 waaronder ploegmaten C. Avery en A. Chamon,
die uiteindelijk 9 en 12 worden. De Brit Haynes Hamish wint. (Kdc)



27 juli: Ingelmunster
De GP Soenens was een opgelegde koers voor iedereen in de thuishaven van onze ploeg. 120 km in een loden hitte.
Ik had alles behalve goede benen na mijn koers gisteren. In de eerste ronde reden ze meteen met 6 Soenensboys weg.
Ikzelf kwam nooit in het stuk voor en werd uiteindelijk diep in het pak afgevlagd. Vooraan kwam het eerste peloton nog bij de vluchters.
Toch reed een viertal opnieuw weg met Stijn Nauwynck, Clinton Avery, Joeri Clauwaert en Logan Hutchings van Beveren 2000.
Joeri haalde zijn 15e seizoenszege binnen voor Clinton en Stijn. Een volledig Soenens-podium dus.


26 juli: Izegem (Bosmolens) - 14e
Ik wilde er iets van maken voor eigen volk. Ik had meteen een goed gevoel en er werd van in het begin serieus gebrommerd.
We reden met 20 man weg en de rest van de 70 deelnemers werd al snel uit koers genomen.
Iets na half koers reden 3 man op een diefje weg. Niet van de minste echter: de Litouwer Goncaras
met Andy Lannoo en ploegmaat Joeri Clauwaert.
Ze hadden meteen een gat van een minuut. We zouden voor de 4e plaats rijden.
Ik probeerde verschillende keren solo te gaan, maar kreeg nooit een vrijgeleide.
Bart Kuypers slaagde er wel in om weg te rijden van ons.
Ik liet me wat wegdrummen voor de eindsprint en werd zo 14e. Geen bijster goed resultaat,
maar ik was wel erg tevreden van mijn wedstrijd en van de conditie.
Vooraan verloor Joeri de spurt van de sterke Goncaras.


20 juli: Aarsele - 7e
18 ronden van 6 km op een winderig parkoers met wat vals plat.
In de tweede ronde reed 7 man weg. Ik wilde er naartoe rijden met Smetje Raketje, maar die nam wat
te onstuimig de bocht en raketje rakette de dijk in. Gelukkig zonder al te veel erg maar zijn koers was wel voorbij.
Samen met kotgenoot Stijn Steels knalden we het gat op de leiders dicht. Nog 7 man kwam aansluiten
en de goeie trein was vertrokken. Bij de doortochten pakte ik af en toe een premiespurt.
Ik had echt goeie benen vandaag en hoopte stiekem op een podiumplaats. Deze droom spatte echter snel uiteen
als ik merkte dat mijn tube aan het lossen was. Het gebeurde heel erg traag dus ik kon de koers uitrijden zonder
te moeten wisselen (wisselen betekende waarschijnlijk niet meer terugkomen op 16 man die ronddraaiden...),
maar in de bochten moest ik steeds een gat laten en op den duur begon het minder vlot rijden toch door te wegen...
Op 5 ronden van het einde trok Nielsen Raedt door na een premiespurt. Met 3 man reden ze weg.
Ze kregen een gat van 150 meter maar een ronde later trok ik door. De anderen schakelden ook een versnelling hoger
en de voorsprong werd gedicht. Dit wel ten koste van 3 medevluchters.


Met 13 man gingen we dus de finale in.
Er werd niet te veel gedemarreerd en ikzelf moest me door mijn tube ook beperken tot volgen.
We gingen naar een sprint die ik genoodzaakt in laatste positie begon. Nielsen Raedt won voor Stijn Steels en
provinciaal kampioen Benjamin Verraes. Kevin Lava, die ook nog gevallen was werd 4e.
Ik werd uiteindelijk nog 7e. Geen slecht resultaat, maar zonder die leegloper zat er misschien meer in...



18 juli: Ingelmunster
108 renners gingen hun rugnummer afhalen. Een kwartier later dan gepland gingen we van start.
In de 2e ronde kozen 7 renners het hazenpad. Met bij hen 2 Soenens-boys: Kim Borry en Joeri Clauwaert.
Ook Klaas Lodewijck was vooraan vertegenwoordigd. Hun voorsprong groeide nooit boven de minuut maar toch zag het er
lang naar uit dat ze vooruit zouden blijven. Ik hield me bestendig voorin. Er werd hard gereden in de
stukken schuine wind (want wind was er !) maar in de stukken tegen wind viel het telkens weer volledig stil.
Op 3 ronden van het einde gooiden ze het weer op de kant. Ik zat in 5e positie en moest niet over nemen. Ik zat in een zetel,
maar op het stuk tegen wind stokte het tempo opnieuw. Het was net een nieuwelingen koers.
Er werd slag om slinger gedemarreerd en niemand reageerde. Zo reden steeds groepjes weg. Eén ervan raakte bij de koplopers.
Ik reageerde steeds op de verkeerde uitvallen en raakte dan ook gedemotiveerd. Ik reed de koers gewoon uit in het peloton.
Ik had wel een goed gevoel in de benen en besloot dan ook me te sparen voor zondag. Dan wil ik een goed resultaat neerzetten.
Vooraan won Jelle Wallaeys voor de mede-ontsnapte Van Marcke en Lodewijck won de sprint van het groepje erachter.
foto: met Jani na den arrivé



12 juli: Waardamme - 13e
Ik dacht even op het gemak een koerske te gaan rijden maar bij de start trok ik grote ogen. 103 renners en niet van de minste...
Ik was barslecht in het begin en dacht zelfs even aan opgeven. Ik had last van maagkrampen, maar gelukkig ging het vanzelf over.
Hoe verder we vorderden in de 30 af te leggen ronden, hoe beter ik werd.
Jens Debusschere reed in de eerste ronden met 2 man vooruit. Na een ronde of 8 werden ze echter ingelopen.
Ongeveer halfkoers barste de hel los. Zegekampioen Guy Smet gooide de knuppel in het hoenderhok.
Hij kreeg nog 11 man in zijn spoor met onder hen Stijn Minne, ploegmaat Stijn Nauwynck
eerstejaars Jens Debusschere, die een sterke koers reed, en Thomas Chamon.
In het peloton hadden we al snel begrepen dat we ze pas zouden terugzien na de aankomst.
Matthias Allegaert was daar echter niet zo zeker van en met 4 man probeerden ze het gat dicht te rijden.
Ik probeerde naar hen toe te gaan maar de voorspring was al te groot. Ik kreeg wel 2 renners bij me.
Een paar ronden bleven we op zo’n 100 meter hangen, maar dan viel het peloton ons opnieuw op de nek.
Intussen voelde ik me super maar ik vreesde dat we uit koers gepakt zouden worden. Daarom besloot ik om samen met Jorg Pannekoek
nog even door te trekken voor de lol. We kregen echter navolging en een groepje van een man of 8 scheurde zich af.
Nog 4 man kwam aansluiten met bij hen ploegmaat Jani Desmet. De rest was definitief uitgeteld.
Op een ronde of 6 van het einde raapten we ‘het groepje Allegaert’ op.
3 ronden voor het einde werd er slag om slinger gedemarreerd. Ik liet me geen enkele keer verrassen en met een pakketje van zo’n 10 man
gingen we naar de meet. Ik viseerde het goeie wiel en won de sprint van het groepje en werd als 13e afgevlagd.
Stijn Minne won de wedstrijd.
Dit was één van mijn betere koersen dit jaar. Hopelijk kan ik die lijn doortrekken.


6 juli: Beyne-Heusay (provinciale selecties) (30e)
117 renners waarbij enkel eerste- en tweedejaarsbeloften aan de start. Maar dat wou zeker niet zeggen dat er niet gekoerst werd.
Al in de eerste kilometers van de 125 kilometer lange grote ronde regende het aanvallen. Vorige jaren reed hier steeds een grote groep
van in het begin weg. Ik wilde dan ook mee zijn. 7 renners reden weg en achter hen werd er slag om slinger gedemarreerd.
Ook ik probeerde het maar alleen kreeg ik het gat niet dicht. Ik werd nerveus en dacht dat de koers gereden was.
Toen ploegmaat Bjorn de Decker samen met Joris Wagemans en een renner van Jong Vlaanderen aan de haal ging reageerde ik.
Ik kreeg 6 man mee maar gooide ze los en reed alleen naar de 3. Na een loodzware achtervolging haalden we de koplopers bij.
Ik zakte dan ook in de grond toen ik 2 kilometer later zag dat het peloton ons opslokte.
Daarna reed 7 man weg met onder hen Jens Keukeleire. 40 kilometer later werden ze ingelopen.
Toen vormde de beslissende ontsnapping zich met De Decker en Keukeleire als Soenenstelgen.
Ikzelf werd specialist in het doen van onnodige inspanningen. Telkens ik alleen naar een groepje reed kwam de rest even later terug.
In de plaatselijke ronde van 20 kilometer werd heel het veld in brokken gereden. Ik had met kramp af te rekenen maar zette toch
mijn weg voort en werd uiteindelijk 30e na een zware maar mooie koers.
Fabrice Naert won na een sterke finish op de steile slothelling voor Yannick Eijssen en Birger Leys.
Bjorn De Decker werd 6e, Jens Keukeleire 9e en Frederik Verkinderen 11e.


24 juni: Ruddervoorde (profs) (60e)
Mijn 2e koers na de examens en wat voor één al meteen. Ik mocht voor de eerste keer tussen de ‘grote jongens’ rijden
in de profkoers van Ruddervoorde en eigenlijk deed het me toch iets.
De andere 150 renners waren echter helemaal niet zo overdonderd en in de eerste van 16 af te leggen ronden ging
een groep van 17 man ervandoor. Ik had me voorgenomen om me wat kalm te houden in het peloton
om de koers te kunnen uitrijden.
Toch was ook dat serieus afzien als je weet dat er in het eerste uur 48 km werd afgelegd.
Ik voelde me echter redelijk goed en na een paar ronden konden we dan ook even de show stelen door met de mannen
van de ploeg eventjes een treintje te maken en het peloton op een lint te trekken. Al sneed dat gloriemomentje
toch wel serieus de benen af.


2 ronden later weld het gehele rennersveld in brokken gereden. Uiteindelijk scheurde een groep van zo’n 20 man zich af
van de grote groep met bij hen Jens Keukeleire. Ze zouden tot op 25 seconden van de eersten komen,
maar de laatste meters kregen ze niet dicht.
In het peloton was inmiddels de veer gebroken. Enkel Cycle-Collstrop deed nog wat kopwerk maar met volle overtuiging
was dit niet meer. Uiteindelijk werd het hele peloton een ronde vroeger uit koers genomen.
Ik zat redelijk vooraan in het uitgedunde peloton en werd zo ongeveer 60e.


Sébastien Rosseler won de wedstrijd voor de 2e keer op rij. Gianni Meersman werd 2e.
Ik was tevreden van mijn wedstrijd. Ik posteerde me meestal vooraan en heb zeker snelheid opgedaan.
Al weet ik ook dat ik nog heel wat boterhammekes ga mogen eten voor ik die mannen er zou kunnen opleggen...


21 juni: Hamme (heroptreden) - 39e
wedstrijd bedoeld om competiteritme op te doen. 133 starters. Tim rijdt actief en mengt zich in een aantal schermutselingen,
maar is er niet bij als de goede vlucht van 5 vertrekt. Guy Smet wint voor Gunter Sterck en een puike Jarl Salomein.
Tim neemt geen risico's en eindigt als 39e in het peloton. (Kdc)






10 mei : Wielsbeke
Het valt dit jaar niet mee. Tim maakt deel uit van de ruime kopgroep en wordt op 4 ronden van het einde
aangereden in zijn wiel met (alweer) een val tot gevolg. Op het eerste zicht geen breuken. Enkel schaafwonden en gekneusde vinger.
Dank aan Rode Kruisdiensten (Kdc)



mei: PK Westouter
Het was warm vandaag en normaal speelt zo’n weer in mijn voordeel. Ik voelde me echter al de hele week niet echt goed
en ook in de koers voelde ik al snel dat ik niet over een stel superbenen beschikte.
Ik besloot dan maar om me nuttig te maken voor de ploeg en in de eerste wedstrijdhelft was ik in bijna alle aanvallen vertegenwoordigd.




Het moest zich uiteindelijk eens wreken en toen een pelotonnetje van zo’n 20 man weg reed sprong ik er met ploegmaat Jeroen Hoorne naar toe,
maar boven kon ik net mijn wagonnetje niet aanpikken omdat ik in kramp schoot.


Ik was ergens wel ontgoocheld en gaf er op 2 ronden van het einde de brui aan...
Morgen ga ik naar de dokter want ik voel me eigenlijk al heel de week zo slap als een vod. Hopelijk niets ernstig.
Benjamin Verraes won voor Jens Debusschere en Niels Nachtergaele.
Baptiste Plankaert werd 7e en Fred Verkinderen 9e. Misschien zat er iets meer in voor onze ploeg want we waren met 4 in de kopgroep.


26 april: Vlissegem - De Haan (4e)
Met 58 renners stonden we in een aangenaam zonnetje klaar om er in te vliegen. Het circuit was er één in de polders, dus wind is er altijd.
Ik wist dat ik 1 renner in de gaten moest houden: Patrick Cockuyt. Hij mag dan 47 jaar zijn, het fietsen is hij allerminst verleerd...
In de eerste ronde reeds een aanval. Ik zat wat te ver in het peloton, maar wilde niets laten rijden want ik had al gemerkt
dat ik over een stel goede benen beschikte... Ik reed het gaatje alleen dicht maar even later viel ook het peloton ons op de nek.
Een halve ronde later dan was het weer opletten geblazen. Cockuyt demarreerde en nu was ik wel bij de pinken.
In schuifjes kwam zo een kopgroep van 9 man tot stand.
We moesten knokken voor onze voorsprong want ronden lang bleef het peloton op 25 seconden hangen.
En toch vond Cockuyt dat het niet snel genoeg ging. Met nog meer dan 70 kilometer van de 112 af te leggen
plaatste hij opnieuw een versnelling. Samen met Frederik Toortelboom ging ik in de tegenaanval en ook Steven De Decker kwam nog aansluiten.
Met 4 ging het plots heel wat sneller... Ik zag af bij deze 3 ervaren renners maar deed toch mijn deel van het kopwerk.


Op 2 en een halve ronde van het einde schudde Cockuyt nogmaals aan de boom. Ik kwam van kop en kon niet reageren...
Ook de anderen moesten passen. De veer was wat gebroken bij ons tot we plots op een ronde van het einde zagen
dat het voorste deel van het peloton aan het terugkomen was. We reden ons te pleuris en het zag er naar uit
dat we het zouden halen, tot er op een kilometer van de meet gesurplast werd...
Ik kon me niet houden, deed een uitval en zette aldus veel te vroeg de spurt in.
Ik werd geremonteerd en finishte zo 4e. Toch eindelijk eens een resultaat...
Toortelboom werd 2e voor De Decker. We hielden 10 seconden op de voorwacht van het verbrokkelde peloton, waarvan Danny Schaut de sprint won.

Daags nadien haalt m'n jongere broer dezelfde uitslag in Zeebrugge. Hier is hij ontsnapt op de zeedijk.



19 april: Luik Bastenaken Luik (beloften)
Ik starte met beperkte ambitie voor deze wedstrijd : uitrijden. Nog nooit had ik meer dan 155 km gereden in een wedstrijd.
Daar kwam nu meteen 30 kilometer bij en dat op een loodzwaar parcours. Regen. Ideaal voelde ik me niet.
Gelukkig startten ze in deze sterk bezette koers eerder gezapig. 5 renners met oa Jan Baekelandts en Klaas Lodewijck waren weggereden.
Hun ploegmaats drukten het tempo. Het was wachten tot op de 3e col van de dag, de côte de Wanne vooraleer er gekoerst werd in het peloton.
5 kilometer voor de Wanne was een groep van zo’n 20 weggereden met o.m. ploegmaat Bjorn De Decker en favoriet Jan Ghyselinck.
Het peloton scheurde in verschillende stukken op de Wanne (ik zat in het derde groepje) maar in de afdaling kwam een groot deel terug samen.
Op de Rosier kon ik me makkelijk handhaven, maar op de Vecquée ging het licht uit.
Had ik te weinig gegeten vooraf? Of ben ik gewoon nog niet sterk genoeg ? Ik kwam in alle geval te kort.
In een groepje met o.a. Matthias Allegaert, Pieter Cordeel en Jeroen Kesteloot reden we op een beperkt tempo uit
en werden rond de 95ste afgevlagd op meer dan 15 minuten van winnaar Jan Baekelandts. Ik reed uit, maar van een succes kan ik nog niet spreken.


12 april: Hooglede (beloften) - 9e
Dat het een zwaar koerske zou worden wist ik al vooraf. Er was wind en 3 keer per ronde moest de beruchte Hooglede-berg
beklommen worden. Een niemendal eigenlijk, maar als je er 63 keer over moet kruipt het toch in de kleren...
Ik had een slecht gevoel in de benen. Toch had ik na 2 ronden plots de ingeving om te gaan demarreren. Ik kreeg stadsgenoot Kasper Lagae mee


en samen wilden we naar de ontsnapte Mathias Vanhie rijden. We kregen echter versterking van een groepje
met o.a. Vic Duynslaeger en ploegmaat Fredje Verkinderen. Onze andere ploegmaten stopten voortreffelijk af, waarvoor dank.
We haalden Vanhie bij en met 6 bleven we voor tot iets voor half koers.


Toen vond Sven Vandousselaere het welletjes en hij kwam met nog zo’n 14 man aansluiten.
Uit die grote kopgroep moesten er nog enkelen lossen zodat we met 16 renners (waaronder 6 van Soenens) de finale indoken.
De rest van de 72 gestarten moest de wedstrijd vroegtijdig verlaten.
Op zo’n 7 ronden van het einde kwam er een scheur in de kopgroep. Ik zat aanvankelijk vooraan maar ik kwam net van kop toen ze nog eens doortrokken.
7 renners reden weg en enkel Vanhie en Vandousselaere slaagden er nog in om de sprong te maken. In de achtervolgende groep
bleven we ronden lang op 20 seconden hangen, tot op 3 ronden van het einde toen de veer definitief brak.
Vooraan probeerde ploegmaat Jeroen Hoorne het meerdere keren, maar hij werd telkens door Vandousselaere gecounterd.
Uiteindelijk kwam het tot een sprint waarin Mathias Vanhie het afmaakte voor Jens Keukeleire (Soenens-Germond).
De Deen Lilholt werd 3e, één plaats voor Hoorne. Dries Depoorter eindigde als 6e; Doussie 7e en Fredje 8e.
Met het achtervolgend groepje beenden we nog Vic Duynslaeger bij die af te rekenen kreeg met pech.
In de laatste ronde probeerde ik meerdere keren om nog een top 10 plaats uit de brand te slepen maar ik owerd telkens gecounterd.
We zouden nog met 5 man spurten voor de 9e plaats, maar net na de bocht voor de finish liet Willem Dendooven het gat vallen voor mij.
Ik bedankte voor dit gebaar en nam de 9e plaats voor Kenneth Bulthynck die 10e werd. Willem werd 13e en Kasper Lagae 14e.



9 april: Bredene - 27e
105-tal deelnemers; afvallingskoers in open vlakte. Tim heeft stramme benen na loopexamen (Coopertest) in Gent.
Hij maakt deel uit van een grote ontsnapping die echter wordt tenietgedaan;
kan net niet aanpikken als de definitieve ontsnapping van 8 op gang komt.
Tenslotte eindigt hij 27e van de 40 renners die uitrijden. Joeri Clauwaert wordt 2e.
 (Kdc)


30 maart: Trofee van Haspengouw Aalst st. Truiden
Na mijn crash in Waregem raakte ik opgelapt voor deze mooie interclub voor beloften en elites zonder contract.
Na enkele dagen zonder veel trainingsarbeid en met een gebrek aan wedstrijdkilometers stond ik echter wat onzeker aan de start.
Ik zou er het gewoon het beste van maken en zien waar ik uit kwam.
De ploeg bestond uit Jo Maes, Kevin Verwaest, Kess Heytens, Alexander Chamon en Belgisch Kampioen Tony Bracke.
Alsof de koersen dit seizoen nog niet genoeg uitgeregend waren, gingen de hemelsluizen 1 minuut voor de start helemaal open.
Het zou de hele wedstrijd nog nauwelijks stoppen met regenen. Ik startte wat voorzichtig want
met het natte weer en na 2 valpartijen was ik niet meer zo’n held in het laveren door het peloton.
Daar moest natuurlijk iets van komen en na 20 kilometer werd heel het veld uiteengeslagen.
Er ontstonden zeker 12 groepjes en samen met Tony zat ik bij aanvang bij één van de laatste.
Ik had in het begin echter superbenen en reed op mijn eentje van waaier naar waaier.
Ik raakte zo tot in het 3e groepje. Vooraan kwamen de eerste twee waaiers samen.
Bij ons zat de mot er wat in en ongeveer de helft van het deelnemersveld kwam terug. De voorsprong liep op tot bijna 2 minuten,
maar dan zetten enkele ploegen zich op kop. Wij met Soenens hadden 2 man mee op de 35 en wisten niet goed wat we
in deze situatie moesten doen. We draaiden op aanraden van Tony met mondjesmaat mee
en we kwamen tot op 30 seconden van de kopgroep.


Het begon meer en meer te gieten. Van mij was het alsof al de kracht uit mijn benen met de regen werd meegespoeld,
al zal mijn conditieachterstand er ook wel iets mee te maken hebben. Daarenboven raakte ik onderkoeld.

Op 15 kilometer van het einde gaf ik er dan ook de brui aan.
Jan Ghyselinck won op een mooie manier de wedstrijd voor zijn ploegmaat Jan Bakelandts. Sven Vandousselaere werd 3e.
Alex had nog zicht op een 4e plaats maar werd op 4 kilometer van de meet achteruit geslagen door een lekke band.
Samen met de rest van de ploeg eindigde hij in het 2e pelotonnetje.


26 maart: GP Stad Waregem (Dwars door Vlaanderen voor beloften) - val
Weer tegenslag. Tim heeft goede benen; komt vooraan het peloton door op de Berendries en de Valkenberg,
maar valt tegen één van de vele houten paaltjes op de fietspaden na een uitwijkmaneuver van een voorganger.
Een 3e renner (Jens Bohez) breekt een vinger tegen het obstakel. Tim wil nog aanzetten maar mag niet van ambulance.
3 stukken tand afgebroken. Schaafwonden verzorgd in ziekenhuis. Knie zit dik maar is niet gebroken (Kdc).



19 maart: Wanzele - Lede
Na de uitgeregende koers van vorig weekend besloot ik om vandaag te rijden, want ik heb een serieuze nood aan wedstrijdritme.
Er was vooral elite zonder contract op deze midweekwedstrijd. Ik stond naast ploegmaat en ex-prof Robby Meul aan de start.


Bij de 169 vertrekkers waren slechts een vijftal eerstejaarsbeloften, waaronder ploegmaat Kevin Lava.
Voor de start hagelde het nog en de stevige noorderwind maakte het echt wel koud. In het begin werd er niet echt hard gereden
maar na 3 van de 11 af te leggen ronden gooiden ze er toch de beuk in.
Ik had wat maag- en darmproblemen en voelde me niet sterk, maar wilde per se uitrijden, wat enkel lukte op karakter.


Een groep van zo’n 20 ervaren renners reed weg. Ikzelf hield me afzijdig, want ik had het altijd even moeilijk als het echt rap ging
(maar ik was zeker niet de enige want slechts 60 renners konden zich nog in het peloton handhaven).
Vooral op de stukken vals plat en de stukken in het open veld kregen we een langgerekt peloton, dat geleidelijk uitdunde.
Hier zie je me in de verte in 3e positie.


De voorsprong van de vluchters bleef meestal rond de halve minuut hangen en op 2 ronden van het einde haalden we
een deel van de kopgroep in (met onder hen Robby).
Ik probeerde nog eens op het einde maar werd ingelopen en eindigde achter in het peloton.
7 renners bleven echter vooruit en Thomas Ongena won de spurt voor ex-prof Marc Streel en Lars Croket.
Kevin Lava mengde zich wel in de pelotonsprint en finishte verdienstelijk 15e.
Na de wedstrijd fietste ik nog wat kilometers achter de wagen naar m'n kot in Gent.
De conditie is nog niet top, maar er wordt aan gewerkt. Volgende week wil ik goed zijn in Dwars door Vlaanderen voor beloften...


16 maart: Merelbeke
Goede benen. Ik kan alleen naar een ontsnapt peloton rijden in de 4e ronde.
Als de zondvloed uitbreekt in de 6e ronde raak ik echter onderkoeld en trek ik wijselijk de remmen dicht.
Woensdag 19 maart rijd ik in Wanzele-Lede


9 maart: IC Tienen-Zepperen - 39e na hele wedstrijd aanklampen
Mijn kwetsuren waren redelijk goed hersteld voor mijn eerste interclub bij de beloften.
Het was direct een hele zware : 150 km met een heel strakke wind en regen. Ik wilde hem echt uitrijden.
Na 15 kilometer was het al pannekoekenbak. Op een eindeloos lang recht stuk met de wind trokken ze een waaier.
Met 30 man zaten we in de eerste waaier en zelf was ik samen met Tistje Planckaert en Smetje (Jani nvdr) mee.
30 man was echter veel te veel. Op een bepaald moment werd ik weggezet en kon ik niet mee inpikken.
Zo kwam ik op de kant te zitten. Dit kon ik echter niet lang volhouden en samen met enkele anderen werd ik er zo afgewaaid.
We kwamen in de tweede waaier terecht. Daar draaiden we goed rond en na meer dan 70! km achtervolgen
haalden we een deel van de voorste waaier in.


Al een hele tijd had ik krampen en wilde stoppen. Mario, de ploegleider, zei me echter om op het gemak naar Zepperen te rijden.
Na een tijd werd ik echter door een renner van Isorex die achter de volgwagen reed ingehaald.
Ik pikte aan en voorwaar die auto gangmaakte me terug naar de andere wagens. De Isorex-renner kon echter niet meer
en raakte er niet bij. Ik reed van auto naar auto en totaal choco geraakte ik terug bij mijn groepje.
Daar kon ik niet echt veel meer doen want telkens het rap ging voelde ik de krampen opkomen.
Gelukkig was bij iedereen het vet een beetje van de soep.
Toen Kess Heytens en Kevin Verwaest gingen stopte ik dan ook af. Zodra die veilig weg waren waagde ik nog eens mijn kans
in de laatste plaatselijke ronde maar werd net voor de meet ingehaald. Ik schoot weer in krampen en zo werd ik voorlaatste.
Maar als je weet dat slechts 40 van de 189 renners de koers uitreden mag ik toch wel tevreden zijn.
Baptist werd 6e, Kess 12e, Kevin 18e en Kenneth Bulthynck 29e wat ons de 3e clubprijs opleverde.
Bjorn Coomans won de wedstrijd. De eerstejaars deden het voortreffelijk met Jelle Wallaeys en Frederique Robert op plaats 2 en 3,
wat bewijst dat wij deel uitmaken van een sterke lichting.


Krampen aan de meet





2 maart: Gent – Staden
Ik keek met interesse uit naar mijn echt debuut bij de beloften. Ik had goed getraind deze week en stond met goeie benen aan de start.
Deze gerenomeerde koers is echter geen interclub en er was dus geen beperking qua aantal inschrijvingen.
Dit resulteerde in een peloton van 239 renners.
Dat het gevaarlijk zou worden wist ik dus al meteen. Van bij de start waren er valpartijen (van o.m. Jens Debusschere).
Ik mengde me niet in het ‘gekwak’ maar na de bananenbrug in Deinze kreeg ik er toch van. Een onbezonnen Delsoller
wilde kost wat kost naar voor en dat hij daarvoor een deel van het peloton tegen dek moest rijden,
was voor hem slechts een kleine prijs. Hij duwde de renner naast mij die tegen mij viel en het domino-effect werd in gang gezet.
We smakten tegen het asfalt en ik had erg diepe schaafwonden aan mijn heup en arm. Ik probeerde nog maar verder rijden ging niet meer.
Gelukkig stonden er behulpzame ouders (die van Nicolas Staelens om precies te zijn)
die me naar Tielt konden brengen waar mijn pa me kwam ophalen.
Hij bracht me naar de waar enkel een gekneusde heup vastgesteld werd maar geen breuken.
Het wordt sowieso een paar dagen rusten... 
Dat ik ontgoocheld ben hoef ik hier niet meer bij te vermelden zeker ?
Gelukkig was er de tweede plaats voor onze ploeg van Joeri Clauwaert achter winnaar Stijn Minne.

Foto: voor de start krijgen we nog bezoek van de paashaas.



24 februari: Clubkampioenschap Ingelmunster - 20e
Meer dan een gewoon clubkampioenschap stond er vandaag op het programma. Met ploegen als Beveren 2000,
New Heebra-Lombarden, Decock-Capino, MBK-Delsol en Kentucky Cycling Team mag je gerust spreken van een semi-interclub.
Al in de eerste ronde van de in totaal 16 af te leggen (goed voor 120 km), reden er 9 man weg.
Ikzelf was nog wat aan het bekomen van hoe snel het wel gaat bij deze nieuwe categorie en ik werd
met de rest van de ploeg ingeschakeld om meteen te gaan achtervolgen aangezien enkel Kim Borry mee was
met de 9 vooraan.
In het begin had ik het wat lastig, maar na een paar ronden kwam ik er goed door. Ondanks het feit dat we met bijna
de ganse ploeg aan het ronddraaien waren kwamen we slechts gestaag dichter.
Iets na halfkoers was het gat nog steeds niet dicht en vreesde ik
dat we het niet meer zouden toe krijgen. Ik zette me op kop op de grote baan van Ingelmunster naar Meulebeke
en gooide het op de 11. Na die 2 kilometer alleen op kop wilde ik even stoppen,
maar dat is tegen mijn principes en uiteindelijk kregen we het gaatje dicht.
Of toch bijna. Toen we er bijna bij waren reden in schuifjes heel wat renners naar de eersten toe.
Een deel raapten we nog op (met het inmiddels toch wel uitgedunde peloton), maar 9 man bleven voor.
Het was nog steeds Kim Borry die mee was van ons. Julien Vermote, die heel sterk presteerde al eerstejaars,
probeerde het vooraan maar werd geklopt op de meet door Dries Depoorter voor Jan Bakelants en Bert Debacker.
Julien Vermote werd 4e en KimBo knap 6e.
Ikzelf plaatste me redelijk vooraan in de sprint en werd 20e.
Hiermee was ik erg tevreden want ik hield vooral een goed gevoel over aan deze wedstrijd
en dit was voor mij toch het belangrijkste.
Op naar volgende week dan maar, ik zie het alvast zitten.
 




Voor koersverslagen in de jeugd zie beloften, juniores, nieuwelingen en aspiranten.

 

 

© Tim Declercq. All rights reserved. | Design by w3layouts.com